Testimonials

In september 2021 ben ik begonnen aan de master Ondernemingsrecht. Daarvoor had ik reeds de master Financial Economics aan de Erasmus School of Economics afgerond. Als mr.drs.- student stond economie bij mij sinds het begin op de voorgrond. Ik was er dan ook van overtuigd dat ik meer de economische kant op zou gaan. Ik besloot de master Ondernemingsrecht te gaan doen, omdat dit een mooie aanvulling kon zijn op mijn master Financial Economics. 

Het begin van het collegejaar startte met een intensief Onderzoekspracticum. In dit practicum wordt een stevig beroep gedaan op je presentatie- en schrijfvaardigheden. Daarnaast is er een grote variëteit aan onderwerpen, waardoor je in een korte tijd veel nieuwe dingen leert. Tijdens elk practicum wordt tevens het laatste nieuws in het Financieel Dagblad besproken. Dit is een leuke manier om de theoretische kennis toe te passen op de praktijk.

Na het Onderzoekspracticum komen meer inhoudelijke vakken aan bod, zoals Corporate Governance & Corporate Litigation en Fusies, Reorganisaties & Insolventie. Veel colleges werden gegeven door gastdocenten, die hun praktijkervaring met ons deelden. Tijdens deze vakken kwam ik er dan ook achter dat ik het recht en de advocatuur toch wel erg leuk vond. Om die reden heb ik toen ook besloten om mij op te geven voor de Masterclass Fusies & Overnames, aangeboden door de Erasmus School of Law en Houthoff. Tijdens deze masterclass werd mijn interesse in de advocatuur en met name M&A sterker gewekt. Ik kwam erachter dat ik juist mijn economische kennis heel goed kon toepassen in de advocatuur. 

De rest van het studiejaar wordt vormgegeven door een paar kleinere vakken en de masterscriptie. Ook dit deel van het jaar heb ik als zeer positief ervaren. Er is in deze periode namelijk ook ruimte om een keuzevak te kiezen, waardoor je ook onderwerpen buiten het ondernemingsrecht kan bestuderen. Zeker het vak Zekerheden & Insolventie is een interessant vak, waarin bijna alle lessen worden voorzien door gastdocenten. Daardoor wordt de toepassing in de praktijk ook goed belicht.

Al met al kan ik zeggen dat de master Ondernemingsrecht mij positief verrast heeft. Ik kwam er immers achter dat ik toch de advocatuur in wilde. Om die reden heb ik toen besloten om in de advocatuur stages te gaan lopen. Tot nu bevalt dit me erg goed en ik ben er nu dan ook van overtuigd dat dit de richting is die ik op wil!

Mijn naam is Niels Both, en het afgelopen jaar heb ik de Master Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit afgerond. In deze testimonial vertel ik graag hoe ik de master heb ervaren.  

Ondernemingsrechtelijke kwesties, zoals de verhouding tussen bestuurders en aandeelhouders, (vijandige) overnames, en het handelen in aandelen op de beurs, vond ik altijd al heel interessant. Nadat ik een aantal oud-studenten had gesproken en naar de Master Open Dag was geweest, was de keuze voor de Master Ondernemingsrecht aan de Erasmus Universiteit dan ook snel gemaakt.  

De Master kenmerkt zich door een zeer steile leercurve, en vangt dan ook aan met – in mijn ogen – het meest intensieve vak van de Master, het Onderzoekspracticum Ondernemingsrecht. De opzet van “OZP” verschilt van andere normale vakken in die zin dat, zoals de naam al doet vermoeden, de focus ligt op het doen van onderzoek en het ontwikkelen van praktische vaardigheden. In een relatief kleine werkgroep van medestudenten bespreek je ondernemingsrechtelijk nieuws, ga je met elkaar in debat en schrijf je diverse juridische stukken, zoals een annotatie, een amuse en een miniscriptie. Het tempo is hoog, maar hierdoor word je juist getriggerd serieus aan de slag te gaan met de stof en ontwikkel je vaardigheden die niet alleen nuttig zijn voor de rest van de Master, maar ook voor je verdere carrière.  

