Testimonials

Ik heb afgelopen collegejaar de master Strafrecht gevolgd, deze heb ik afgerond in de zomer van 2024. Hiervoor heb ik de dubbelstudie Recht en Bedrijfskunde gedaan, waardoor ik de bachelors Bedrijfskunde en Rechtsgeleerdheid afgerond heb. 

Ik heb voor deze master gekozen omdat ik alle vakken die te maken hadden met strafrecht in de bachelor erg interessant vond. Voor mijn bachelorwerkstuk heb ik mij verdiept in het jeugdstrafrecht omdat dit me voornamelijk interesseerde. Dit heb ik binnen de master nog veel verder uit kunnen bereiden. Er is namelijk een keuzevak wat hier helemaal over gaat en ook voor mijn masterscriptie ben ik hiermee verder gegaan. Mijn scriptie schreef ik over het reguliere verblijf op kamer in justitiële jeugdinrichtingen en gesloten jeugdhulpaccommodaties. 

Naast het keuzevak ‘Jeugdstrafrecht en theorie en praktijk’ vond ik ook het eerste vak Onderzoekspracticum erg leuk. Hoewel dit een intensief vak is om mee te beginnen heb ik tijdens dit vak denk ik het meest geleerd. Ook is het mogelijk om keuzevakken van andere opleidingen te volgen, zo volgde ik het vak ‘Organized crime and governance’ wat gegeven werd bij de master Criminologie aan de ESL. 

Wat voor mij veel toegevoegde waarde had tijdens deze master was de connectie met de strafrechtspraktijk. Zo hadden veel docenten ook nevenfuncties of eerdere functies in de praktijk en kwamen er regelmatig gastdocenten spreken. Dit helpt ook met het bepalen wat je na de studie wilt gaan doen, een mooi voorbeeld van #WhereLawMeetsBusiness. Dit speelt ook een rol in je maatschappelijke bewustzijn, omdat je over verschillende onderwerpen leert en hier meerdere kanten van het verhaal hoort. Hierdoor kan het soms ook zijn dat je ergens een mening over had en deze na een college toch veranderd is. 

Ik heb veel persoonlijke groei doorgemaakt gedurende het volgen van de master Strafrecht, een van de onderdelen die daar het meest aan bijgedragen heeft is de pleitmodule. Dit was een vrijblijvend onderdeel waar je een dossier kreeg, mocht kiezen of je officier van justitie of advocaat wilde zijn, en hierna de zaak moest bepleiten. Je moest hierbij met studiegenoten die de andere rol vervulde de zaak bepleiten voor een meervoudige kamer, die bestond uit docenten. Hierbij kregen we een extra college van een officier van justitie en advocaat, waarbij we alles mochten vragen. 

Al met al raad ik de master Strafrecht zeker aan. Voor mij was vooral de connectie met de praktijk erg belangrijk. Door alle vakken, docenten en gastdocenten, maar ook de activiteiten van het strafrechtelijk dispuut Wichmann krijg je hier een goed beeld van. 

Sanne Struijk is het voorbeeld van iemand die veel tegelijk kan en doet. Ze is moeder, universitair hoofddocent bij de sectie Strafrecht, redactielid van het juridisch tijdschrift Sancties, rechter-plaatsvervanger bij de Rechtbank Rotterdam én ze is lid van de Commissie van Toezicht van de penitentiaire inrichting De Schie te Rotterdam.

Maatschappelijke drijfveer

Hoewel het aanvankelijk niet haar plan was, is Struijk na haar studie bij de faculteit gebleven. Al een maand na haar afstuderen begon ze als docent bij de sectie Strafrecht. Kort daarna begon ze met haar onderzoek naar een destijds nieuwe sanctie in het Wetboek van Strafrecht: de ISD-maatregel. De sanctie heeft specifiek betrekking op veelplegers, die, vaak verslaafd aan alcohol of (hard)drugs, ten gevolge van de verslaving constant criminaliteit plegen.

Deze vorm van criminaliteit wordt ook wel “draaideurcriminaliteit” genoemd, aangezien veelplegers tot voor kort relatief lage straffen kregen en zodoende in en uit het Strafrecht gingen. De ISD-maatregel biedt de rechter de mogelijkheid de veelpleger voor maximaal twee jaar van zijn vrijheid te beroven, om de samenleving te beschermen tegen de veelpleger en hun recidive te beëindigen. Sanne Struijk: “Ik besloot mijn proefschrift op deze actuele en interessante sanctie te baseren, maar nam het wel iets breder, vandaar de titel “De ISD in perspectief”. Ik heb het belicht vanuit de historische ontwikkeling met betrekking tot dogmatiek, wetgeving, beleid en rechtspraak. Een juridisch proefschrift, met ook een duidelijk maatschappelijk perspectief. De wisselwerking tussen het strafrecht en de maatschappij is sowieso wat mij intrigeert en de drijfveer in mijn onderzoek.”

Praktijkervaring in de collegezaal

Ook in haar colleges betrekt Struijk constant de samenleving. “Je kunt zeggen: zo staat het in de wet en in jullie studieboek, maar daar kunnen studenten ook zelf achter komen. Ik deel dus bewust mijn praktijkervaring in de zaal om de colleges voor bijvoorbeeld ‘mijn’ bachelorvak Materieel Strafrecht levendig te houden.” Praktijkervaring heeft ze genoeg, onder meer als rechter-plaatsvervanger bij de strafsector van de Rechtbank Rotterdam en als lid van de Commissie van Toezicht van de penitentiaire inrichting in Rotterdam. In die functie houdt ze zich bezig met het, in de wereld redelijk unieke, beklagrecht. Sanne: “Die ervaring en kennis draag ik over aan de studenten in ons mastervak Sanctierecht. Voor hen is het interessant om te horen hoe het er in zo’n penitentiaire inrichting echt aan toe gaat.”

Strafrecht en Criminologie

Sanne Struijk vertelt dat haar sectie veel samenwerkt, onder meer met Criminologie, een opleiding die werd opgezet toen zij daar student-assistent was. “Drie jaar geleden hebben prof. Bleichrodt en ik gezamenlijk met Criminologie een evaluatieonderzoek gedaan naar de extra beveiligde inrichting in Vught, in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Heel nuttig, een jurist en criminoloog denken toch verschillend en samen ben je complementair en krachtig.” Al met al vervult Struijk haar functie op een veelzijdige manier, zoals zij dat zelf ook is. Ze kan het iedereen aanraden. “Je moet wel een beetje gek zijn om het te willen, al die nevenfuncties naast een fulltime baan. Maar ik krijg er van de faculteit gelukkig wel de ruimte voor. Voor mij persoonlijk is het een bewuste keuze, want ik vind het leuk om met verschillende dingen tegelijk bezig te zijn. Het houdt het allemaal wel dynamisch.”

Publicatiedatum: 14 januari 2017

Mijn naam is Laura Suiker en op dit moment ben ik werkzaam als juridisch medewerker bij de afdeling Internationale Overdracht Strafvonnissen bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Ik beoordeel of onherroepelijke gevangenisstraffen kunnen worden overgedragen vanuit het buitenland naar Nederland en andersom. Door mijn werk heb ik veel contact met ketenpartners zoals het Openbaar Ministerie en de Reclassering. Daarnaast heb ik dagelijks contact met onze collega’s in het buitenland.

In het eerste jaar van de bachelor werd ik al direct geïntrigeerd door het strafrecht, waardoor mijn keuze voor de master Strafrecht snel was gemaakt. Ik kijk met veel plezier terug op de tijd waarin ik de master Strafrecht aan de Erasmus Universiteit heb gevolgd. Het was een erg intensieve, maar leerzame master. Veel van de professoren van de master Strafrecht zijn werkzaam in de strafrechtelijke praktijk, waardoor de colleges aan de hand van actuele thema’s worden gegeven. Tijdens het eerste blok, het gevreesde Onderzoekspracticum, krijg je les in kleine groepen waardoor er ruimte is voor je eigen inbreng en er aandacht wordt besteed aan de vraagstukken die jij interessant vindt.

Tijdens het vak Internationaal en Europees Strafrecht leerden we onder andere over de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties en de Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen. In mijn huidige werk heb ik dagelijks met deze internationale verdragen te maken. Het is erg interessant om de theorie uit de boeken nu toe te passen in de praktijk.

