Pre-master Fiscale Economie

The Pre-master Fiscale Economie prepares you for our Master's degree programme Fiscale Economie. Please note that both the pre-master and the master's degree programme are taught in Dutch.

The Take-Off is the introduction programme for all new students at Erasmus School of Economics. During the Take-Off you will meet your fellow students, get acquainted with our study associations and learn all the ins and outs of your new study programme, supporting information systems and life on campus and in the city.

Guidance sessions are meetings of a group of 15-30 students and their mentor. Mentors are senior students. There will be two guidance sessions in which a variety of subjects will be covered including practical information about the university and the study programme.

During the guidance sessions students play educational games to get to know their mentor, fellow students, and the university. Furthermore, they get information about how to complete several onboarding modules on Canvas. In these modules, they learn about important practical matters of studying at the ESE. Students are also offered the opportunity to have one or more individual meetings with their mentor to ask questions and/or discuss expectations.

De volgende onderwerpen worden besproken:

  • Eigenschappen van functies
  • Differentiëren
  • Optimalisatie van functies met 1 variabele
  • Functies met meerdere variabelen
  • Comparatieve statica
  • Optimalisatie van functies met meerdere variabelen
  • Optimalisatie onder een restrictie

De volgende onderwerpen worden besproken:

  • Globaal het huwelijksvermogensrecht, het erfrecht en schenkingsrecht
  • Woonplaatsbegrip en fictieve woonplaats
  • Begrip kinderen, de gelijkstelling en het partnerbegrip
  • Begrip vruchtgebruik en periodieke uitkering
  • Fictiebepalingen
  • Waardering van vermogensbestanddelen
  • Bedrijfsopvolgingsregeling
  • ANBI, SBBI, Steunstichting SBBI en Culturele Instelling
  • Vrijstellingen en tarief

De Wet inkomstenbelasting 2001 heeft het oogmerk om over het inkomen naar draagkracht belasting te heffen. Dit geschiedt door middel van een inkomensbegrip dat is gebaseerd op het zogenoemde boxenstelsel. Aan de heffing zijn alle inwoners van Nederland onderworpen, alsmede niet-inwoners die inkomen genieten uit Nederland. In dit vak worden behandeld de winst uit onderneming en uit zelfstandige arbeid en het inkomen uit aanmerkelijk belang, zowel voor de binnenlandse belastingplichtigen als voor de buitenlandse belastingplichtigen.

De volgende onderwerpen komen aan bod:

  • Wat is een onderneming en welke belastingplichtigen genieten winst uit onderneming
  • Het fiscale winstbegrip: totaalwinst en jaarwinst
  • Objectieve vrijstellingen en andere inbreuken op de totaalwinst
  • Fiscale faciliteiten voor ondernemers en ondernemingen
  • Gevolgen van de overdracht van een onderneming en mogelijkheden tot geruisloze doorschuiving
  • Wanneer is er sprake van een aanmerkelijk belang en wie genieten inkomen uit aanmerkelijk belang
  • Firmaproblematiek
  • De inbreng in en de terugkeer uit de BV
  • Overdrachtsficties en doorschuivingsfaciliteiten bij schenking, overlijden en echtscheiding van ondernemers en aanmerkelijkbelanghouders
  • Terbeschikkingstelling van vermogen aan verbonden ondernemers en lichamen
  • Niet behandeld worden de inkomsten die worden verkregen uit arbeid die in dienstbetrekking is verricht, het inkomen dat wordt verkregen als resultaat uit overige werkzaamheden, uit eigen woning, uit inkomensvoorzieningen en uit sparen en beleggen. Deze problematiek wordt behandeld in het vak FEB42001-Inkomstenbelasting A.

