“East is East, and West is West, and never the twain shall meet” is de eerste regel van het gedicht The Ballad of East and West (1889) van Rudyard Kipling. Wat hier wordt gezegd, geldt al lang voor de economie en ook voor de theologie. Klimaatverandering vraagt echter niet alleen om ontmoetingen tussen Oost en West, zoals op de recente Klimaattop in Egypte. Klimaatverandering spoort economen en theologen aan om uit hun comfortzone te komen. Het aanpakken van een wereldwijd, veelzijdig probleem als klimaatverandering kan nooit door één wetenschap alleen worden gedaan om resultaten te bereiken die tellen voor echte verandering. Dus hoe kan dit worden gedaan om verder te komen?
In mijn boek Climate Change, Radical Uncertainty and Hope. Theologie en economie in gesprek (verschijnt in 2023) heb ik een raamwerk ontwikkeld voor een gesprek tussen economie en theologie. Dit raamwerk is gebaseerd op de postfoundational benadering van Wentzel Van Huyssteen, een vooraanstaand wetenschapper in het debat over religie en wetenschap. Van Huyssteen overleed eerder dit jaar. Moge zijn nagedachtenis ons allen tot zegen zijn.
Voor Van Huyssteen is een algemeen geaccepteerde erfenis van de moderniteit dat wetenschap vaak wordt beschouwd als een superieur soort kennis. Religie, inclusief theologie, wordt dan gezien als een geprivatiseerde vorm van subjectieve, zo niet irrationele ervaring. Van Huyssteen heeft wat hij noemt een postfundamentele benadering ontwikkeld, een benadering die theologie en wetenschap beschouwt als verschillende maar gelijke gezichten van menselijke rationaliteit. Deze benadering heeft vier hoofdkenmerken, namelijk (1) het erkennen van de ingebedheid van rationaliteit in de menselijke cultuur, (2) het interpreteren van een gedeelde realiteit als gemeenschappelijke basis in alle vormen van onderzoek, (3) het kritisch onderzoeken van de eigen ingebedheid, en (4) problemen oplossen beschouwen als de meest centrale activiteit van alle onderzoekstradities. De sleutel tot een postfundamentele interdisciplinaire interactie wordt uitgedrukt in de notie van transversaal redeneren, een gesprek tussen verschillende disciplines over een gedeeld probleem.
Hoewel ze oorspronkelijk gecreëerd is voor een wisselwerking tussen theologie en natuurwetenschap, laat deze postfundamentele benadering evengoed een conversatie tussen economie en theologie toe zolang de drie richtlijnen voor een postfundamentele conversatie worden nageleefd, namelijk (1) de focus op specifieke economen en theologen in plaats van de tamelijk brede, niet-specifieke 'economie en theologie'; (2) deze economen en theologen houden zich bezig met specifieke soorten economie en theologie met postfundamentele kenmerken, en (3) de interactie heeft betrekking op een duidelijk omschreven en gedeeld probleem.
“East is East, and West is West, and never the twain shall meet”. Deze regel van het gedicht wordt vaak geciteerd. Maar degenen die het op deze manier citeren, missen vaak de derde en vierde regel, die de openingszin tegenspreken. Het volledige refrein dat het gedicht opent en sluit, luidt:
Oh, East is East, and West is West, and never the twain shall meet, / Till Earth and Sky stand presently at God's great Judgment Seat; / But there is neither East nor West, Border, nor Breed, nor Birth, / When two strong men stand face to face, though they come from the ends of the earth!
Discussies over ‘Gods grote Rechterstoel’ laten we over aan theologen. Hier op planeet Aarde vragen andere onderwerpen, zoals klimaatverandering en duurzame landbouw, om gesprekken op een hoger niveau tussen economen en theologen. De economie is de afgelopen decennia verrijkt met kruisbestuiving met psychologie (gedragseconomie) en sociologie (identiteitseconomie). Het is hoog tijd voor een postfundamentele brug tussen economie en theologie en voor sterke vrouwen en mannen om die brug over te steken. Wie durft.
- Meer informatie
Dr. Jan Jorrit Hasselaar, econoom en theoloog, is directeur van het Amsterdam Centre for Religion and Sustainable Development, Vrije Universiteit Amsterdam. Hij is research fellow van de University of the Western Cape (Zuid-Afrika).