Tijdens de master ben ik voorzitter geweest van het Strafrechtelijk Dispuut Wichmann en heb ik stage gelopen bij de Rechtbank Rotterdam. Ik zou iedereen willen aanraden om naast je studie zo actief mogelijk te zijn in de juridische praktijk. Het heeft mij verder gebracht in mijn persoonlijke ontwikkeling en ik heb een duidelijk beeld gekregen van wat ik na de studie wilde doen. Succes!

Mijn naam is Koray Akça en ik ben momenteel werkzaam als juridisch medewerker bij Kamans en Heemskerk Advocaten. Het kantoor is actief op het snijvlak van het straf- en bestuursrecht en staat personen bij in strafzaken en in bestuursrechtelijke procedures, die worden geïnitieerd naar aanleiding van een verdenking en/of een veroordeling. Over een aantal weken zal ik worden beëdigd en vanaf dat moment zal ik ook zelf als advocaat rechtsbijstand verlenen aan personen die zijn betrokken bij strafrechtelijke procedures.

De master Strafrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam is intensief, interactief en diepgaand. Er is aandacht voor de geschiedenis, het heden én de toekomst van het strafrecht. Hierdoor heeft de master bijgedragen aan mijn ontwikkeling, visie op het recht en de wijze waarop ik zaken benader. Drie concrete voorbeelden ter illustratie van de toegevoegde waarde van de master. Ten eerste heb ik inzicht gekregen in de werking van de formele zijde van het strafrecht, dat is niet onbelangrijk. Strafvordering bepaalt namelijk de mogelijkheden in een strafzaak. Het is daarom onmisbaar voor het uitoefenen van invloed op het verloop van een strafzaak. Ten tweede heb ik een arsenaal aan interpretatiemethoden van concrete delictsomschrijvingen overgehouden aan de master die zeer bruikbaar zijn om onder meer na te gaan of een verweten gedraging wel valt onder de reikwijdte van een strafbepaling. Ten derde heb ik inzicht gekregen in de invloed van vooral supranationaal recht – zoals de rechtspraak van het EHRM en de wetgeving afkomstig van de EU. Ik merk inmiddels hoe belangrijk het is om (soms) over de eigen landsgrenzen te kijken. Het biedt immers een relevant toetsingskader om de nationaal geaccepteerde gang zaken in perspectief te kunnen plaatsen én (soms) in twijfel te kunnen trekken.

De master is ook bijzonder, omdat alle docenten stuk voor stuk zeer deskundig zijn in hun vakgebied. Tevens staan zij veelal met één been in de praktijk. In de master wordt daarom de focus gelegd op het deel van de theorie dat in de rechtspraktijk leeft.

Met andere woorden, deze master biedt je de mogelijkheid om meer dan een oppervlakkige visie te vormen op het strafrecht én is uiterst relevant. Ik ben dan ook van mening dat de master een goede basis biedt voor een carrière in de rechtspraktijk.

Toekomstige studenten zou ik willen adviseren om zoveel mogelijk uit de master te halen, hoe zwaar het ook soms moge zijn. De waarde ervan wordt namelijk vooral duidelijk als je bent afgestudeerd!

Mijn naam is Merel Pontier en ik ben momenteel werkzaam als strafrechtadvocaat in Austin, Texas, waar ik werk aan de verdediging van terdoodveroordeelden. Mijn huidige werkzaamheden betreffen – kort gezegd - het (opnieuw) onderzoeken van de gepleegde moord, het opsporen en interviewen van getuigen, het opstellen van juridische moties en pleitnotities, voorbereiden van zittingen en het bezoeken van cliënten in de dodencellen. Daarnaast ben ik bestuurslid bij de Clinton Young Foundation; een stichting die zich inzet voor de – ten onrechte - Amerikaanse terdoodveroordeelde Clinton Young. Van 2014 tot 2016 volgde ik de Master Strafrecht aan Erasmus School of Law.

De doodstraf is voor mij een enorm onrecht, vooral wanneer er twijfels bestaan over de schuld. Een executie kun je immers nooit meer terugdraaien. Dit motiveert mij elke dag weer om mij in te zetten voor deze groep veroordeelden, die naar mijn mening goede juridische bijstand het meest nodig hebben, omdat hun levens er letterlijk vanaf hangen.

Ik ben inmiddels zeven jaar bevriend met Clinton Young, een vriendschap die ontstond nadat ik in 2014 een documentaire over zijn doodstrafzaak op televisie zag en hem daarna besloot een brief te schrijven. Mijn vriendschap met Clinton en mijn stages bij advocatenkantoren in New York en Louisiana, die ik tijdens de Master Strafrecht deed, hebben er uiteindelijk toe geleid dat ik in 2019 alles in Nederland heb achtergelaten en naar Texas ben vertrokken om daar terdoodveroordeelden te helpen. Ik volgde in Texas eerst opnieuw een rechtenopleiding en aansluitend legde ik de Texas Bar Exam af. Sinds ik het examen heb gehaald werk ik hier als advocaat.

Je verwacht het misschien niet, maar de Master Strafrecht heeft mij juist goed voorbereid voor werkzaamheden buiten Nederland. Tijdens de Master Strafrecht volgde ik vakken als Internationaal en Europees Strafrecht en Organised Crime; gericht op wet- en regelgeving en criminaliteit buiten Nederland. De vakken Forensische Psychiatrie en Rechtspsychologie leerden mij universele basiskennis die ook in Amerika heel goed van pas komt. Mijn advies aan rechtenstudenten: ook al studeer je nu Nederlands recht, onthoud dat de mogelijkheden niet eindigen bij de landsgrenzen en dat motivatie, doorzettingsvermogen en passie je veel verder kunnen brengen dan je ooit had gedacht!

Mijn naam is Jens van Amersfoort en ik heb de Togamaster gevolgd in combinatie met de master Strafrecht.

Ik heb de Togamaster ervaren als de perfecte aanvulling op mijn basismaster Strafrecht. Toga aan de Maas bood mij de (praktische) verdieping, die de basismasters veelal niet kunnen bieden. Zo heb ik tijdens de Togamaster gedurende 1,5 jaar kunnen werken aan mijn juridische schrijf-, pleit- en presentatievaardigheden en heb ik veel kennis opgedaan van o.a. het privaat-, straf- en internationaal recht, middels de aangeboden masterclasses. Op deze wijze heb ik geleerd om diverse vraagstukken vanuit verschillende (rechts)disciplines te bekijken (en op te lossen!). Het meest enthousiast ben ik over de stage die in het tweede jaar van de Togamaster aan bod komt. Dit brengt een unieke kans met zich mee om bij één van de 25 beste juridische associates stage te lopen voor de duur van 12 weken. Dit vind ik het grootste verschil met de basismasters, waarbij doorgaans geen plek is om tijdens je master praktische ervaring op te doen (zonder studievertraging op te lopen). Daarnaast begin je op je stageplek al met een goed netwerk, aangezien je hier al vaker bent geweest door de masterclasses die op locatie plaatsvinden. Het is niet voor niets dat sommige studenten direct aan de slag kunnen na hun stage!

Ik ben op dit moment werkzaam als interventiejurist op de ZSM bij het Openbaar Ministerie. Tijdens de Togamaster heb ik geleerd om goed samen te werken en te denken vanuit meerdere disciplines, een eigenschap die eigenlijk iedere moderne jurist zou moeten hebben. Geïsoleerde casussen, zoals wij die vaak op tentamens kregen, bestaan helaas zelden. Ik merk dan ook dat ik in mijn werkzaamheden profiteer van deze brede blik en dat ik daardoor meer oog heb voor het gehele plaatje – hoe zit het namelijk met de positie van het slachtoffer in het strafrecht? En hoe verloopt de schadevergoeding binnen het strafrecht? Wat doe je als de politie er één deur naast zat tijdens een inval (en deze persoon zich meldt voor een schadevergoeding van zijn kapotte deur)? Daarnaast hebben de juridische vaardigheden die worden aangeleerd tijdens de Togamaster mij een kickstart gegeven toen ik eenmaal begon met werken. Ik had namelijk al vele processtukken voorbij zien komen of zelf moeten maken voor de master.

Mijn tip aan huidige en aankomende masterstudenten is: doe zoveel mogelijk (verschillende) ervaringen op en wees niet bang om fouten te maken. Denk na over een tussenjaar, een stage of een uitwisseling: dit zijn waardevolle ervaringen die je helpen de juiste keuzes te maken tijdens of na je studie!