Voorzieningen en financieringsbehoefte voor het welzijn van zeevarenden in de Nederlandse zeehavens: een rapport van Maurice Jansen en Hannah Mosmans

Deze week is een rapport over de welzijnsbehoefte van zeevarenden in Nederlandse havens, geschreven door Maurice Jansen en Hannah Mosmans, aangeboden aan de directeur-generaal van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Bevindingen


Ons recente onderzoek naar faciliteiten voor zeevarenden in Nederlandse havens geeft inzicht in de paradox van het welzijn, de efficiëntie, de bereikbaarheid en de veiligheid van zeevarenden. Uit ons onderzoek concluderen we dat zeemanscentra zich als particuliere ondernemingen niet kunnen handhaven. Het meeste operationele werk is in handen van vrijwilligers en de financiële middelen veranderen van jaar tot jaar. De onderzoekers concluderen dat bezoekende zeevarenden geen klanten zijn, maar een zeevarendencentrum “een thuis weg van huis” vinden. Dit is niet iets wat de markt kan bieden. Hetzelfde geldt voor het bieden van toegang en mobiliteit voor walverlof. De nadruk op zeer efficiënte en veilige toeleveringsketens heeft zeevarenden afhankelijk gemaakt van transportarrangementen door vrijwilligers, maar met toestemming van (overheids)instanties, terminals en scheepsagenten. Dit is alleen op te lossen door intensievere samenwerking en betere afstemming van beleid, financiën en uitvoering.

Toekomstige acties


Interessant is dat het rapport ook opmerkt dat buurlanden zoals Duitsland en België een betere regeling hebben voor welzijnsvoorzieningen in hun havens, waarbij overheden en bedrijven samenwerken om zeevarenden te ondersteunen. De NZC heeft opgeroepen tot overleg met alle relevante stakeholders, waaronder havenbedrijven, landelijke en lokale overheden en andere maritieme organisaties. Op deze manier hoopt de NZC dat dit rapport aanzet tot actie om het welzijn van zeevarenden die onze Nederlandse havens bezoeken te verbeteren.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen