Op 29 en 30 augustus vond aan de Vrije Universiteit Amsterdam het 6e Europese Neo-Calvinisme congres plaats, gewijd aan Neo-Calvinisme en Kapitalisme. Tijdens dit congres kwamen de verbanden tussen neocalvinistische theologie en economie aan bod. Enerzijds was er aandacht voor het economisch denken van de belangrijke neocalvinisten als Bavinck en Kuyper, terwijl er anderzijds ruimte was voor de theologische grondlijnen van neocalvinistische economen als Jan Ridder en P.A. Diepenhorst. De aandacht voor hedendaagse fenomenen als rentmeesterschap en "Business as Mission" ontbrak evenmin.
Het congres werd geopend door prof. Van der Duyn Schouten, decaan van de Theologische faculteit aan de VU. Als laatste decaan van de faculteit, die opgaat in een bredere, benadrukte hij het belang van theologie op een brede universiteit. Voor het contact met andere wetenschappen is het essentieel dat de theologie zich niet terugtrekt in haar eigen instituten, maar zich middenin het academische leven beweegt.
Verschillende sprekers lieten hun licht schijnen over de verbanden tussen theologie en economie. Prof. Kees van der Kooi ontvouwde een perspectief op God, waarin hij probeert om God via de metafoor van de investeerder te verstaan. Door God te zien als een Investeerder in de schepping, die zich inspant en risico's neemt om zo een geestelijke winst te verkrijgen, ontvangen wij een dieper inzicht in zijn werk, zo betoogde hij.
Anke Teeuw ging in op de intellectuele erfenis van de onlangs overleden Bob Goudzwaard. Deze neocalvinistische econoom pleitte voor een grotere aandacht voor milieu en duurzaamheid, op basis van een door Dooyeweerd geïnspireerde filosofie. Daarbij verzette hij zich tegen een consumentistische economie, waarin 'meer' het adagium is en tevredenheid met 'genoeg' geen rol speelt. Teeuw zette de ontwikkeling van Goudzwaards denken over rentmeesterschap uiteen, en de relevantie die het begrip vandaag de dag voor de onderneming kan hebben.
Joost Hengstmengel ging eveneens in op de nalatenschap van Goudzwaard. Daar zijn werk aan diens biografie gestaag vordert, schetste hij de hoofdlijn van diens hoofdwerk 'Kapitalisme en Vooruitgang'. Hengstmengel betoogde dat dit te zien als een maatschappijkritiek op neocalvinistische grondslag. Goudzwaard combineert een architectonische kritiek à la Kuyper, een immanente kritiek à la Dooyeweerd en een ontsluitingstheorie in de geest van Mekkes tot een samenhangende kritiek van de hedendaagse, kapitalistische economie. Bovendien wijst hij de weg naar een duurzamere, groenere economie op basis van gedeelde idealen.
- Gerelateerde links
- Verslag debatavond in RD
Verslag debatavond door TUU