Rotterdam Pride: Arjan van der Star
Stel je voor dat je naar een therapeut gaat, maar in plaats van dat hij naar je luistert, beweert je therapeut dat jij als persoon gewoon niet deugt. Dat is de gang van zaken bij een ‘conversietherapie’, en die komen nog steeds voor - ook in Nederland en vooral bij LHBTIQ+-jongeren. EUR-alumnus dr. Arjan van der Star (31) werkt als postdoctoraal onderzoeker aan de San Diego State University en onderzoekt hoe factoren als deze kunnen verklaren waarom LHBTIQ+-personen nog steeds aangeven een lagere mentale en fysieke gezondheid te hebben dan de algemene bevolking, maar wijst ook op manieren hoe het beter kan.
"Zelfs in landen die de afgelopen decennia grote vooruitgang hebben geboekt in de richting van gelijkheid voor queer-mensen, blijven ongelijkheden en micro-agressies tegen LHBTQ+-individuen bestaan,” zegt Arjan vanuit zijn kantoor in San Diego, waar een regenboogschilderij aan de muur hangt.
Een voorbeeld daarvan is de conversietherapie. Die komt in de VS en ook in sommige delen van Nederland nog altijd voor en is gericht op het onder dwang ‘veranderen’ van de seksuele geaardheid of genderidentiteit van een persoon. Afgezien van deze wanpraktijken ervaren LHBT’ers ook nog andere vormen van discriminatie en stigmatisering in hun dagelijks leven, “variërend van blootstelling aan discriminerende vormen van wetgeving en beleid tot openlijk geweld en subtielere ‘micro-agressies’,” aldus Arjan.
Het risico dat homoseksuele, lesbische en biseksuele volwassenen in Zweden zelfmoord proberen te plegen is vijf keer groter is dan dat van hun heteroseksuele leeftijdsgenoten.
In zijn onderzoek richt hij zich op de gezondheid en het welzijn van seksuele- en genderminderheden, oftewel mensen met een LHBTQ+-identiteit. Arjan vertelt over zijn onderzoeksresultaten tot dusver en onthult enkele schokkende feiten. “Eerder onderzoek heeft aangetoond dat deze groep een veel hoger risico loopt op een benarde mentale en fysieke gezondheid dan de algemene bevolking. Mijn onderzoek voor mijn proefschrift aan het Karolinska Institutet in Stockholm toonde bijvoorbeeld aan dat het risico dat homoseksuele, lesbische en biseksuele volwassenen in Zweden zelfmoord proberen te plegen, vijf keer groter is dan hun heteroseksuele leeftijdsgenoten. Bovendien heeft onderzoek aangetoond dat de kans dat genderminderheden zoals transgenders en niet-binaire mensen zelfmoord proberen te plegen, zeven keer groter is.”
De belangrijkste oorzaak van dergelijke verschillen in mentale en fysieke gezondheid zou volgens Arjan te maken kunnen hebben met chronische stress, die gerelateerd is aan ‘op vooroordelen gebaseerde gebeurtenissen en factoren’. Arjan: “Het meeste academische onderzoek naar gezondheid onder LHBTI’ers heeft zich tot nu toe gericht op het koppelen van verschillende factoren die verband houden met stigma en vooroordelen aan een slechte fysieke en mentale gezondheid, maar er is beperkt bewijs voor hun wisselwerking.” Daar komt zijn onderzoek om de hoek kijken.
Stigmatisering en onderdrukking
“In mijn onderzoek wil ik inzichtelijk maken hoe diverse factoren samenwerken op verschillende niveaus binnen een groter systeem van stigmatisering en onderdrukking. Een afkeurende maatschappelijke instelling kan samen met een discriminerend beleid voor mensen met een andere geaardheid bijvoorbeeld agressief gedrag aanwakkeren in openbare ruimten als stadsparken of klaslokalen. Geweld en benadeling kunnen er op hun beurt toe leiden dat iemand zijn seksuele of genderidentiteit veel langer geheim moet houden dan anders gewild was. Dit kan erg stressvol zijn, omdat de persoon te allen tijde scherp moet blijven om niet ‘door de mand te vallen’ als queer.”
Een ander voorbeeld is wanneer seksuele en genderminderheden zich ook de negatieve houdingen in de samenleving eigen gaan maken: "Iets wat we internaliseren noemen", legt Arjan uit. "Onder druk van de samenleving kunnen seksuele en genderminderheden gaan geloven dat ze niet hun authentieke zelf kunnen zijn of dat ze geen goede dingen in het leven verdienen, dat ongeluk op de een of andere manier hun eigen schuld is vanwege wie ze diep van binnen zijn."
Verbeterde geestelijke gezondheid
Maar het is niet allemaal kommer en kwel. Het onderzoek van Arjan is bedoeld om manieren te tonen hoe er in sommige van deze negatieve maatschappelijke effecten kan worden ingegrepen, of hoe ze kunnen worden teruggedraaid. Bijvoorbeeld met behulp van een therapeut of door omgevingen en samenlevingen veiliger te maken.
“Het omgekeerde is ook mogelijk”, aldus Arjan. "In een recent onderzoek dat ik leidde, vonden mijn collega's en ik bewijs dat dit geïnternaliseerde stigma en de constante angst om door anderen afgewezen te worden, veel groter was naarmate mannen uit een seksuele minderheid langer in landen met een hoge stigma-factor leefden. Maar ook dat deze effecten na verloop van tijd afnamen. Deze mannen verhuisden naar de low-stigma-context van Zweden, wat een verbeterde geestelijke gezondheid in de loop van de tijd verklaarde. Dit toont echt het potentieel aan van hoe krachtig verbeteringen aan maatschappelijke klimaten kunnen zijn om schade aan de geestelijke gezondheid van deze groep te voorkomen en ongedaan te maken."
"Dit toont echt het potentieel aan van hoe krachtig verbeteringen aan maatschappelijke klimaten kunnen zijn om schade aan de geestelijke gezondheid van deze groep te voorkomen en ongedaan te maken."
Rotterdam Pride
Misschien is dat ook het belang van gemeenschappelijke en ondersteunende evenementen zoals Pride Week, welke in Rotterdam van 17 tot en met 26 september gaande is. Arjan: “Betrokkenheid bij de gemeenschap is over het algemeen een beschermende factor, hoewel het gepaard kan gaan met zijn eigen uitdagingen en discriminatie ook aanwezig kan zijn binnen de LGBTQ+-gemeenschap. Maar de gemeenschap kan fungeren als sociaal vangnet en als ‘zelfgekozen gezin’, zeker als de persoon in kwestie is afgewezen door zijn of haar biologische familie.” Arjan wil echter benadrukken dat we in Nederland minder progressief zijn geworden als het gaat om LHBT-acceptatie en de vertaling daarvan naar beleid en wetgeving.
"Sommige religieuze sferen promoten bijvoorbeeld nog steeds conversietherapie. En als je naar het nieuws kijkt, zie je hoeveel geweld LHBT-mensen nog te verduren hebben. Er is nog veel te winnen als het gaat om het bevorderen van het welzijn van LHBT’ers.”
“In Nederland zouden we kunnen denken: ‘LHBT-acceptatie is hier volledig bereikt’, of ‘Kijk naar ons, wij zijn altijd vooruitstrevend geweest’. En in algemene zin is dat waar, Nederland heeft nog steeds een relatief open en accepterende cultuur. Maar er zijn nog plekken en subculturen waar dat nog niet helemaal het geval is, of zelfs het tegenovergestelde. Sommige religieuze sferen promoten bijvoorbeeld nog steeds conversietherapie. En als je naar het nieuws kijkt, zie je hoeveel geweld LHBT-mensen nog te verduren hebben. Er is nog veel te winnen als het gaat om het bevorderen van het welzijn van LHBT’ers.”
Hij besluit: “Erasmus schreef: ‘Hij die onderdrukking toestaat, deelt in de misdaad’. En ik geloof dat iedereen een taak heeft om een betere wereld voor anderen te creëren. Als we verschillende soorten discriminatie en racisme om ons heen zien, moeten we allemaal een actieve rol spelen bij het beginnen van gesprekken en het beschermen van elkaar. Pride Week helpt om deze overtuigingen onder de aandacht te houden door een belangrijke plaats te creëren voor activisme en gemeenschap.”