Studenten en docenten van de kleinste faculteit van de Erasmus Universiteit zijn actief op de hele universiteit. Bij debatten en andere activiteiten kom ik steeds mensen van ESPhil tegen, op het podium en in de organisatie. Deze bijzondere positie heeft de faculteit niet cadeau gekregen, daar hebben medewerkers hard voor moeten werken. Dat zien we ook in de geschiedenis van ESPhil, die net als de Erasmus Universiteit 50 jaar bestaat. Regelmatig hebben de filosofen in Rotterdam moeten strijden tegen opheffing. We kunnen trots zijn dat ESPhil vandaag één van de twee zelfstandige wijsgerige faculteiten is in ons land.
Op 8 november 1973 ging de Erasmus Universiteit officieel van start, na een feestelijke opening in zaal De Doelen, in het bijzijn van koningin Juliana. De EUR werd vooral gezien als een fusie van de Nederlandse Economische Hogeschool en de Medische Faculteit Rotterdam, maar had vanaf het begin ook filosofen. Niet zozeer omdat de economen of de medici dat per se wilden, maar omdat het moest: van de wet. Een universiteit kon niet zonder filosofie, was de gedachte in de Onderwijswet van 1963. Elke universiteit zou vanaf die tijd een Centrale Interfaculteit (CIF) moeten hebben, die verzekerde dat alle faculteiten over de grenzen zouden kijken van hun eigen vak en zouden reflecteren op het eigen wetenschapsgebied.
Ook aan de nieuwe Erasmus Universiteit was in 1973 een CIF verplicht. Daarmee zetten de filosofen binnen de EUR voet aan de grond. Een jaar later ging de Centrale Interfaculteit formeel van start en daarom vieren we volgend jaar het 50 jarig bestaan van ESPhil, maar een volwaardige filosofische opleiding was dit zeker niet. Economen deden graag aan wetenschapsfilosofie en medici waren graag bereid om na te denken over de ethische aspecten van hun werk, maar een volwaardige wijsgerige studie ontbrak. Een universiteit die was vernoemd naar een filosoof, maar waar je geen wijsbegeerte kon studeren, dat vonden de filosofen vreemd. Bovendien trokken al snel donkere wolken zich samen, toen in de jaren tachtig de CIF werd afgeschaft.
Erasmus was niet de enige plek waar de Centrale Interfaculteit niet goed werkte en in de jaren tachtig stierf dit idee een zachte dood. Ingezet moest worden op zelfstandige faculteiten, zo zei ook een commissie die door de regering was ingesteld, onder leiding van VVD’er Henk Vonhoff. Die commissie vond dat een universiteit niet kon zonder filosofische faculteit. Alle klassieke universiteiten moesten die dan ook hebben, maar de EUR behoorde daar volgens de commissie niet toe: naar het idee van de regering kon de Rotterdamse faculteit in opbouw beter weer worden afgebroken. Dat dit niet gebeurde is te danken aan de Tweede Kamer, die zich tegen dit plan verzette. In 1986 werd vervolgens de stap gezet naar de huidige ESPhil.
Wie meer wil weten over de vroege instituutsgeschiedenis van de filosofen aan de EUR kan dit vinden in het boek Erasmus Universiteit Rotterdam 1973-1993. Een uitgave van de EUR, die gesponsord werd door Shell. Een sponsoring die nu niet meer zou kunnen, maar in 1993 blijkbaar gewoon was. In de jaren ’90 brak een tijd aan van neoliberale schaalvergroting en ook aan de EUR ging deze bestuurlijke trend zeker niet voorbij. Dat begon al halverwege de jaren ’90, toen ik zelf filosofie ging studeren in Rotterdam – en dat bleef daarna lang voortduren: in 2019 moest de wijsgerige faculteit zich nog met hand en tand verdedigen tegen een samenvoeging met het huidige ESHCC (de Erasmus School of History, Culture and Communication).
Waarom is het zo belangrijk voor ESPhil om een eigen faculteit te zijn? Juist omdat dit het mogelijk maakt om binnen de EUR goed samen te werken, zo laat de geschiedenis zien. Doordat we een herkenbare wijsgerige faculteit hebben kunnen we aan studenten van andere faculteiten verdieping aanbieden, onder meer in de vorm van de filosofie van een wetenschapsgebied. Omdat we een herkenbare plek hebben op de campus (op de vijfde verdieping van het Bayle gebouw) weten studenten en medewerkers van andere faculteiten ons te vinden. ESPhil is één van de wijsgerige instituten in ons land die het nut van haar bestaan het meest heeft moeten aantonen; misschien is ze daarom ook één van de twee zelfstandige faculteiten (naast die in Groningen) die nog altijd bestaan. 50 jaar geleden begon de filosofie aan de Erasmus Universiteit, omdat het moest van de wet. Nu is onze faculteit aan de EUR onmisbaar geworden.
- More information
Ronald van Raak is als hoogleraar Erasmiaanse waarden verbonden aan Erasmus School of Philosophy (ESPhil).