Kansenongelijkheid gaat over een ongelijke toegang tot bestaansmogelijkheden. In de oudtestamentische, agrarische samenlevingen was de toegang tot grond bepalend voor iemands bestaansmogelijkheden. Om te zorgen dat bestaansmogelijkheden niet structureel aangetast werden, staan er in de Thora dan ook allerlei regels rond eigendomsverhoudingen. Wat zijn hedendaagse lessen die wij kunnen leren over kansenongelijkheid? Prof. Van der Kooi geeft ons inzicht.
Van der Kooi: “Kansenongelijkheid betekent dat de toegang tot levensbronnen, tot bestaansmogelijkheden, niet voor iedereen gelijk is. Toegang tot bestaansmogelijkheden had in oudtestamentische samenlevingen vooral te maken met eigendom. Er wordt in de Joodse Thora, de wetboeken van het Oude Testament, duidelijk gemaakt dat de mens nooit de absolute eigenaar van iets is, maar dat hem levensmogelijkheden zijn gegund. De ene mens is daarbij met meer mogelijkheden begiftigd dan de ander.”
Lees het hele interview via bovenstaande link.
- Gerelateerde links
- Lees het artikel