We liegen het meest als we daten. En ja, ook belangrijke informatie bewust achterhouden telt gewoon als leugen. Pedagoog Rianne Kok (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) en psycholoog Sophie van der Zee (Erasmus School of Economics) weten alles van leugens. Van der Zee: ‘We liegen de hele dag door.’
Jullie doen allebei onderzoek naar leugens. Hoe ziet dat eruit?
Kok: ‘Als pedagoog hou ik me voornamelijk bezig met jonge kinderen en hoe zij leren zich aan regels te houden en te voldoen aan sociale normen. Wat zegt ondeugend gedrag over de latere ontwikkeling van kinderen? Daar komt dus ook onderzoek naar leugens bij kijken: gedraag je je zoals je je zou moeten gedragen en hoe eerlijk ben je daar vervolgens over?’
Van der Zee: ‘Ik doe onderzoek naar de detectie van leugens bij volwassenen. Op het moment dat iemand liegt, verandert zijn of haar gedrag. Dat veranderde gedrag kun je op vijf manieren achterhalen. Je kunt kijken naar hoe iemand zich gedraagt, non-verbaal gedrag dus, en naar wat iemand daadwerkelijk zegt - verbaal gedrag dus. Dat zijn de eerste twee. De derde manier is leugens detecteren op vocaal niveau. Daarbij wordt gekeken naar hoe je je stem gebruikt. Met welke toonhoogte bijvoorbeeld, maar ook hoe lang het duurt voor je antwoord geeft op vragen en hoeveel pauzes je neemt tijdens het vertellen van de leugen.
De vierde en meest bekende factor is fysiologie. Daarbij wordt onder meer gekeken naar of je zweet, je bloeddruk en hoe het ritme van je hart is et cetera. Die fysiologische kenmerken worden gemeten bij de leugendetectors die je altijd op tv en in films ziet, de polygraaf. Met de polygraaf kun je vooral de stress die liegen voor veel mensen met zich brengt goed in kaart brengen. Maar mensen kunnen natuurlijk ook door allerlei andere oorzaken stress voele en dat onderscheid kan de polygraaf helaas niet maken. Tot slot kun je nog kijken naar de hersenactiviteit tijdens leugens, dat kan met behulp van bijvoorbeeld EEG of fMRI-scans. Tot nu toe is er nog geen gebied in de hersenen gevonden dat alleen actief is bij liegen.’
Rianne Kok, pedagoog en onderzoeker bij ESSB.
Wanneer is iets een leugen en wanneer spreek je gewoon niet de waarheid?
Van der Zee: ‘Bij een leugen probeert iemand bewust een onjuist beeld te scheppen in de ander. Als iemand iets zegt en pas later doorheeft dat de boodschap niet klopte, is dat geen leugen, dan heeft iemand het gewoon fout. Dat is een dunne lijn, die te maken heeft met het verschil tussen fabricatie - iets wat dus echt niet gebeurd is - en concealing, dus iets verbergen. Je kunt natuurlijk niet alles vertellen, dus wanneer telt het als een concealment lie? Als je partner je bijvoorbeeld vraagt wie er gisteren allemaal in de kroeg zaten en jij daar met een groep mensen was, onder wie je ex - dan weet je natuurlijk best dat je je ex moet noemen. Doe je dat niet, dan noemen we dat een concealment lie. Je verbergt die informatie namelijk bewust om een ander beeld te schetsen van de waarheid.
Maar je hebt ook nog overdrijving. Dat heeft te maken met storytelling en de context waarin verhalen worden verteld. Als jij naar een comedyshow gaat, weet je dat iemand graag een beetje extra sjeu aan een verhaal geeft. Dat zou een leugen kunnen zijn, maar je weet omdat het een show is al dat je het verhaal met een korreltje zout moet nemen.’
Kok: ‘Daar zit een mooie parallel met opvoeding. Kinderen spelen graag het doen alsof-spel, vadertje en moedertje spelen bijvoorbeeld. Dat is een situatie waarin dingen niet hoeven te kloppen, met als doel spelen. Dan is er dus geen sprake van een leugen.’
Waarom zijn jullie zo geïnteresseerd in leugens?
Kok: ‘Ik vind het interessant dat liegen en ondeugend gedrag zowel een cognitieve als morele component heeft. Gehoorzaamheid als kind heeft bijvoorbeeld niet alleen te maken met cognitie - namelijk: ben je in staat om je impulsen te onderdrukken als dat gewenst is - maar ook met moraal: wil ik wel naar jou luisteren of vind ik dat niet belangrijk?’
Van der Zee: ‘Ja, dat sociale is interessant. Veel leugens worden namelijk verteld om sociale relaties te ‘redden’, dus door iets aardigs te zeggen - ook al meen je het niet. Vooral vrouwen hebben deze neiging. Mannen of vrouwen liegen niet per se meer dan het andere geslacht, maar ze vertellen wel andere soorten leugens.’
Kok: ‘Toch wordt verreweg het meeste leugenonderzoek verricht naar zogeheten egoïstische leugens. Dat zijn leugens om jezelf in een beter daglicht te zetten, ook al schaad je daar een ander mee.’
Waarom wordt daar meer onderzoek naar gedaan?
Kok: ‘Ik denk omdat het stereotype beeld van liegen is dat het slecht is en niet hoort. Mensen denken bij leugens nu eenmaal meestal aan de negatieve kant ervan.’
Van der Zee: ‘Terwijl er veel meer sociale leugens worden verteld dan negatieve. Bij deze egoïstische leugens, bijvoorbeeld om weg te komen met een gepleegde misdaad, staat wel een stuk meer op het spel, waardoor het kunnen detecteren van dat soort leugens belangrijker is.’
Zijn sociale leugens dan niet moreel verwerpelijk?
Kok: ‘Nou… Je kunt je afvragen wat er gebeurt als we altijd de waarheid zouden moeten vertellen.’
Van der Zee: ‘Ik heb samen met de BBC een documentaire gemaakt waarin we mensen een week lang compleet eerlijk wilden laten leven. Mijn favoriete moment is wanneer een van mijn proefpersonen een gesprek heeft met haar man die in een rolstoel zit. Zij moet dus vrijwel voortdurend voor hem zorgen. Op een gegeven moment merkte haar man op: ‘Volgens mij vertel je in deze eerlijke week nog steeds best veel leugens.’ Zij keek hem aan en zei: ‘Wil je echt dat ik eerlijk ben? No, then we’ll get divorced. Denk je echt dat ik zin heb om altijd je schoenen aan en uit te trekken? Dat ik dat leuk vind?’ Kortom: ik denk niet dat de wereld mooier wordt van altijd eerlijk zijn. Wat me wel opviel tijdens deze documentaire is hoe ontzettend veel we continu liegen. Het slaat echt nergens op.’
Kok: ‘Terwijl we kinderen van jongs af aan leren dat liegen slecht is. Driekwart van alle ouders leert dit hun kinderen expliciet aan. Tegelijkertijd sporen we ze aan in altruïstische leugens: als een kind zegt een gegeven cadeautje stom te vinden, zegt de vader of moeder: dat moet je niet zeggen, dat is onaardig, zeg maar dat je het cadeautje heel mooi vindt.’
Is het schadelijk om kinderen zoiets aan te leren?
Kok: ‘Dat weten we niet. Er is nog niet zoveel onderzoek gedaan naar liegende ouders, terwijl er wel veel wordt gelogen in de opvoeding. Parenting by lying is zelfs een echte opvoedstrategie die wordt gebruikt om ervoor te zorgen dat je kind naar je luistert.’
Van der Zee: ‘Als je stout bent, komt dat in het grote boek van Sinterklaas en dan krijg je niets in je schoen.’
Kok: ‘Ja, precies. Tijdens Serious Comedy ga ik ouders in het publiek ook zulke leugens voorleggen om de discussie aan te gaan welke leugens wel of niet door de beugel kunnen.
Liegen alle mensen zoveel?
Van der Zee: ‘Nee. Uit een combinatie van diary studies, oftewel studies waarbij proefpersonen zelf moesten bijhouden hoe vaak ze logen in de afgelopen 24 uur en uit experimenteel onderzoek waarbij mensen stiekem gefilmd werden tijdens een gesprekje in de wachtkamer met een onbekende blijkt dat de meeste mensen af en toe liegen. Ongeveer 40 procent van alle mensen claimt helemaal niet te liegen. En een heel klein percentage, zeg vijf tot tien procent, liegt juist heel veel. De helft van alle leugens die worden verteld wordt verteld door die vijf tot tien procent prolific liars.’
‘Er is ook onderzoek gedaan naar de leeftijdscategorie waarin mensen het meest liegen. Daaruit bleek dat kinderen meer gaan liegen naarmate ze ouder worden, dat gaat door tot en met de adolescentie. Daarna neemt de leugenfrequentie weer af. Studenten liegen trouwens ook bovengemiddeld veel.’
Waarom liegen we juist als adolescenten dan zoveel?
Van der Zee: ‘Een deel van de leugens wordt verteld uit sociale cohesie, maar ook een groot deel uit zelfrepresentatie. Tijdens je adolescentie ben je vaak op zoek naar een romantische partner. En tja: in die context wordt het meest gelogen, omdat je net wat leuker, slimmer of mooier wil zijn dan je eigenlijk bent. Daarom overdrijf je of laat je juist belangrijke informatie weg. Ook bij het zoeken naar een baan wordt dus veel gelogen.’
Heeft liegen te maken met intelligentie?
Kok: ‘Voor jonge kinderen geldt dat wel. Liegen is dan geen teken van moreel gebrek, maar eerder een teken van intelligentie. Slimme kinderen liegen eerder en meer omdat ze daar cognitief eerder toe in staat zijn. Ze kunnen ook beter liegen en worden minder snel betrapt.’
Van der Zee: ‘Liegen is moeilijker dan de waarheid vertellen.’
Kok: ‘Ja, je moet impulsen beheersen, een goed werkgeheugen hebben omdat je bij moet houden wat je hebt gezegd…’
Van der Zee: ‘... En on the spot iets kunnen verzinnen als iemand je iets vraagt waar je niet over had nagedacht en dan moet je ook nog eens zorgen dat het overeenkomt met je vorige leugens.’
Leugenexpert zijn, hoe is dat in het dagelijks leven?
Van der Zee: ‘Ik ben me wel heel bewust geworden van hoeveel leugentjes er verteld worden. Daar ben ik zelf dus zoveel mogelijk mee opgehouden. Als ik een appje stuur dat ik onderweg ben, ben ik echt in beweging, en niet nog op de wc of aan mijn laatste biertje in de kroeg.’
Kok: ‘Mijn onderzoek richt zich niet alleen op liegen, maar ook op impulsen onderdrukken en verleiding weerstaan. Daar ben ik zelf ook best goed in. Dus op mijn werk ben ik degene die de snoeppot beheert, want men gaat er vanuit dat ik dat het beste kan, haha.’
Photo Banner CC: Tristan Schmurr
- More information
Meer weten over leugens? Kom dan zondag 2 december naar de voorstelling Serious Comedy: zoete leugens, stoute leugens. Hier vind je meer informatie.