Erasmus UPT heeft samen met Panteia onderzocht wat de effecten zijn van het aflopen van de langlopende overgangsbepalingen in ES-TRIN voor 2035 en 2041. Dit is onderzocht in opdracht van de afdeling Binnenvaart en Vaarwegen van het Ministerie van I en W (vind de kamerbrief van het ministerie onderaan de pagina).
Binnenvaartschepen moeten aan technische eisen voldoen op het gebied van veiligheid en duurzaamheid. Deze eisen zijn vastgesteld in de Europese standaard tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen’: afgekort: ES-TRIN. 2035 en 2041 zijn jaren waarin de overgangstermijn afloopt om aan verschillende technische eisen te moeten voldoen.
Dat betekent dat vooral oude en kleine binnenvaartschepen omvangrijke investeringen moeten verrichten in bijvoorbeeld de inrichting van verblijven op het schip of aan de breedte van gangboorden. Investeringen die voor veel schippers niet op te brengen zijn.
In het onderzoek zijn de effecten van deze regelgeving voor de binnenvaartsector, de verladers en de Nederlandse economie vastgesteld. Een belangrijke oplossing is de zogenaamde ‘hardheidsclausule’. Dit is een procedure waarin een schipper kan aangeven dat de investeringen technisch niet realiseerbaar zijn, of slechts tegen onhaalbaar hoge kosten. De bevoegde instanties kunnen de schipper daarmee vrijstelling van deze investeringen verlenen.
Kamerbrief van het ministerie
De rapportage van Erasmus UPT en Panteia
Meer informatie: Bart Kuipers: bkuipers@ese.eur.nl.
Een artikel in Nieuwsblad Transport over het onderzoek https://www.nt.nl/binnenvaart/2023/04/28/ministerie-erkent-stapeling-ccr-eisen-is-knelpunt-voor-binnenvaart/