Na het Onderzoekspracticum komen de meer theoretische, juridisch inhoudelijke vakken aan bod. Tijdens deze vakken ga je dieper in op uiteenlopende ondernemingsrechtelijke onderwerpen, zoals corporate governance (bij familiebedrijven), bestuurdersaansprakelijkheid, (grensoverschrijdende) fusies, beschermingsconstructies bij vijandige overnames, IPO’s, marktmisbruik, en internationaal privaatrecht voor ondernemingsrecht. Hierbij volg je niet alleen colleges van deskundige en enthousiaste docenten, maar ook van gastsprekers, zoals advocaten, rechters en curatoren. Dit, in combinatie met de vele actuele praktijkvoorbeelden die tijdens de colleges worden aangehaald, maakt dat ook dit theoretische gedeelte van de master zeer praktijkgericht is.    

In blok vier heb je overigens de ruimte voor een vak naar keuze. Hierbij heb ik, met het oog op de toekomst, gekozen voor Jaarrekeningenrecht, maar je kunt ook – binnen bepaalde grenzen – voor iets heel anders kiezen, waardoor je een persoonlijke touch aan de master kunt geven.  

Op geheel klassieke wijze sluit je de Master af met het schrijven van de Masterscriptie. Bijzonder aan het scriptietraject is het zogenoemde buddy-systeem: samen met een medestudent – je buddy – dien je ten minste twee keer bij elkaar te komen om je voortgang te bespreken. Uiteraard staat het je vrij om vaker met elkaar te sparren, wat ik zeker kan aanraden. Zo heb ik de feedback van mijn buddy – in aanvulling op de feedback van mijn scriptiebegeleider – destijds als zeer waardevol ervaren. Vermeldenswaardig is overigens nog het ‘septembertraject’, waarbij je het schrijven van de scriptie uitstelt tot september (van het nieuwe collegejaar). Hiervan heb ik – wegens persoonlijke omstandigheden – gebruik van gemaakt. Wat persoonlijke omstandigheden betreft, wat mij het meest aan de Master zal bijblijven, is de persoonlijke betrokkenheid van de docenten en de mastercoördinator bij de studenten. 

Gezien de diepgaande theoretische kennis en de praktische vaardigheden die je tijdens de Master opdoet, biedt de Master Ondernemingsrecht een uitstekende basis – of je nu een carrière in de advocatuur, het bedrijfsleven of de rechtswetenschap ambieert. Zo ben ik na het afronden van de Master via mijn scriptiebegeleider in contact gekomen met advocatenkantoor DVDW, waar ik sinds augustus met veel plezier werk als advocaat-stagiair Ondernemingsrecht/M&A.  

Kortom, aan iedereen die geïnteresseerd is in de uiteenlopende aspecten van het ondernemingsrecht, raad ik de Master Ondernemingsrecht van harte aan! 

Mijn naam is Tim Groeneweg en ik heb in het collegejaar 2021-2022 de master Ondernemingsrecht gevolgd. Ik heb geen seconde spijt gehad van mijn keuze om deze master te volgen en vertel jullie graag meer over mijn ervaringen met deze studie! 

De master is opgedeeld in vijf blokken. Tijdens het eerste blok volg je het onderzoekspracticum. Dit vond ik zelf het meeste intensieve vak. In plaats van dat je naar het hoorcollege gaat en voornamelijk de docent aanhoort, moet je tijdens het onderzoekspracticum constant zelf aan de slag om je te verdiepen in de stof. Hierbij passeren tal van ondernemingsrechtelijke onderwerpen de revue, zoals concurrentie tussen vennootschapssystemen, bestuurdersaansprakelijkheid bij stichtingen, de verhouding tussen een aandeelhoudersovereenkomst en statuten. Bovendien wordt het ondernemingsrecht vanuit een multidisciplinaire visie benaderd; er is plek voor ethiek, rechtseconomie en fiscaal recht. Dit vond ik zelf een waardevolle toevoeging aan het vak. Als student ben je tijdens het onderzoekspracticum niet alleen bezig met inhoudelijke kennisvergaring, maar ontwikkel je ook mondelinge vaardigheden middels discussies en het houden van een referaat en schriftelijke vaardigheden door het schrijven van bijvoorbeeld een annotatie en een miniscriptie. Ook ontvang je steeds op prettige wijze feedback van docenten met veelal praktijkervaring als advocaat of notaris. Tot slot leer je tijdens het onderzoekspracticum je medestudenten in korte tijd goed kennen. Dit vormt een mooie basis voor vriendschappen die ook na de studie blijven voortduren. Dit vind ik heel waardevol! 

Tijdens het vak Corporate Governance and Corporate Litigation vindt zowel een verbreding als een verdieping van de kennis ten opzichte van de bachelor plaats. De inhoud bestaat vooral uit hard-core ondernemingsrecht; de colleges gaan bijvoorbeeld over vertegenwoordiging, de structuurregeling, bestuurdersaansprakelijkheid en het enquêterecht. Evenwel wordt ook stilgestaan bij vraagstukken als duurzaamheid en digitale transformatie binnen het ondernemingsrecht. Zelf vond ik het heel inspirerend om tijdens dit vak college te krijgen van hoogleraren, raadsheren uit de Ondernemingskamer en Hoge Raad en een topbestuurder uit het bedrijfsleven.  

In het nieuwe jaar staat vervolgens het vak Fusies, reorganisatie en insolventie op het programma. Dit vak was voor mij de bevestiging dat ik mijn carrière binnen fusies en overnames wilde starten. Ik vond het razend interessant om van professionals uit de praktijk onder meer te horen hoe de economische, juridische en fiscale componenten van een transactie impact hebben op transactiedocumentatie. In het bijzonder kan ik eenieder die geïnteresseerd is in fusies en overnames, aanraden om zich op te geven voor de Masterclass Fusies & Overnames. In deze masterclass werd gedurende vijf bijeenkomsten een real-life overnameproces nagebootst – heel leerzaam om aan deel te nemen!  

Nadat ik de vakken De beursvennootschap in het financieel toezichtrecht en Internationaal privaatrecht had gevolgd, vormde de scriptie het sluitstuk van de master. Zelf schreef ik mijn scriptie schrijven over de wenselijkheid van het aansprakelijkheidsregime voor door de Ondernemingskamer benoemde bestuurders. Ik mocht deze scriptie schrijven onder begeleiding van Maarten Kroeze, vice-president van de Hoge Raad. Ik zou iedereen willen aanraden om bij zijn scriptie te kiezen voor een onderwerp dat je interesseert en tegelijkertijd uitdaagt. Ik vond de scriptie, met dank aan de feedback van een ervaren professional, bij uitstek een mogelijkheid om mijn onderzoeks- en schrijfvaardigheden te ontwikkelen.  

Concluderend kan ik stellen dat ik de master Ondernemingsrecht aan iedereen met ondernemingsrechtelijke interesse van harte aan zou bevelen. De master vormt een periode waarin je niet alleen veel inhoudelijke kennis en vaardigheden opdoet, maar waarin je bovendien vriendschappen opbouwt met medestudenten. Mocht je vragen hebben, schroom dan zeker niet om contact met mij op te nemen! 

De overstap van de bachelor Rechtsgeleerdheid naar de master Ondernemingsrecht was voor mij een ware cultuuromslag. Als voormalig VMO student was ik gewend om de colleges op de vrijdagmiddag vanuit huis te volgen via de videoverbinding. Hoewel dit altijd erg gemakkelijk was heeft dit er ook voor gezorgd dat ik tijdens mijn bachelor weinig binding kreeg met de universiteit, hier bracht de master snel verandering in. De master trapt namelijk af met het onderzoekspracticum waarbij verplichte aanwezigheid geldt. Ondanks dat dit in het begin enig regelwerk kostte ten aanzien van werkverplichtingen en een andere masteropleiding ben ik toch erg blij dat ik gedwongen werd om naar de universiteit te komen. In een periode van acht weken kwam ik vaker op campus Woudestein dan dat ik in de voorgaande drie jaar in totaal was geweest. Deze periode heeft ervoor gezorgd dat ik de campus opnieuw ben gaan waarderen en ook na het onderzoekspracticum veelvuldig aanwezig ben geweest om de colleges bij te wonen en zelfstandig of gezamenlijk de stof nog eens door te nemen.

Zoals eerder gezegd begint de master met het intensieve onderzoekspracticum waarin het ontwikkelen van schrijf- en spreekvaardigheden centraal staat. Dit doet men door in een relatief korte tijd veel verschillende juridische stukken te schrijven. Hierbij kan men denken aan het schrijven voor het advies aan een advocaat/cliënt alsook aan het schrijven van een column voor een juridisch tijdschrift. Daarnaast wordt in kleinschalige groepjes de stof en actualiteiten aangaande ondernemingsrecht besproken onder leiding van een werkgroepdocent. Ten slotte houdt iedere student een referaat. Het onderzoekspracticum is een ontzettend drukke periode maar is mijns inziens de ideale voorbereiding voor de rest van de master: haal je het OZP, dan moet het restant van de master ook zeker lukken.

Wat mij het meest is bijgebleven is het teamgevoel dat ik ervaarde met een groepje medestudenten. Een juridische opleiding kan een vrij individualistische aangelegenheid zijn, en dit is iets wat zeker gold voor mij in de bachelor. Aan het begin van het OZP heb ik echter een ontzettend leuke groep studenten leren kennen met wie ik vooral een ontzettend leuke tijd heb gehad. Als het even tegenzat motiveerde we elkaar over en weer. Dit gevoel is iets dat ik niet eerder heb ervaren gedurende mijn tijd op de Erasmus School of Law.

Na het schrijven van mijn scriptie ben ik begonnen als student-stagiair bij NautaDutilh op de afdelingen Corporate/M&A en Banking & Finance. Momenteel sta ik voor de keuze of ik mijn carrière vervolg in de juridische sector of in de consultancy sector. Welke keuze het ook wordt, ik weet dat de master Ondernemingsrecht mij een solide basis heeft gegeven voor een mooie vervolgstap.  

Mijn naam is Karsten de Neve en in studiejaar 2020-2021 heb ik de master Ondernemingsrecht aan Erasmus School of Law gevolgd.

Mijn keuze voor de master Ondernemingsrecht is hoofdzakelijk ingegeven door mijn interesse in dit rechtsgebied. Het leek mij erg leuk om op juridisch gebied over vennootschappen te leren; het sloot ook aan op mijn achtergrond in (bedrijfs)economie. Daarnaast heb ik uiteraard ook gekeken naar de mogelijkheden op de arbeidsmarkt na het afronden van de master. Hoewel het ondernemingsrecht een specifieke (sub)categorie is van het privaatrecht, kent het een zeer belangrijke en levendige praktijk. Er wordt daarom ook veel over geschreven en gepubliceerd. Erasmus School of Law is van huis uit een instituut van formaat binnen het ondernemingsrecht, derhalve heeft het veel specialisten op het vlak van ondernemingsrecht in huis met zowel ervaring in de academische wereld als in de praktijk.

Terugkijkend, ben ik blij met mijn keuze voor de master Ondernemingsrecht. Ik navigeer je kort door het jaar. De eerste tien weken bestaan uit het Onderzoekspracticum. Hierin komen in de volledige breedte onderwerpen aan bod met betrekking tot rechtspersonen, maar bijvoorbeeld ook commanditaire vennootschappen en maatschappen. In het Onderzoekspracticum staat hoofdzakelijk het leren van schriftelijke en mondelinge vaardigheden centraal. Je werkgroep bestaat uit een kleine groep studenten, in mijn jaar waren dat circa vijftien studenten. In je werkgroep bespreek je literatuur, schriftelijke opdrachten, geef je presentaties en voer je discussies. Het Onderzoekspracticum is vrij intensief met veel opdrachten, ik heb er veel geleerd.

In blok 2, 3 en 4 volg je meer klassieke, inhoudelijke vakken waar de focus ligt op ondernemingsrechtelijke facetten van besloten vennootschappen en naamloze vennootschappen. De master focust daarbij op de categorie van het midden- en grootbedrijf en beursgenoteerde ondernemingen. In deze vakken is veel ruimte voor gastcolleges, dit is erg inspirerend. In de gastcolleges leer je dat de praktijk weerbarstiger is dan de wet soms doet vermoeden en niet alles altijd verloopt hoe de wetgever het had beoogd. We hebben onder andere gastcolleges gehad over hoe de algemene vergadering in praktijk functioneert, hoe een overnameproces eruitziet in besloten verhoudingen en over de faillissementspraktijk en daarbij komende faillissementsfraude. Als je overigens geïnteresseerd bent in M&A, dan kan ik de masterclass Fusies & Overnames sterk aanraden die samen met Houthoff wordt georganiseerd. In de vakken komen, kortom, allerlei facetten rondom de onderneming aan bod zoals fusies, beursgangen, faillissement, aandeelhoudersactivisme en medezeggenschap. In de vakken krijg je ten slotte les van een groot aantal topdocenten en praktijkbeoefenaars elk gespecialiseerd in een bepaald gebied van het ondernemingsrecht, in totaal heb ik college gehad van zo’n vijfentwintig verschillende personen. De grote verscheidenheid in het aantal onderwerpen dat wordt behandeld, maar ook in de docenten, sprak mij zeer aan.

De master sluit je af met het vak International privaatrecht, maar bovenal met je masterscriptie in blok 5. Aan je scriptie ben je dan reeds begonnen. Bij de masterscriptie heb je de vrijheid om rechtswetenschappelijk onderzoek te doen naar een eigen gekozen onderwerp. Het scriptietraject heeft harde deadlines. Dit zorgt ervoor dat je een aardig lees- en schrijftempo moet aanhouden, maar dit is te doen. Het is ook nuttig om dit te leren. Het grote voordeel is dat je hierdoor in beginsel tijdig je master afrondt (medio juli) en niet heel je zomer aan je scriptie moet besteden – wat bij andere masters regelmatig voorkomt. Het is overigens ook mogelijk een ‘septembertraject’ te volgen.

Als tip zou ik aan masterkiezers meegeven om altijd met studenten te praten die de master volgen of hebben gevolgd. Daarnaast moet je (uiteraard) kiezen wat je echt leuk vindt, dan kan je (later) gemakkelijk de discipline opbrengen om heel goed te worden in je vak. De master biedt een goede start voor een carrière in de advocatuur, het bedrijfsleven, de rechterlijke macht of de wetenschap. Ik raad de master van harte aan voor studenten die geïnteresseerd zijn in het Ondernemingsrecht.

Mijn naam is Martijn Kager. Ik ben 25 jaar, woon in Den Haag en heb binnenkort mijn master Ondernemingsrecht afgerond aan Erasmus School of Law. Daarna hoop ik aan de slag te gaan als advocaat in het arbeids- en ondernemingsrecht.

Ik koos voor de master Ondernemingsrecht als verbreding en verdieping van de master Arbeidsrecht, maar ik bleek het ondernemingsrecht interessanter te vinden dan ik eerst dacht. Het is een breed rechtsgebied dat zowel ziet op grote beursvennootschappen als op familiebedrijven, zowel op de advies- als de procespraktijk. Juist die brede insteek maakt de master Ondernemingsrecht afwisselend en uitdagend.

Zo leer je bij de interessante colleges over corporate litigation van professor Assink niet alleen over de verhouding tussen het bestuur de algemene vergadering, maar fris je ook je bachelorkennis over onrechtmatige daad en cassatie op. En bij het dubbele college over private equity-transacties van mr. Kaemingk leer je dat de verschillende aspecten van een dergelijke transactie niet alleen te maken hebben met het ondernemings- en insolventierecht, maar dat juist ook de financiering en fiscale aspecten van transacties van belang zijn. Die brede blik is theoretisch interessant en belangrijk in de praktijk.

Een brede master heeft echter ook een keerzijde. De kans is groot dat er een vak bij zit dat je minder interessant vindt. Bovendien bevatten met name de vakken ‘Corporate Governance & Corporate Litigation’ én ‘Fusies, Reorganisaties en Insolventie’ gezien hun brede opzet grote hoeveelheden stof. Tot slot moet je er als aankomend student rekening mee houden dat deze master een van de grotere studierichtingen is. Dat betekent concreet dat een flink deel van het onderwijs plaatsvindt in de vorm van hoorcolleges en zelfstudie. Daardoor wordt het echter niet onpersoonlijk: de docenten en de coördinator zijn intelligent, behulpzaam en benaderbaar.

Al met al zou ik deze master aanraden als het ondernemingsrecht je interesseert, als je een brede interesse hebt en als je bereid bent om een jaar hard te werken. Daarnaast raad ik je aan ook een beetje te ontspannen en om hulp te vragen wanneer je het nodig hebt.