Toen de Grieken rond 400 v.Chr. eens rustig om zich heen keken, concludeerden ze dat ze de leiders van de beschaafde wereld waren. Perzië was definitief verslagen en dat was zeker geen makkelijke overwinning geweest. Het Perzische leger was veel groter maar de Grieken waren slimmer en die slimheid en de daaropvolgende borstklopperij van de Grieken leidde volgens historici tot een van de vroegste ‘wij-zij’ denkbeelden, waarbij de Grieken het beschaafde westen vertegenwoordigden en de Perzen het onbeschaafde oosten en het is belangrijk op te merken dat de overwinnaar bepaalt wat beschaafd is.
Onbeschaafdheid volgens de Grieken zat hem in het hanteren van een bijl als wapen in tegenstelling tot de verfijnde kunst van het boogschieten, in het dragen van een vreemde lange broek tegenover het korte rokje van dappere Griekse strijders en vooral in het spreken van een onverstaanbare taal. Perzen, zo meenden de Grieken, spraken iets dat klonk als “barbar” en de sprekers werden al snel barbaren genoemd.
Het Grieks, taal der filosofen, schrijvers, dichters en natuurlijk van de goden gold als de taal der talen. Bovendien gedroegen Perzen zich als slaven van hun koning terwijl Griekse burgers vrije mannen waren, de uitvinders van democratie. Wij Grieken houden ons aan wetten en weten ons te beheersen maar zij, de barbaren, respecteren geen wetten en laten hun emoties de vrije loop, ze zijn opvliegend en dom. De Perzische koning Xerxes zou met zijn zweep de zee hebben geslagen omdat zij niet naar hem luisterde terwijl de zee voor de Grieken een god was.
Ik geef les aan barbaren, berbers en biri biri, mensen die een voor mij onverstaanbare taal spreken. Tussen die barbaren zitten ook Iraniërs die zeggen Perzisch te spreken in plaats van staatsgedwongen Farsi, die met passie vertellen over geschiedenis, cultuur en literatuur ooit ontstaan in het vruchtbare land tussen de Eufraat en de Tigris. Ik ben een Griek, want grootgebracht in een westers denken dat zijn geschiedenis superieur heeft gemaakt aan alle overwonnen volken. Ik ben ook de man die ze een vreemde taal laat leren die ze moeten gebruiken in dit nieuwe land en in mijn hart ben ik een historicus die zoekt naar de nuance en de waarheid in de leugen.
Laten we teruggaan naar de passie, is er iets over van de zogenaamde woede van Xerxes en de ongecontroleerde emotie van de barbaren? Ik vroeg mijn klas na te denken over emoties en hoe, waar en wanneer je die laat zien. De antwoorden waren niet hoopgevend, geen kinderen van Xerxes in deze groep. Twijfel vocht met durf.
Het mooiste antwoord kwam van Farzaah, een barbaar uit Iran, voormalig Perzië. Ze zei voorzichtig en ingetogen dat ze altijd probeerde om haar emoties te behersenen. Het laatste woord sprak ze lettergrepig aarzelend uit met grote vragende ogen die zochten naar een blik van goedkeuring. Dat ging helaas niet want mijn hersenen strooiden bloesemblaadjes voor mijn ogen en in mijn oren klonk hemelse muziek. Zo mooi, zo simpel en zo treffend heb ik nog nooit iemand een complex denkproces van om voorrang strijdende emoties horen omschrijven. Het woord bestaat niet in de Nederlandse taal maar ik pleit ervoor het direct in Van Dale te plaatsen en ik weiger te denken dat ze ‘beheersen’ bedoelde ook als dit zo was. Behersenen is belangrijker dan beheersen, je gaat eerst denken over je reactie (behersenen) en dan pas besluit je die ongecontroleerde emotie in te slikken (beheersen). Zonder behersening kan er geen beheersing zijn. Dankjewel Farzaah, je hebt me een nieuw en onvervangbaar woord geleerd.