De digitale samenleving verkent de verschillende implicaties van digitalisering in een breed scala aan maatschappelijke contexten, uitgaande van het idee van digitale democratie en de verbanden met begrippen als welvaart, werk en innovatie. Het thema biedt een breed kader voor andere thema's en laat zien hoe vraagstukken rond ongelijkheid, rechtvaardigheid, ontwrichting en participatie ten grondslag liggen aan digitale transformaties die samenhangen met technologieën als kunstmatige intelligentie, aanbevelingssystemen, automatisering en extended reality.
De digitalisering van de mondiale samenleving en de hedendaagse cultuur biedt ongekende mogelijkheden voor participatie, samenwerking en communicatie. Meer specifiek biedt digitalisering op het gebied van werk, welvaart en ondernemerschap een breed scala aan mogelijkheden die ons zowel als werknemer of ondernemer en als burger en consument beïnvloeden. Dit stelt ons in staat om begrippen als welvaart en democratie te heroverwegen en er de mogelijkheden van technologieën in op te nemen.
Het feit dat de regels voor werken en voor het creëren van welvaart op een fundamenteel niveau opnieuw kunnen worden gedefinieerd, is echter niet alleen maar goed nieuws. Parallel aan de ontwikkeling van de nieuwe mogelijkheden die hierboven zijn geschetst, transformeren grote mondiale spelers, zoals big tech-bedrijven en bepaalde machtige natiestaten, het mondiale maatschappelijke ecosysteem op een top-down manier die diepgaand onderzoek verdient. Zij sturen aan op een transformatie die veel van de garanties, waarborgen en controles met betrekking tot werk die de afgelopen 120 jaar vooral in de EU geleidelijk zijn ingevoerd, overbodig maakt. Deze risico's manifesteren zich bijvoorbeeld als oneerlijkheid, algoritmische discriminatie, desinformatie, uitbuiting en vervreemding.
Dit thema stelt kritische vragen die de macrobenadering van SSH-Breed vormgeven, waarbij niet alleen de maatschappelijke determinanten van welvaart, werk en ondernemerschap worden onderzocht, maar waarbij ook deze concepten zelf en de veronderstellingen die daaraan ten grondslag liggen worden bevraagd. Enkele voorbeelden van vragen zijn: Wat zijn geschikte normatieve kaders om de ethiek van digitalisering te beoordelen, bijvoorbeeld met betrekking tot algoritmische eerlijkheid? Welke uitdagingen stelt digitalisering aan de normatieve theorie van de arbeidsmarkt? Wat is de verantwoordelijkheid van de overheid, bijvoorbeeld met betrekking tot de snelgroeiende platformeconomie of de bestaande belastingsystemen? Wat mag worden verwacht van de private sector, om ervoor te zorgen dat digitalisering fungeert als motor voor inclusieve welvaart? Welke methodologische veranderingen zijn nodig om dergelijke kwesties adequaat aan te pakken? Hoe veranderen de vaardigheden die nodig zijn voor professioneel succes en participatief burgerschap? Wat kan er worden gedaan om de negatieve effecten van digitalisering voor de werkende en niet-werkende bevolking te verzachten? Wat is er nodig om de mogelijke voordelen ervan beter te benutten?
Teamleiders
- João Ferreira Gonçalves
Erasmus School of History, Culture and Communication
E-mailadres - Nicholas Vrousalis
Erasmus School of Philosophy
E-mailadres
Teamleden
- Sarah Bertrand
Erasmus School of History, Culture and Communication
E-mailadres - Delia Dumitrica
Erasmus School of History, Culture and Communication
E-mailadres - Sonia de Jager
Erasmus School of Philosophy
E-mailadres - Ofra Klein
Erasmus School of History, Culture and Communication
E-mailadres - Shwetha Mariadassou
Rotterdam School of Management, Erasmus University
E-mailadres - Madeleine Meurer
Rotterdam School of Management, Erasmus University
E-mailadres - Giulia Napolitano
Erasmus School of Philosophy
E-mailadres - Gilian Ponte
Rotterdam School of Management, Erasmus University
E-mailadres - Jason Pridmore
Erasmus School of History, Culture and Communication
E-mailadres - Andy Sanchez
Erasmus School of History, Culture and Communication
E-mailadres