Erasmus Alumni Portrait: Catarina Fonseca
Draai een kraan open en er komt water uit. Grote kans dat je dit als een simpel feit beschouwt, maar wereldwijd staan in veel landen de kranen droog – of er zijn er helemaal geen kranen. ISS alumna Catarina Fonseca grijpt in.
Catarina Fonseca wil dat iedereen op de planeet kan drinken en zich kan wassen. Als econoom heeft ze de wereldwijde toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen al aanzienlijk verbeterd. Soms zorgen dikke lagen bureaucratie voor trage actie, maar een ontmoeting met een klein Ethiopisch meisje in een ravijn geeft haar kracht om door te gaan.
Kapotte infrastructuur
De situatie is als volgt. Na het plaatsen van watervoorzieningen en sanitaire infrastructuur hielden Aziatische, Afrikaanse en Zuid-Amerikaanse ambtenaren twintig jaar geleden geen rekening met onderhoudskosten. Net als NGO's en bedrijven installeerden ze waterpompen, toiletten en pijpleidingen in een of ander ruraal gebied, om er daarna niet meer naar om te kijken.
Fonseca: “Ze hoopten dan dat de lokale gemeenschap het onderhoud voor hun rekening zou nemen, zodat de watervoorzieningen zou blijven werken. Nou, in de meeste gevallen gebeurt dat niet.”
Als binnen twee jaar de geïnstalleerde infrastructuur kapot ging, kwamen huizen, scholen en zorginstellingen weer zonder water te zitten. Fonseca merkte echter op dat zogenaamde ‘levenscycluskosten’ het financieel en beleidsmatig ijkpunt kunnen zijn, waarop een degelijk systeem van installatie en onderhoud gebouwd kan worden. Dit zou langdurig gebruik van watervoorzieningen kunnen garanderen.
Maar wat zijn deze levenscycluskosten? “Levenscycluskosten zijn alle kosten die gemoeid zijn met het installeren, monitoren en onderhouden van een voorziening. Denk hierbij aan kosten voor nieuwe onderdelen, transport, salarissen, enzovoort. Willen we de water- en sanitaire voorzieningen in leven houden, dan moeten alle betrokken partijen structureel rekening houden met die kostenposten.”
Over Catarina
Catarina Fonseca (1974) is een internationale onderzoeker en pleitbezorger voor water- en sanitaire voorzieningen. Ze studeerde economie in Lissabon. In 1999 rondde Fonseca haar master Rural and Agricultural Development af aan The International Institute of Social Studies in Den Haag. In 2014 schreef ze haar proefschrift, op het snijvlak van watermanagement en economie, aan de Cranfield University in het Verenigd Koninkrijk. Ze werkt nu zelfstandig als directeur van haar bedrijf Pulsing Tide en beïnvloedt overheden en lokale gemeenschappen om hun watersystemen te versterken. Onlangs werd Fonseca verkozen tot Global Chair 'Water and Sanitation' in de G100, een wereldwijd netwerk van invloedrijke vrouwelijke leiders die strijden voor gendergelijkheid.
Al vroeg in haar carrière stuitte de Portugese onderneemster op deze fundamentele boekhoudkundige lacune. Om dit bij te stellen, leidt ze sinds twintig jaar internationale projecten en traint ze mensen in afgelegen gebieden zonder toegang tot water of sanitair. "Het doel is om de denkpatronen van mensen bij te stellen, zodat daarna de benodigde financiële middelen de juiste kant op kunnen gaan,” vertelt ze op een bankje in de zon van het Rotterdamse Museumpark (met uitzicht op het water).
Intussen profiteren miljoenen burgers wereldwijd al van de economische verbeteringen die Fonseca en haar collega’s doorvoerden. Maar er is nog veel werk aan de winkel, wil ze haar droom van universele toegang tot water verwezenlijken.
Smakelijke maaltijden
De ISS-alumna begon haar carrière niet in de watersector, maar bij een NGO in Lissabon. Terwijl ze vrouwelijke immigranten in sloppenwijken hielp om professionele vaardigheden te ontwikkelen en stigma’s te doorbreken, realiseerde de toenmalig twintiger zich dat ze meer wilde weten over armoede- en ontwikkelingsproblematiek.
