2e Van Doornlezing | oratie door professor Kees Schuyt | 24 juni 2013
Onderscheid tussen noden en wensen cruciaal
Er moet nieuwe inhoud worden gegeven aan de centrale begrippen in de verzorgingsstaat: vrijheid, gelijkheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid. Aanleiding zijn de structurele en morele omstandigheden die drastisch zijn veranderd. Dit stelt socioloog prof.dr.mr. Kees Schuyt in zijn oratie Noden en wensen. De verzorgingsstaat gezien als een historisch fenomeen op maandag 24 juni 2013.
Wie iets wil zeggen over de toekomst en de noodzakelijke herinrichting van de naoorlogse Nederlandse verzorgingsstaat, zo stelt Schuyt vast, moet als een historicus terugkijken naar het ontstaan ervan. Ook een blik op de structurele opbouw en de verdere ontwikkeling zijn noodzakelijk. Het onderscheid tussen noden (basic needs and basic rights) enerzijds en wensen, verlangens en particuliere belangen anderzijds blijkt door de grote veranderingen in de maatschappij onontbeerlijk te zijn geworden. Volgens Schuyt zijn de structurele en morele omstandigheden van de verzorgingsstaat nu zo drastisch veranderd dat een nieuwe inhoud gegeven dient te worden aan de centrale begrippen vrijheid, gelijkheid, solidariteit en sociale rechtvaardigheid.
Historisch fenomeen
De verzorgingsstaat bekeken als historisch fenomeen kent verschillende fasen. De periode van opbouw (1947 tot 1965) werd gekenmerkt door een morele overtuiging dat het lenigen van urgente nood van bepaalde bevolkingsgroepen kon worden bereikt met sobere voorzieningen. Deze lieten voldoende ruimte voor eigen initiatief, verantwoordelijkheid en spaarzin. De verzorgingsstaat heeft de persoonlijke vrijheid van veel burgers verhoogd. In een volgende fase van uitbouw (1965 tot 1981, de tweede oliecrisis) werden rechten en voorzieningen fors uitgebreid. Daarbij werden wensen en verlangens van sterke pressiegroepen via collectieve besluitvorming gehonoreerd. De zwakte van de verzorgingsstaat bleek uit het ontbreken van een ingebouwd mechanisme om onderscheid te maken tussen wensen, waarin mensen het beste zelf kunnen voorzien, en noden, waarbij overheid en samenleving uit het oogpunt van solidariteit en sociale rechtvaardigheid te hulp dienden te komen.
Bij alle hervormingspogingen van de derde fase (van 1981 tot 1995) kwam die zwakke kant herhaaldelijk naar voren. De trage hervorming van de verzorgingsstaat werd daardoor gekenmerkt door ‘drie stappen voorwaarts en twee stappen achterwaarts’. De huidige laatste fase (1995-2010) bracht een definitieve transformatie teweeg, gekenmerkt door neoliberaal marktdenken, bureaucratieën zonder sociale verbanden, snelle digitale communicatie en besluitvorming, casino-kapitalisme en een langdurige financiële en economische crisis.
Naar de tekst van de oratie van professor Schuyt "Noden en wensen"