Onderzoekers gebruiken vaak het werk van anderen en incorporeren dit in hun eigen onderzoek; het auteursrecht geeft aan binnen welke kaders een onderzoeker dat mag doen.
Belangrijk hierbij is artikel 15a van de auteurswet: het citaatrecht. Het citaatrecht omvat zowel teksten, afbeeldingen, audio- en videofragmenten. Uit werken mag geciteerd worden indien:
- Het werk waaruit geciteerd is, rechtmatig openbaar is gemaakt;
- Het citaat dient ter ondersteuning van de inhoud van het nieuwe werk. Het dient niet ter versiering;
- Niet meer wordt geciteerd dan strikt noodzakelijk is. Afbeelding mogen in hun geheel geciteerd worden;
- Er geen wijzigingen zijn aangebracht in het geciteerde werk;
- De geciteerde bron duidelijk vermeld is.
Een onderzoek, wanneer het openbaar is gemaakt, is weer een nieuwe creatie: een nieuw werk waar nieuwe auteursrechten op rusten met de onderzoeker (of een ander) als rechthebbende. Het auteursrecht geeft aan wat de rechten van de onderzoeker zijn, en op welke wijze derden gebruik mogen maken van het werk.
Als de onderzoeker een werk openbaar wil maken zijn er een aantal vragen die beantwoord moeten worden: hoe wil de onderzoeker het onderzoek openbaar maken? Via een grote (of kleine) uitgever? Via Open Access? Ook hier is er een auteursrechtelijke dimensie: kan de onderzoeker desgewenst het auteursrecht behouden?
Hier vind je een aantal regelmatig gestelde vragen van onderzoekers over auteursrecht. Staat je vraag er niet tussen, neem dan contact op met het Auteursrechten Informatiepunt via copyright@eur.nl