De maatschappij is onder andere georganiseerd op basis van een dwingende gezagsstructuur. De grondslag daarvoor is gelegen in het publiekrecht. In het bijzonder kan men daarbij denken aan het staatsrecht en het bestuursrecht. De invloed van deze beide terreinen neemt door diverse ontwikkelingen toe. De belangrijkste rechtsregels worden door overheidsinstanties gemaakt. Het bestuursrecht bepaalt normen waaraan de overheid is gehouden bij de uitoefening van zijn taken. Tevens geeft het bestuursrecht normen voor rechtsbescherming tegen diezelfde overheid. De nadruk in het vak ligt op het gehanteerde begrippenapparaat en het geven van een aanzet tot het ontwikkelen van vaardigheden om bestuursrechtelijke vraagstukken op te lossen. Tot de onderwerpen die aan bod komen, behoren de Algemene Wet Bestuursrecht, de betrokken partijen, de normen voor bestuurlijk handelen (algemene beginselen van behoorlijk bestuur), de handhaving en de rechtsbescherming. Ten slotte worden de formele procedures die voor de belastingheffing gelden behandeld. Dit betreft met name aangifteplichten, de oplegging van aanslagen, fiscaal boekenonderzoek en de overige informatieverplichtingen. Globaal worden de rechtsgang voor de belastingrechter en de invordering van belastingschulden behandeld.

De onderwerpen die in de cursus worden bestudeerd:

  • Algemene begrippen staats- en bestuursrecht
  • De partijen in het bestuursrecht (bestuursorgaan en belanghebbende)
  • Verschillende soorten besluiten
  • De algemene beginselen van behoorlijk bestuur
  • De sancties
  • Rechtsbescherming

This course provides a thorough understanding of a number of key topics within the economics of taxation. The course is largely positive in its scope but also provides a few normative (i.e., prescriptive) insights. 

The course addresses the following questions and more: Under which conditions is the laissez-faire market equilibrium efficient? How does taxation interfere with efficiency? Who carries the burden of taxation? How does this depend on individual rationality assumptions? How may income taxes help improve the distribution of resources? How does the optimal income tax differ from the one chosen by democratically elected officials? How might taxation help improve efficiency when dealing with externalities? What about internalities? What determines individuals’ decisions to evade taxes? And to what extent do governments compete for internationally mobile tax bases? 

The goal is to understand both the traditional theory on each topic, as well as the state-of-the-art insights generated by current academic research. As such, the required literature for many of the topics consists of recent scholarly papers as well as textbook chapters.

Een onroerende zaak is een situsgoed. Dat betekent dat, ongeacht waar de eigenaar woont, het goed onder de heffing valt van de omzetbelasting, de belastingen van rechtsverkeer (met name de overdrachtsbelasting), de nieuwe verhuurderheffing, en de gemeentelijke onroerendezaakbelasting. Voor deze laatste heffing is de wet waardebepaling onroerende zaken van belang. 

De volgende onderwerpen worden besproken:

  • De wetsystematiek van de verschillende heffingen
  • De invloed die de verschillende heffingen kunnen hebben op de gedragingen van rechtssubjecten
  • De uitgebreide jurisprudentie en de invloed hiervan op de verschillende heffingen
  • De begrippen 'levering' en 'verhuur' binnen de omzetbelasting en hun onderlinge samenhang
  • De diverse vormen van verkrijging van onroerende zaken in de overdrachtsbelasting, de wijze waarop de maatstaf van heffing voor de toepassing van de overdrachtsbelasting wordt vastgesteld
  • De toepasselijkheid van vrijstellingen met name in familieverband, in concernverband en bij reorganisatie, fusie en splitsing
  • De samenloop van omzetbelasting en overdrachtsbelasting
  • Het toepassingsbereik van en de wijze van berekenen de verhuurderheffing alsmede de gevolgen daarvan voor verhuurders
  • De wet waardebepaling onroerende zaken (WOZ-waarde)
  • De betekenis van de WOZ-waarde voor andere belastingen en heffingen
  • De formele procedures binnen de wet waardebepaling onroerende zaken

In het vak Vennootschapsbelasting wordt de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 integraal besproken. Tijdens de colleges worden de grondslagen van de vennootschapsbelasting behandeld.

