(Zelf-)reflectie

Kritisch Wereldburgerschap
Critical World Citizenship Skill Self-reflection

Zelfreflectie betreft een bewustzijn en kritische evaluatie van eigen gedachten, gevoelens en handelingen. Dit proces bestaat uit het terugblikken op- (retrospectie) en het evalueren van eigen acties, gevoelens en gedachten (introspectie) om toekomstig gedrag en attitudes te informeren en – wanneer nodig – te verbeteren (prospectie). Door zelfreflectie kunnen we leren van onze fouten, maar ook van onze prestaties, waardoor we groeien en ontwikkelen. 

Dit geldt op academisch niveau, maar kan ook worden toegepast op situaties in het dagelijks leven. Door te reflecteren op eigen gedrag, emoties en overtuigingen, zullen studenten leren hoe ze zich in verschillende sociale situaties kunnen bewegen en zich aan kunnen passen aan verschillende omgevingen. Zelfreflectie betreft dus een doorlopend proces, waarbij fouten gemaakt worden waarvan geleerd wordt, waardoor er een aanpassing plaatsvindt, om vervolgens weer nieuwe fouten te maken en opnieuw verder te gaan.

Zelfreflectie vereist eerlijkheid en eigen verantwoordelijkheid, die vanuit een leerperspectief zorgen voor zelfanalyse gericht op handelingsacties. In dit opzicht wordt zelfreflectie aangevuld door de vaardigheid van positionaliteit, die draait om het 'zijn' en kan worden toegepast op de meeste andere kritische wereldburgerschapvaardigheden. 

Tips & tricks

Met deze tips & tricks kun je studenten op een laagdrempelige manier laten kennismaken met de vaardigheid.

Deze leuke oefening kan studenten een tijdelijke verandering van lestempo geven tijdens een les en biedt de mogelijkheid voor informeel leren. Om studenten zelfreflectie bij te brengen, kunnen ze gevraagd worden om een specifieke taak opzettelijk slecht uit te voeren. Daarnaast kunnen ze gevraagd worden om te reflecteren op een situatie “waarbij je prestaties tegenvielen”. Door te benadrukken hoe je een oefening niet moet doen, leren studenten niet alleen welke fouten in de toekomst vermeden kunnen worden, maar realiseren ze zich ook dat niet alles perfect kan of moet worden gedaan. 

Wekelijkse notities bieden een gemakkelijke manier voor studenten om zich te verdiepen in wat er geleerd wordt, door te reflecteren op het gelezen werk en de lesactiviteiten. Een periodieke notitie kan individueel geschreven worden, of in een groep van vertrouwde medestudenten. In de notities worden de associaties of ideeën die de studenten hadden tijdens het bestuderen van de literatuur naar voren gebracht. Zo geeft het de mogelijkheid om het lesmateriaal te verbinden aan actuele situaties in de samenleving, aan andere vakken die gevolgd zijn, of met andere zaken waar de student aandacht voor heeft. De notities zijn ook een plek waar de student het lesmateriaal kan linken aan persoonlijke ervaringen, of waar simpelweg vragen over het materiaal opgesteld kunnen worden.  Het onderwerp van de notities moet niet te strikt gedefinieerd zijn, omdat dit de vrijheid van studenten om te reflecteren op aspecten die zij belangrijk vinden zou beperken. 

Om meer betekenis te geven aan de abstracte doelstellingen van (zelf-)reflectie, kan het nut hebben om studenten te vragen om een aantal (real-life) doelstellingen te identificeren. Het identificeren van rolmodellen en het beschrijven van hun eigenschappen, prestaties en maatschappelijke betekenis kan deelnemers helpen om concrete persoonlijke aspiraties en doelen te formuleren. 

Het doel van deze oefening is om enkele kernassumpties die ten grondslag liggen aan het gangbare (academische en pedagogische) begrip van “reflectie” te compliceren en uit te dagen. Zelfreflectie is in essentie een praktijk om bewust te worden van hoe je ideaalbeeld gevormd wordt en om vervolgens ons gedrag, uiterlijk of prestaties daarmee vergelijken. In deze oefening wordt het resetten van dat zelfbeeld aangemoedigd. Het “breken van de spiegel” kan worden gezien als een moment om het ideaalbeeld los te laten en plaats te maken voor nieuwe aspiraties. 

Identificeer je aannames en denk kritisch na over je eigen beredenering.  

Deze opdracht is bedoeld voor gevorderde studenten, om te reflecteren op de oorsprong van hun fundamentele overtuigingen en ideeën. Dit kan op vele verschillende manieren gedaan worden, maar het hoofddoel van de opdracht is altijd om het proces van kennisverwerving in kaart te brengen: hoe ben je tot een specifiek inzicht gekomen? (Voor een laagdrempelige aanpak kan gestart worden met, bijvoorbeeld: hoe ben je tot je favoriete literatuur gekomen?)

Andere manieren om deze reflectie te beginnen, zijn:

  • Analyseren van de kernconcepten waarmee studenten (aangeleerd zijn te) werken en denken.
  • Het in kaart brengen van de oorsprong van de academische traditie waarin gewerkt en gedacht wordt.
  • Reflecteren op de demografische kenmerken van de mensen die een inspiratie voor eigen academisch werk zijn geweest.
  • Onderzoeken wie er vertegenwoordigd zijn in de bibliografieën van een specifiek vak of een discipline. 

Werkvormen

Met deze werkvormen kun je studenten binnen jouw onderwijspraktijk de vaardigheid concreet laten toepassen.

Zelfreflectie kan getraind worden door aan het begin van een nieuw vak studenten te vragen om persoonlijke doelen op te stellen, zowel op academisch gebied als op het gebied van interpersoonlijke vaardigheden. Door leer- en prestatiedoelen op te stellen worden de studenten in staat gesteld om gerichter te studeren en hebben ze een duidelijk doel waar ze de hele lesperiode naartoe kunnen werken. Het kan nuttig zijn om (regelmatig) momenten in te plannen waarin studenten kunnen reflecteren op hun doelen, hoe ze hieraan gewerkt hebben en of ze tevreden zijn met hun vooruitgang. Er zijn verschillende manieren om die reflectie te structureren: zo kan de docent deelnemers vragen hun doelen te stellen en deze in de klas te bespreken (dit bevordert waarschijnlijk ook luistervaardigheden). Als dit niet binnen de lesplanning past, kan de reflectie schriftelijk plaatsvinden, of zelfs in de vorm van een presentatie.

Studenten leren het best hoe ze kunnen reflecteren op hun gedrag en op hun leerproces wanneer de docent zich bewust is van hun doelen, en hen specifieke feedback kan geven aan de hand van die doelen.  

Feedback en discussie zijn van cruciaal belang om studenten te leren (zelf)reflecteren. Een manier om dit te faciliteren is door tijd vrij te maken voor een dialoog na een beoordeling, bij voorkeur in een één-op-één setting of in kleine groepen. Dergelijke (evaluatie)sessies moeten erop gericht zijn studenten inzicht te geven in de fouten die ze hebben gemaakt en hoe hun werk (of het nu schriftelijk, mondeling of visueel is) verbeterd kan worden. Dit inzicht kan worden geboden door medestudenten en/of door de docent die de beoordeling heeft uitgevoerd.

Het meest belangrijk is dat studenten de kans krijgen om naar hun prestatie te kijken, te begrijpen hoe deze is beoordeeld, en dat er een mogelijkheid is voor constructieve suggesties en vragen. Een sleutelfactor hierbij is dat de docent voldoende tijd neemt om studenten te laten leren van hun werk. Als alternatief kan een dialoog na de beoordeling ook plaatsvinden in de vorm van waardevolle opmerkingen en betekenisvolle feedback die geen persoonlijke bespreking vereist. Een gedetailleerd modelantwoord en uitgebreide beoordelingscriteria kunnen in dit opzicht zeer nuttig zijn. 

Assessment

Met deze opdrachten kun je studenten stimuleren om de vaardigheid verder te trainen en te ontwikkelen.

