De homo economicus heeft goddelijke aspiraties en miskent de grenzen die aan het menselijk bestaan gesteld zijn. Professor Gordon Menzies uit Sidney zette in een seminar bij EETI zijn visie op een christelijk mensbeeld uiteen, waarin hij aandacht vroeg voor de menselijke grenzen en een economische ethiek.
De economische idee van voorkeuren of preferences laat zich niet uit over de ethische kant van menselijke keuzes. De impliciete conclusie is, zo stelt Menzies, dat het Goede gelijk staat aan wat iemand het beste dunkt. Dit breekt elke betekenisvolle ethiek in de knop.
Bovendien impliceert het economische denken dat meer keuze beter is - dat grenzen beperkend en hinderlijk zijn. Dit leidt echter tot hebzucht en schaarste; het besef van overvloed en dankbaarheid is alleen mogelijk binnen de erkenning van beperkingen aan het leven.
In een reactie stelde prof. Kees van der Kooi dat God in zijn eenvoudigheid geen grenzen kent. In het scheppen van de wereld echter en in de menswoording van Jezus committeert Hij zich aan de grenzen die Hij zelf gesteld heeft. De aanwezigheid van anderen stelt ons grenzen, en vraagt om terugtrekking in plaats van uitbreiding.
Daarna reageerde Bas van Os met een vertoog waarin hij het belang van waarden voor keuzes benadrukte. Een breed georiƫnteerde economie kan keuzes alleen in het juiste licht zien, wanneer waarden daarbij voor verlichting zorgen, zo stelde hij.