De volgende onderwerpen worden besproken:

  • Beginselen van belastingheffing van lichamen
  • Subjectieve belastingplicht
  • Objectieve belastingplicht en totaalwinst
  • Verliesverrekening en de handel in verlieslichamen
  • Deelnemingsvrijstelling
  • Concernverhoudingen en reorganisatiefaciliteiten
  • Rente-aftrekbeperkingen
  • Verliesverrekening en de handel in verlieslichamen
  • Capita selecta

Kwesties uit de methodologie van de economie, zoals de vragen hoe onrealistisch economische modellen mogen en moeten zijn en hoe we kunnen beoordelen hoe groot hun verklarende kracht is, en kwesties uit de ethiek van de economie, zoals de vraag naar het doel van economisch beleid, van ongelijkheid, verdelende rechtvaardigheid en morele grenzen van de markt, worden in de hoorcolleges geïntroduceerd en toegelicht. In vijf werkgroepen worden ethische kwesties in het bedrijfsleven en in de markt besproken en geanalyseerd. Door actief met de materie bezig te zijn ontwikkelen studenten een sterker moreel besef en maken zij zich denkkaders eigen om tot een meer doordachte en evenwichtige eigen oordeelsvorming te komen.

Inhoud:

  • In de vorm van een werkcollege worden de economische en juridische dimensie van het vakgebied fiscale economie belicht.
  • Tijdens de colleges wordt, meestal aan de hand van casusposities, bezien op welke wijze diverse factoren invloed uitoefenen op het doen en laten van werkenden, beleggers en ondernemers.
  • Daarbij wordt ook de invloed van niet-fiscale overwegingen aan de orde gesteld omdat deze factoren niet zelden uit fiscaal oogpunt wenselijke handelingen onmogelijk of onwenselijk maken.
  • Aan de hand van de casus wordt het thema van het college behandeld.

Nederland kent diverse bijzondere heffingen, te denken valt aan lokale en/of milieuheffingen, maar ook aan diverse specifieke Rijksbelastingen en –regelingen. Deze heffingen komen in de dagelijkse fiscale praktijk minder vaak voor. Toch is de financiële impact van deze heffingen voor diverse belastingplichtigen aanzienlijk en gaat het soms het belang van meer reguliere belastingen te boven. In de fiscale praktijk is de laatste jaren dan ook waar te nemen dat steeds meer fiscalisten zich specialiseren in bijzondere heffingen.

De bijzondere heffingen worden niet alleen gekenmerkt door afwijkende materiële regels, maar vaak ook door afwijkende procedures. Een deel van de bijzondere heffingen kenmerkt zich door de veelvuldige rechterlijke procedures die daarover worden gevoerd. Daarmee zijn er voorbeelden te over om de theorie ook praktisch inzichtelijk te maken.
Het onderhavige vak richt zich op een aantal van die heffingen, te weten de belangrijkste belastingen op het gebied van de lagere overheid, milieu- en energiebelastingen als mede op de autobelastingen.

De Wet inkomstenbelasting 2001 heeft het oogmerk om over het inkomen naar draagkracht belasting te heffen. Dit geschiedt door middel van een inkomensbegrip dat is gebaseerd op het zogenoemde boxenstelsel. Aan de heffing zijn alle inwoners van Nederland onderworpen, alsmede niet-inwoners die inkomen genieten uit Nederland. In het onderhavige vak wordt met name aandacht besteed aan de structuur van de inkomstenbelasting, de wijze waarop met name arbeidsinkomsten in de heffing worden betrokken, alsmede de heffing over arbeidsinkomsten voor de toepassing van de loonbelasting en de premieheffing sociale verzekeringen. Daarnaast komt een aantal algemene regelingen van de inkomstenbelasting aan de orde.

De volgende onderwerpen worden besproken:

  • Structuur van de inkomstenbelasting
  • Inkomensbegrippen in het algemeen
  • Inkomensbegrip inkomstenbelasting
  • Algemene begrippen
  • Algemene regelingen
  • Tariefstructuur
  • Belastingsubject (binnenlandse en buitenlandse belastingplicht)
  • Arbeidsinkomsten/resultaat overige werkzaamheden inkomen uit arbeid die in dienstbetrekking is verricht
  • Subjectieve belastingplicht loonbelasting
  • Het loonbegrip in de loonbelasting
  • Bijzondere regelingen in de loonbelasting
  • Hoofdlijnen premieheffing/sociale verzekeringen
  • Inkomen uit periodieke uitkeringen
  • Pensioenen en lijfrenteverzekeringen
  • De eigen woning
  • Box 3

De omzetbelasting (btw) is een verbruiksbelasting die beoogt de particuliere consumptie te belasten. Daarmee heeft deze belasting een ander karakter dan belastingen op winst en inkomen, zoals de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting. De belasting wordt geheven via de ondernemers die btw aan hun afnemers in rekening brengen en die de btw op aangifte voldoen. Uiteindelijk drukt de belasting echter bij de consument. 
Als geen andere Nederlandse belasting is de omzetbelasting binnen de Europese Unie sterk geharmoniseerd. In dat kader zal bij de behandeling van de Wet op de omzetbelasting 1968 de relatie worden gelegd met de EU-richtlijnen die zijn voortgevloeid uit het harmonisatieproces. Na een behandeling van de verschillende methoden om een verbruiksbelasting te heffen wordt de aandacht met name gericht op de Wet op de omzetbelasting 1968.

Aan de orde komen onder meer:

  • Het ondernemersbegrip als belastingplichtige
  • De leveringen en diensten als belastingobject en de plaats van handeling
  • De wijze van heffing, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de maatstaf van heffing, de vrijstellingen en aftrek van voorbelasting
  • Intracommunautaire transacties

De heffing van omzetbelasting over onroerende zaken wordt niet behandeld. Deze problematiek komt aan de orde in FEB43008-Belastingheffing op onroerende zaken.

In het onderdeel internationaal belastingrecht wordt aandacht besteed aan de oorzaken van dubbele internationale belasting en aan eventuele heffingstekorten in internationaal verband. Dit wordt bezien vanuit het nationale recht en vanuit de regelingen ter voorkoming van dubbele belasting. Er wordt ingegaan op de regels ter voorkoming van dubbele belasting, zowel in verdragssituaties als in niet-verdragssituaties. Tevens komt ook een aantal meer formeelrechtelijke aspecten aan de orde. Wat betreft het EU belastingrecht gaat het er vooral om dat fiscale regelgeving niet in strijd mag zijn met de verdragsvrijheden. Er wordt dan ook uitvoerig ingegaan op de samenhang tussen de verkeersvrijheden en de fiscale regelgeving. Daarbij passeert een groot aantal arresten van het Hof van Justitie de revue. Tevens wordt ingegaan op fiscale regelgeving op EU-niveau, bestaande uit diverse richtlijnen. Andere thema's die de revue passeren zijn de staatssteunregels en formeelrechtelijke aspecten van het EU-recht. Al deze onderwerpen worden op hoofdlijnen besproken. De verdiepingen komen aan de orde in de Master vakken Internationaal en Europees belastingrecht.

Het vak bevat o.a. de volgende onderwerpen:

  • Begrippenapparaat + interpretatiemethoden
  • Beginselen van internationaal belastingrecht
  • Methoden van internationaal belastingrecht
  • Regelingen ter voorkoming van dubbele belastingheffing
  • Verdeling van heffingsbevoegdheden in verdragen e.d.
  • Beginselen van het Europees recht
  • Verkeersvrijheden in het VwEU
  • Fiscale EU-richtlijnen
  • Staatssteun in het VwEU
  • Wisselwerking tussen Europees recht en nationaal fiscaal recht

Disclaimer
The overview above provides an impression of the curriculum for this programme for the academic year 2024-2025. It is not an up-to-date study schedule for current students. They can find their full study schedules on MyEUR. Please note that minor changes to this schedule are possible in future academic years.

Compare @count study programme

  • @title

    • Duration: @duration
Compare study programmes