In deze opdracht staat centraal dat de student een paper schrijft waarin gereflecteerd wordt op hun eigen leerproces. In dat paper wordt kritisch gekeken naar de eigen manier van leren, naar wat er geleerd is en hoe dit hen heeft beïnvloed. Een reflectie-opdracht heeft echter niet alleen als doel om de stappen in een leertraject in kaart te brengen. Een reflectiecomponent kan ook geïntegreerd worden als onderdeel van een bredere opdracht over specifieke vakinhoud. Daarnaast kan de reflectieoefening zodanig worden gestructureerd dat het studenten vereist om zowel actief met de vakinhoud bezig te zijn, als hun leerproces met medestudenten te bespreken. Een zelfreflectie-assessment vereist niet noodzakelijk een paper; er zijn creatievere manieren om deze vaardigheid te oefenen, bijvoorbeeld via een podcast of video. Het belangrijkste is om studenten te motiveren om kritisch naar zichzelf te kijken en hun aannames aan de kaak te stellen door middel van retrospectie en introspectie. 

Van origine is het ervaringsgerichte essay gebaseerd op de epistemologische aanname dat levenservaringen een legitieme bron zijn voor het ‘beoefenen van wetenschap’. Omdat iedereen zijn eigen unieke ervaringen heeft, bieden deze ervaringen nieuwe inzichten in wetenschappelijke vraagstukken. Het doel van een dergelijk essay is om persoonlijke perspectieven serieus te nemen en schrijvers kritisch te laten reflecteren op hun eigen gevoelens en gedachten.

Een ervaringsgericht paper leert studenten dat hun ervaringen waarde hebben en dat ze kunnen leren van hun omgeving en naasten. Bovendien geeft het mensen die zich gemarginaliseerd of niet gehoord voelen in de wetenschappelijke gemeenschap de kans om hun gedachten te presenteren in een veilige omgeving. Tot slot zal het schrijven van een ervaringsgericht paper leiden tot gepassioneerder en meer betrokken werk, wat het schrijfproces plezieriger maakt en de interesse in wetenschappelijke vraagstukken verdiept. 

Best practice

Deze voorbeelden geven inzicht hoe studenten en docenten de vaardigheid succesvol in de praktijk hebben toegepast of kunnen toepassen.

Critical World Citizenship Skill Self-reflection

Reflectieoefeningen 

The City as a Lab (EUC-SBS228)

Deze reflectieoefening bestaat uit twee delen. De eerste reflectie wordt geschreven ter voorbereiding op een grotere opdracht. In deze reflectie moeten studenten zichzelf de vraag stellen wat hun verwachtingen zijn voor de opdracht, welke aannames ze hebben over het onderwerp en hoe hun eigen meningen en ervaringen deze aannames beïnvloeden.

Na afronding van de grotere opdracht schrijven studenten een tweede reflectie. Het doel hiervan is om te reflecteren op wat ze tijdens de opdracht hebben geleerd en te evalueren of de resultaten naar verwachting waren. Indien de opdracht in groepsverband is uitgevoerd, kan deze tweede reflectie ook een analyse bevatten van de groepsdynamiek en hoe die de uitkomsten van het project heeft beïnvloed.

In dit specifieke voorbeeld was de grotere opdracht een samenwerking met een Rotterdamse organisatie om te werken aan een maatschappelijk vraagstuk, maar het kan gaan om een opdracht in elk vakgebied die aanzienlijke inspanning en voorbereiding vereist. 

  • Chan, C. K., & Lee, K. K. (2021). Reflection literacy: A multilevel perspective on the challenges of using reflections in higher education through a comprehensive literature review. Educational Research Review, 32, 100376. 
  • Colomer, J., Serra, T., Cañabate, D., & Bubnys, R. (2020). Reflective learning in higher education: Active methodologies for transformative practices. Sustainability, 12(9), 3827.
  • Ibarra-Sáiz, M. S., Rodríguez-Gómez, G., & Boud, D. (2020). Developing student competence through peer assessment: the role of feedback, self-regulation and evaluative judgement. Higher Education, 80(1), 137-156.
  • https://transitionmakers.nl/tool/the-superhero-in-me/

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen