Gedurende hun studie maken studenten gebruik van de werken van anderen: voorgeschreven of verplichte literatuur, artikelen uit tijdschriften, hoofdstukken uit boeken, datasets, foto’s, video’s, afbeeldingen, of andere materialen. Het auteursrecht geeft aan binnen welke kaders studenten het werk van anderen mogen gebruiken.
Belangrijk hierbij is artikel 15a van de auteurswet: het citaatrecht. Het citaatrecht omvat zowel teksten, afbeeldingen, audio- en videofragmenten. Uit werken mag geciteerd worden indien:
- Het werk waaruit geciteerd is, rechtmatig openbaar is gemaakt;
- Het citaat dient ter ondersteuning van de inhoud van het nieuwe werk;
- Niet meer wordt geciteerd dan strikt noodzakelijk is;
- Er geen wijzigingen zijn aangebracht in het geciteerde werk;
- De geciteerde bron duidelijk vermeld is.
Daarnaast zijn studenten actief bezig met het maken van werken: de scriptie, thesis, een rapport, een kunstobject. Het auteursrecht geeft aan wat de rechten van de student zijn als maker van het werk. Als maker heeft de student het recht om het werk openbaar te maken en te verveelvoudigen, en ook zich te verzetten tegen openbaarmaking of verveelvoudiging zonder de toestemming van de student.
Natuurlijk is het hierboven genoemde citaatrecht ook van toepassing op het gemaakte werk.
Hier vind je een aantal regelmatig gestelde vragen van studenten over auteursrecht. Staat je vraag er niet tussen, neem dan contact op met het Auteursrechten Informatiepunt via copyright@eur.nl