Binnen het Erasmus MC worden artsen opgeleid die in staat zijn een brug te slaan tussen patiëntenzorg, wetenschap en de maatschappij. Het beroepsprofiel van de Nederlandse arts staat beschreven in het Raamplan Artsopleiding 2020 in de vorm van CanMEDS-competenties en vormt de basis voor het mastercurriculum van het Erasmus MC. Het Erasmus MC volgt hierin de beschreven niveaus zoals gedefinieerd in het Raamplan. Ook begeleiders en beoordelaars van masterstudenten in de coschappen zijn goed bekend met de CanMEDS-systematiek, mede door het opleidingscontinuüm met de medische vervolgopleidingen.
Met de opleiding wordt beoogd de studenten de juiste kennis, vaardigheden en attitude aan te leren en zodoende in staat te stellen de (deel)competenties te ontwikkelen, noodzakelijk voor de beroepsuitoefening van een arts. Dit is omschreven in de richtlijn van de Raad Europese Gemeenschappen van 16 juni 1975, 75/363/EEG (PbeG, L167) en gespecificeerd in het Raamplan.
De eindtermen van de Opleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC zijn verdeeld over vijf accenten die het beroepsprofiel van de Erasmusarts 2020 omvat:
- Klinisch redeneren vanuit een solide (bio)medische kennisbasis;
- Professionele vorming;
- Klinische en beroepsgebonden vaardigheden;
- Academische vorming en wetenschappelijke vaardigheden;
- Maatschappelijke verantwoordelijkheid: zorgvisie en preventie.
De geformuleerde eindtermen zijn gelijk voor de bachelor- en masteropleiding Geneeskunde aan het Erasmus MC, het niveau verschilt. Het Erasmus MC volgt hierin de beschreven niveaus zoals gedefinieerd in het Raamplan. Per eindterm zijn de bijbehorende rollen uit het Raamplan vermeld.