Armoede komt steeds vaker voor in Nederland. Ruim 800.000 Nederlanders leven onder de armoedegrens, waaronder 200.000 kinderen. Een probleem dat groeit als we niks doen. Socioloog Godfried Engbersen: "Het gaat niet alleen om meer loon. Kunnen meedoen in de samenleving is net zo belangrijk."
Professor Engbersen doet sinds 1985 onderzoek naar de armoede in Rotterdam. Sindsdien is er veel veranderd. In het jaar 2000 waren er nog geen voedselbanken in Nederland. Nu staat de teller op 172.
Veel werk, weinig inkomen
Politieke keuzes hebben geleid tot waar we nu zijn, volgens Engbersen. "Er is te veel bezuinigd op sociale voorzieningen. Er werd gedacht dat we mensen moesten stimuleren om te werken en zo min mogelijk geven. Nu zien we dat mensen in de kou staan."
Door het recordaantal werklozen zijn de sociale voorzieningen aangescherpt in de jaren ‘80 en ‘90. Met resultaat! Er zijn nu 10 miljoen werkende op 11 miljoen banen. De werkloosheid is nog nooit zo laag geweest. Maar toch moeten mensen bezuinigen op basisbehoeften zoals eten, kleding en elektriciteit. Van de 800.000 mensen onder de armoedegrens werken er 200.000. "Vroeger was het idee als je werkt, dan kom je uit de armoede. Nu zien we dat werk niet genoeg is. Dat komt door parttime werk, tijdelijke contracten en slecht betaald werk", vertelt Engbersen.
Het toverwoord van Den Haag: bestaanszekerheid
Nieuwe generaties hebben het slechter dan eerdere generaties. Dat is een nieuw fenomeen. De Tweede Kamer vroeg Engbersen om te kijken wat mensen minimaal nodig hebben. Hij vertelt dat deze bestaanszekerheid bestaat uit twee elementen:
- Materiële zekerheid, hier gaat het om rondkomen, geen dagelijkse geldzorgen en het hebben van een dak boven je hoofd.
- Immateriële zekerheid, dit gaat om de mogelijkheid tot participeren in de samenleving.
Engbersen: "Een computer en telefoon heb je nodig. Je moet genoeg verdienen zodat je een smartphone kunt kopen. Als je die voorzieningen niet hebt, doe je niet volwaardig mee. Je moet een uitstapje kunnen maken. PlaswijckPark of de Apenheul. En ook dat je naar een verjaardag kan en dat je een cadeautje kan meenemen. Dat je kan meedoen in de samenleving."
Bekijk het volledige interview op YouTube!
Het systeem is onnodig ingewikkeld. Wat kunnen we aanpassen?
Wooncrisis, toeslagencrisis, energiecrisis. De verzorgingsstaat heeft het zwaar. In de jaren ‘70 en ‘80 is er in Nederland te veel bezuinigd op sociale voorzieningen, volgens Engbersen. “Dit probleem lossen we niet alleen op met het verhogen van het minimumloon. Denk ook aan vaste contracten, de kosten van huisvesting en gezondheidszorgen en kansengelijkheid in het onderwijs.”
“De vloer waarop we staan moet stevig zijn voor mensen. Mensen moeten weer kunnen ademen. Een stevigere bijstandsuitkering en een hoger minimumloon is een stap. Maar er zijn meer fundamentele aanpassingen nodig om de vloer hoger te maken. Daarvan zie ik: daar moet nog een stap gezet worden”, vertelt Engbersen.
Symptoombestrijding of een structurele oplossing?
De overheid investeert €2 miljard extra in het armoedeprobleem. Hiermee zijn de kindregelingen versterkt en is het minimumloon verhoogd. Alleen is dit niet genoeg om het probleem structureel op te lossen. Wat is er wel nodig?
Engbersen en zijn Commissie Sociaal Minimum pleiten voor €6 miljard. “Het systeem moet simpeler. Onderwerpen als zekere arbeid, toegankelijke gezondheidszorg en kansengelijkheid in het onderwijs moeten bovenaan de agenda komen. Die 6 miljard euro is echt nodig om mensen ademruimte te geven om te kunnen functioneren. Op die manier komen we dichter bij het oplossen van het armoedeprobleem in Nederland.”
- Onderzoeker
- Meer informatie
Luister het hele interview op Spotify
- Gerelateerde content