Haar oog viel op de master Rural and Agricultural Development aan het International Institute for Social Studies (ISS) in Den Haag. Als studente maakte ze veel vrienden, die ze geregeld uitnodigde voor smakelijke Portugese maaltijden. “Ik heb zoveel geleerd van mijn medestudenten bij ISS. We waren altijd aan het discussiëren op een leuke, socratische manier. Die ervaringen van andere studenten over hun thuissituatie, en de theorieën die ik meenam uit de studie, zijn de bouwblokken van mijn carrière geweest.”
“Ik schreef drie boeken over het project. Toen boden ze me een baan aan"
Een vers gediplomeerde Fonseca solliciteerde voor een stage bij IRC in Den Haag, het toenmalige International Water and Sanitation Centre: een 'denk-en-doe-tank' gericht op het bouwen en versterken van water- en sanitaire voorzieningen. Het instituut testte haar grenzen. “Ze gaven me dozen vol documenten om te analyseren. Ik moest de methoden destilleren die ze in een project in Colombia hadden gebruikt. Ik leerde er veel over alle technische zaken, zoals ingenieursnamen van verschillende waterleidingsystemen. Ik schreef dat jaar drie boeken over dat project. Toen boden ze me een baan aan.”
Diepe duik
Terwijl Fonseca de rol van onderzoeksmedewerker, projectmedewerker en programmamanager bij het IRC op zich nam, realiseerde ze zich het flagrante gebrek aan onderhoudskosten in de budgetteringsplannen binnen de wereldwijde water- en sanitaire sector. Dus wilde ze onderzoeken hoe ze de financiële aanpak van de organisaties waarmee ze samenwerkte blijvend kon beïnvloeden. Omdat ze eerst nauwkeurige informatie over de sanitaire eenheden nodig had, moest ze zich verdiepen in theorie en veldwerk. Ze ontwikkelde een PhD-onderzoek, gericht op het achterhalen van de levenscycluskosten van water- en sanitaire infrastructuur in Ethiopië.
Na een meeting toonde iemand van de Bill and Melinda Gates Foundation interesse in haar werk. Fonseca ontving een subsidie van veertien miljoen euro van deze Foundation om haar onderzoek op te schalen, waardoor ze het WASHCOST-project bij IRC kon ontwerpen en begeleiden. Met een team van honderd onderzoekers onder zich, kon Fonseca zich nu doelgericht bezighouden met de analyse van levenscycluskosten in India en een aantal Afrikaanse landen.
Een nieuw denkpatroon
Met hun nieuw verworven levenscycluskosten onder de arm kon Fonseca nu het wereldwijde narratief uitdagen, door de ware prijs van water onder de aandacht te brengen. “NGO’s zeiden altijd dat het een dollar per persoon kost om in water te voorzien, terwijl het eerder vijftig dollar kost. Het duurt dus even voordat deze... niet slechte boodschap, maar de meer realistische boodschap bij mensen landt. En ook om ze te helpen daar rekening mee te houden in hun boekhouding en beleid,” vertelt Fonseca, die zich vanaf toen ook meer met training en lobbyen moest bezighouden.
“Om mensen aan jouw kant te krijgen, moet je eerst begrijpen waar ze vandaan komen”
Het narratief uitdagen doet ze, samen met veel van haar internationale collega’s, door een ‘brugfunctie’ te vervullen tussen overheden, binnen overheden én tussen diverse maatschappelijke organisaties. Samen werken zij aan nieuwe denkpatronen. "De wereldwijde watersector is een complex systeem, dus we moeten ervoor zorgen dat mensen op dezelfde lijn zitten, op lange termijn denken, voorbij kleine tijdsframes."
In de omgang met overheidsfunctionarissen moet de ISS-alumna soms voet bij stuk houden, hoewel ze weet dat de Erasmiaanse waarde van 'verbondenheid' de beste resultaten oplevert. “Om mensen aan jouw kant te krijgen, moet je eerst begrijpen waar ze vandaan komen. Wat is hun situatie? Wat hebben ze nodig? Ik stel me open op en luister. En ja, soms zit ik in lange vergaderingen, waarbij het uiteindelijke resultaat een wijziging is in slechts een enkele zin van een wet of beleidsstuk. Maar ik geloof dat dit de moeite waard is om te doen, want dit is hoe duurzame veranderingen tot stand komen. Ik heb het vaak zien gebeuren.”
Om haar boodschap over te brengen, gelooft Fonseca dat de sector baat zou kunnen hebben bij meer economen zoals zij: “Ik train ze wel, maar velen vertrekken naar de energie- of financiële sector. Die zijn ook belangrijk, maar wat dacht je van toegang tot drinkwater?” Ze zou ook graag meer vrouwelijke collega’s om zich heen zien.
Bekende DJ
Een bijzonder succesverhaal over het leveren van grootschalig schoon water door middel van lobbykunst is het Watershed-project. Fonseca’s ogen lichten op als ze erover praat. “De Nederlandse overheid gaf ons zestien miljoen dollar om het maatschappelijk middenveld in verschillende landen te helpen versterken. In één geval hielpen we een Oegandese gemeenschap om hun waterrechten op te eisen. Een aantal lokale maatschappelijke organisaties organiseerden radiocampagnes waarbij een lokaal radiostation als centraal referentiepunt fungeerde.”
“Twee jaar later was die vieze rivier helemaal schoon. Het was fantastisch”
Dorpelingen konden naar een nummer bellen om over hun waterproblemen te praten, en kregen een bekende radio-dj aan de telefoon. “Een groot probleem waar we over leerden, was het afval van een markt dat de rivier instroomde. Het water was daardoor erg smerig. Overal dreven flessen. Maar mensen dronken het nog steeds, de kinderen baadden erin. Dus aan het einde van de week riep het radiostation de mensen die verantwoordelijk zijn voor de markt op en bracht alle belanghebbenden, inclusief overheidsfunctionarissen, samen in de show. Twee jaar later was die vieze rivier helemaal schoon. Het was fantastisch. Ik zie nog steeds de gezichten van deze jonge mensen die met de lokale organisaties werkten, en het zelfvertrouwen dat ze uitstraalden door het beïnvloeden van overheidsfunctionarissen. Het zelfstandig aanpakken van dergelijke projecten maakt deze volgende generatie sterk en zelfverzekerd.”
Ethiopisch meisje
Ondanks deze positieve ontwikkelingen raken met name vrouwenrechtenkwesties Fonseca nog steeds tot in het diepste van haar ziel. Haar stem trilt als ze erover praat: “Er zijn nog steeds vrouwen die uren per dag water moeten dragen en meisjes die daardoor niet naar school kunnen. Het maakte me boos in 1999, toen ik aan dit werk begon, en het maakt me nog steeds boos.”
Ze herinnert zich een klein Ethiopisch meisje, op weg naar huis van een zeer vervuilde waterkraan in een ravijn, met een jerrycan van twintig liter op haar hoofd. “Ik liep met haar op. Ze vertelde me dat haar moeder ziek was en dat haar broers geen water kunnen dragen. Omdat het jongens zijn, zaten ze op school, en zij niet. Maar jonge vrouwen verdienen het, net als iedereen, ook om naar school te gaan en een leven op te bouwen. Wat zeg je tegen zo'n klein meisje? Elke keer als ik aan haar denk, breekt mijn hart. Maar het herinnert me er ook aan waarom ik dit werk nog doe.”
"We hebben ruimteprogramma's, we kunnen ook water en sanitaire voorzieningen regelen"
De ISS-alumna zal de strijd voor universele toegang tot water, sanitair en hygiënische voorzieningen dus niet opgeven: “We hebben ruimteprogramma's, we kunnen ook water en sanitaire voorzieningen regelen. Overheden zien tegenwoordig wel degelijk de noodzaak in om watersystemen te bouwen. Maar het maakt niet uit of je veel geld in instellingen steekt als ze niet goed functioneren. We moeten dus nog steeds de capaciteit van deze instellingen opbouwen om aan iedereen functionerende water en sanitaire voorzieningen te kunnen leveren. Dat is heel belangrijk.”