Tips en ondersteuning voor studenten met een functiebeperking

Inside view of the Polak building.

Heb je een functiebeperking, handicap, ziekte of aandoening die invloed kan hebben op je studie? De Erasmus Universiteit wil graag dat iedereen mee kan doen en een fijne studententijd beleeft. Als je bijvoorbeeld ADHD hebt, of je bent blind, (gedeeltelijk) verlamd, depressief, dyslectisch, slechthorend of chronisch ziek, kan studeren nogal wat extra uitdagingen met zich meebrengen. Wellicht heb je moeite met plannen, bewegen, luisteren, lezen, overzicht houden of communiceren. Op deze pagina vind je veel informatie en tips over het studeren met een functiebeperking. 

Voorzieningen

Heb je een functiebeperking en wil je weten hoe de universiteit jou hierbij kan helpen tijdens je studie? Neem ten eerste contact op met je studieadviseur om te bespreken welke voorzieningen en regelingen je aan kunt vragen. 

Het liefst doe je dit al voordat het collegejaar begint, zodat er op tijd voorzieningen aangevraagd kunnen worden. Maar ook later in het jaar ben je altijd welkom om een afspraak te maken hiervoor. Ook als je geen beperking hebt, maar wel (tijdelijk) hulp nodig hebt of je informatie wil over de mogelijkheden.

Tentamenvoorzieningen

Tentamenvoorzieningen worden altijd op individuele basis toegewezen. De examencommissie van je faculteit beslist voor welke voorzieningen jij in aanmerking komt. Voorzieningen die toegewezen kunnen worden zijn bijvoorbeeld extra tijd 30 minuten, voorlees- of vergrotingssoftware of extra toiletbezoek.

Voorzieningen zelfstudie

Daarnaast kun je een aantal voorzieningen aanvragen bij team SMF. Zoals:

Tips voor studenten met een functiebeperking

Naast de ondersteuning en begeleiding die de EUR jou kan bieden, zouden onderstaande tips je kunnen helpen. Het zijn algemene tips die voor veel studenten met een functiebeperking van toepassing zijn. Daarbij is elke student weer anders en staan we voor je klaar om te kijken wat voor jou het beste werkt! 

Hieronder vind je per soort functiebeperking specifieke tips die behulpzaam kunnen zijn bij het studeren. Heb jij goede tips die kunnen worden toegevoegd? Laat het ons vooral weten door te mailen naar smf@eur.nl

  • Bij groepsopdrachten: geef aan het begin van een groepsopdracht goed aan wat je wel en niet kunt. Maak een duidelijke taakverdeling zodat iedereen doet waar diegene goed in is en je elkaar kunt aanvullen. 
     
  • Het kan vaak helpen om samen met een studiegenoot voorafgaand aan een studieblok een middagje de campus te verkennen. Onderzoek welke routes je het best kunt nemen van het ene gebouw naar het andere. Combineer het nuttige met het aangename en sluit af met een lunch of drankje.
     
  • Vraag aan studiegenoten of je aantekeningen kunt uitwisselen. Zo kun je controleren of je de belangrijkste onderwerpen uit het college hebt gehaald. (Zij kunnen ook gelijk hun eigen aantekeningen controleren, want ook zonder functiebeperking mis je soms iets tijdens college).
     
  • Ruim wat extra studietijd in bij het voorbereiden van colleges en het lezen van je literatuur. Deel de stof op in kleinere stukken zodat je tijd hebt om tussendoor de nieuwe informatie te verwerken, uit te rusten of om te gaan met onvoorziene omstandigheden. 
     
  • Maak een planning. Een planning kan heel handig zijn wanneer je studeert en veel andere dingen aan je hoofd hebt. Plan ook rustmomenten en momenten om leuke dingen te doen in! Een planning hoort niet volgestampt te zitten met studiemomenten.

Functiebeperkingen

Bekijk hieronder de verschillende soorten functiebeperkingen, wat ze inhouden en tips die specifiek daarvoor van toepassing zijn. 

Bij een motorische beperking wordt een beperking aan je bewegingsapparaat bedoeld; bijvoorbeeld je botten, spieren of gewrichten. Of een beperking die het aansturen hiervan beïnvloedt. Deze functiebeperking kan zowel aangeboren (bijvoorbeeld door een spierziekte) als niet aangeboren zijn (bijvoorbeeld door een ongeluk). In sommige gevallen is een motorische functiebeperking zichtbaar, maar dit is niet altijd het geval. 

Voorbeelden zijn reumatische aandoeningen, amputatie, scoliose, tremor of RSI. 

Een motorische beperking kan je beperken in het studeren op de campus. Bijvoorbeeld door pijn of lage of wisselende belastbaarheid. Je kunt moeite hebben met verplaatsen door pijn, vermoeidheid of door de aanwezigheid van trappen, lange gangen of een defecte lift. Als je gebruik maakt van een rolstoel kun je soms uitdagingen ervaren met de toegankelijkheid op de campus en in de gebouwen. Verder kan het zijn dat je moeite hebt met het werken met een computer of laptop, het maken van aantekeningen of lange tijd in dezelfde houding zitten of staan. Of je aandacht, concentratie of motoriek zijn niet (altijd) voldoende om een college bij te wonen of een toets of practicum uit te voeren. 

Tips 

Naast de ondersteuning en begeleiding die de EUR jou kan bieden, zouden onderstaande tips je kunnen helpen. Heb je meer tips? Laat het ons vooral weten! 

  • Ruim wat extra studietijd in bij het voorbereiden van colleges en het lezen van je literatuur. Deel de stof op in kleinere stukken zodat je tijd hebt om tussendoor de nieuwe informatie te verwerken en uit te rusten.
     
  • Maak een planning! Een planning kan heel handig zijn wanneer je studeert en meerdere activiteiten te doen hebt. Plan ook rustmomenten en momenten om leuke dingen te doen in! Een planning hoort niet volgestampt te zitten met studiemomenten.
     
  • Plan altijd extra lege blokken in. Op dagen dat je je goed voelt, kan je deze gebruiken om vooruit te werken, op dagen dat het minder gaat kan je dan even bijtanken. Zo zorg je ervoor dat er minder leerstof tot het eind blijft liggen (tot wellicht een moment dat jij juist pijn of weinig energie over hebt).
     
  • Energie verdelen. Als je weet op welke momenten van de dag je de meeste energie hebt, probeer dan zaken in te plannen die ook de meeste energie vereisen.

Auditieve stoornissen zijn stoornissen aan het gehoor. Dit kan in verschillende mate voorkomen. Vaak wordt er gelijk aan doofheid gedacht, maar dit hoeft lang niet altijd het geval te zijn. Met een auditieve beperking kun je ook moeite hebben met het opvangen van hoge of lage tonen of pijn ervaren bij harde geluiden. De beperking is vaak niet zichtbaar, waardoor er in eerste instantie problemen kunnen ontstaan in de communicatie. Andere mensen zien namelijk niet meteen dat ze ergens rekening mee moeten houden. Dit kan stress over sociale situaties opleveren.

Voorbeelden van auditieve beperkingen zijn doofheid, tinnitus, slechthorendheid en ziekte van Ménière. 

Voor studenten met een auditieve beperking kan het volgen van colleges lastig zijn. Je hoort misschien niet alles wat een professor of studiegenoot vertelt. Of het kost je veel energie om te luisteren waardoor het moeilijker is om ook de PowerPoints te lezen. Visuele ondersteuning of een gebarentolk kan nodig zijn bij het volgen van regulier onderwijs. Interactie zoals colleges kunnen voorbereid worden, maar spontane interactieve momenten kunnen lastiger zijn. Je bent afhankelijk van de beschikbare communicatievorm om actief mee te doen aan het gesprek. 

Tips

Naast de ondersteuning en begeleiding die de EUR jou kan bieden, zouden onderstaande tips je kunnen helpen. Heb je meer tips? Laat het ons vooral weten! 

  • Bereid de werkgroepen en colleges goed voor. Door al een beetje te weten welke onderwerpen er worden besproken, zal je merken dat het volgen van het onderwijs gemakkelijker gaat. Je zou aan je studieadviseur kunnen vragen of jullie afspraken met de docenten kunnen maken dat jij de PowerPoints voor het college krijgt, zodat je het college beter kunt volgen.
     
  • Vraag aan studiegenoten of je aantekeningen kunt uitwisselen. Zo kun je controleren of je de belangrijkste onderwerpen uit het college hebt gehaald. (Zij kunnen ook gelijk hun eigen aantekeningen controleren, want ook zonder auditieve beperking mis je soms iets tijdens college).
     
  • Maak een planning. Een planning kan heel handig zijn wanneer je studeert en veel andere dingen aan je hoofd hebt. Plan ook rustmomenten en momenten om leuke dingen te doen in! Een planning hoort niet volgestampt te zitten met studiemomenten.
     
  • Schrijf- en gebarentolk. Naast contact opnemen met een studieadviseur is het raadzaam om contact op te nemen met het UWV. Via het UWV kun je een vergoeding aanvragen voor een schrijf- en gebarentolk.

Bij een visuele functiebeperking kun je niet of beperkt zien. Dit kan bijvoorbeeld het gevolg zijn van een oogziekte of van een ongeluk.

Voorbeelden van visuele beperkingen zijn Blindheid, Slechtziendheid, Beperkt diepte-inzicht, Kleurenblindheid, Beperkte licht-donker-aanpassing of een combinatie van deze beperkingen. 

Als je een visuele beperking hebt, mis je soms non-verbale signalen of lichaamstaal tijdens het voeren van gesprekken. Dit kan ertoe leiden dat je informatie anders interpreteert of minder goed begrijpt dan mensen die wel goed zien. Het kan dan ook moeilijk zijn om colleges te volgen, als je bijvoorbeeld de presentatie, digiboard of PowerPoint niet goed kunt zien. Of het verwerken van de visuele informatie kost zo veel energie dat het lastig is ook de gesproken of auditieve informatie op te vangen. Lezen gaat moeizamer en kost meer energie waardoor het tempo lager ligt dan bij andere studenten. En het kan moeite kosten je weg te vinden op de campus, in gebouwen en onderwijsruimtes. Boeken en ander onderwijsmateriaal zijn niet altijd toegankelijk voor mensen met een visuele beperking. Digitale boeken en materialen kunnen een uitkomst zijn, maar zijn niet altijd te verkrijgen. De studieadviseur kan met je meedenken welke opties er mogelijk zijn. 

Tips

Naast de ondersteuning en begeleiding die de EUR jou kan bieden, zouden onderstaande tips je kunnen helpen. Heb je meer tips? Laat het ons vooral weten! 

  • Ruim wat extra studietijd in bij het voorbereiden van colleges en het lezen van je literatuur. Deel de stof op in kleinere stukken zodat je tijd hebt om tussendoor de nieuwe informatie te verwerken en uit te rusten.
     
  • Spreek een middag voor het nieuwe blok af met een studiegenoot. Ontdek samen de campus en onderzoek welke routes je het best kunt nemen van het ene gebouw naar het andere. Combineer het nuttige met het aangename en sluit af met een lunch of drankje. 
     
  • Geef met groepsopdrachten duidelijk aan wat je wel en niet kunt. Zo kan er geen onenigheid ontstaan binnen de groep en kan jij je energie op jouw deel richten.
     
  • Braille- en gesproken boeken. Neem contact op met Dedicon voor het digitaliseren van jouw studieboeken. Daarnaast kun je gebruik maken van passend lezen service van bibliotheken, zo heb je toch toegang tot ruim 75.000 boeken! Denk aan gesproken boeken, brailleboeken, hoorspelen en hoorcolleges.

Onder het begrip chronische ziekte verstaan we alle ziektes die chronisch, ofwel blijvend zijn. De beperkingen die dit kan opleveren zijn afhankelijk van de aard en ernst van de aandoening. Over het algemeen hebben studenten met een chronische ziekte last van een verminderde belastbaarheid. Het volgen van onderwijs kan dan zeer vermoeiend zijn, des te meer wanneer er bijvoorbeeld consulten in het ziekenhuis, behandelingen of bijwerkingen van medicatie meespelen.

Voorbeelden van chronische ziekten zijn Multiple Sclerose (MS), Reuma, Fibromyalgie, Longziekten (zoals astma, COPD en cystic fibrosis), Ziekte van Crohn, Diabetes of Chronische vermoeidheid. 

Met een chronische ziekte kan de aanwezigheid bij (verplichte) werkgroepen en colleges moeilijk en soms onmogelijk zijn. Je hebt concentratie- of energieproblemen, al dan niet als gevolg van medicatie, en prikkels en omgevingsfactoren kunnen je sterk beïnvloeden (denk aan allergieën, meubilair of geluiden). Soms zijn je klachten erg onvoorspelbaar, wat plannen en het werken in groepsverband extra lastig maakt. Er is al met al sprake van een verminderde belastbaarheid. 

Tips

Naast de ondersteuning en begeleiding die de EUR jou kan bieden, zouden onderstaande tips je kunnen helpen. Heb je meer tips? Laat het ons vooral weten! 

  • Vooruit werken: Wanneer je chronisch ziek bent, gaat het de ene dag beter dan de andere. Probeer je goede dagen zo effectief mogelijk te benutten, maar overvraag jezelf niet. Door op tijd aan het voorbereiden van tentamens of opdrachten te beginnen, kan je op je minder goede dagen uitrusten en toch je deadline halen.
     
  • Houd ruimte vrij voor leuke dingen. Wanneer je je goed voelt is het belangrijk om ook leuke dingen in te plannen. Leer je studiegenoten beter kennen tijdens een borrel bijvoorbeeld. Zo ga je met meer plezier naar de colleges en vraag je wellicht makkelijker hulp wanneer je ziek bent.
     
  • Zorg voor een goede leeromgeving die jou ondersteunt. Heb je rugklachten? Kijk kritisch naar de bureaustoel waar je op zit. Heb je allergieën of prikkelgevoeligheid? Onderzoek welke studieplek het meest stofvrij of rustig is. In een goede studieomgeving studeer je effectiever omdat je je beter kunt concentreren. 

Er zijn heel veel soorten psychische aandoeningen en mentale klachten die per persoon verschillend kunnen zijn. Een psychiatrische stoornis of psychische klacht kan zich uiten als depressieve klachten, vermoeidheid of ernstige vormen van stress of angsten. Het maken van nieuwe contacten en het onderhouden van contacten, samenwerken, plannen en organiseren van activiteiten kan moeizaam gaan. 

Voorbeelden van psychische aandoeningen zijn Depressie, Psychosegevoeligheid, Persoonlijkheidsstoornis, Eetstoornis, Angststoornis of Burn-out.

Deze aandoeningen of stoornissen kunnen leiden tot beperkingen zoals problemen met concentratie (bijvoorbeeld door slapeloosheid of als bijwerking van medicatie), prikkelbaarheid of stemmingswisselingen, minder goed kunnen reguleren van emoties, uitstelgedrag en gebrek aan overzicht, schaamte of moeite met om hulp vragen of contact leggen/onderhouden. 

Tips

Naast de ondersteuning en begeleiding die de EUR jou kan bieden, zouden onderstaande tips je kunnen helpen. Heb je meer tips? Laat het ons vooral weten! 

  • Plan wat extra studietijd in bij het voorbereiden van colleges en het lezen van je literatuur. Deel de stof op in kleinere stukken zodat je tijd hebt om tussendoor de nieuwe informatie te verwerken en uit te rusten.
     
  • Breng structuur in je dagtaken. Structuur in je dagritme zorgt dat je minder energie hoeft te stoppen in het bedenken wat je volgende taak is, zodat je meer energie overhoudt om geconcentreerd aan een taak te werken.
     
  • Maak een realistische (langetermijn) planning: Merk je dat je minder concentratie hebt en kost het volgen van onderwijs zoveel energie dat het onmogelijk is om daarnaast nog veel te studeren? Bekijk dan of er opties zijn om iets langer over je studie te doen, waardoor je meer ruimte hebt om te ademen. Bespreek dit met je studieadviseur.
     
  • Hak grote opdrachten in kleinere stukken: Wanneer je minder energie en concentratie hebt, is het moeilijker om in één keer een grote taak af te ronden. Maak het jezelf makkelijker en verspreid de opdracht over een aantal dagen. Zorg dat je genoeg ontspanning inplant, zodat je kleinere periodes geconcentreerd aan het werk kan.

Informatieverwerkingsstoornissen, ontwikkeling- en/of leerstoornissen vatten we samen onder neurodiversiteit. Niet ieders brein werkt hetzelfde en dat kan uitdagingen opleveren als je gaat studeren. Vooral als je niet neurotypisch bent, maar neurodivergent, oftewel je hebt bijvoorbeeld AD(H)D (aandachtstekortstoornis), Dyslexie, Dyscalculie, Autisme of Hoogbegaafdheid. Dit zijn zeer uiteenlopende vormen van neurodiversiteit waarbij het per persoon en omstandigheden kan verschillen hoe het zich uit. 

Moeite met lezen, spellen en schrijven

Heb je Dyslexie dan kan het moeilijk zijn om colleges te volgen, omdat het lezen van een PowerPoint bijvoorbeeld meer tijd kost en het tegelijkertijd maken van aantekeningen moeilijk kan zijn. Het bestuderen en eigen maken van grote hoeveelheden (geschreven) studiemateriaal, het structureren van leerstof, goed lezen en beantwoorden van toetsvragen kan moeizaam gaan. De grote hoeveelheid schriftelijke leerstof, toetsen en soms ook Engelstalige literatuur of onderwijs is moeilijk voor studenten met Dyslexie. 

Moeite met rekenen en cijfers

Bij Dyscalculie heeft een student vooral moeite met wiskundige activiteiten, inzicht krijgen in cijfermatige data en verbanden en het interpreteren van numerieke informatie. Ook het volgen van stappenplannen of recepturen kan problemen geven en het inschatten van tijd kan soms ook lastig zijn voor studenten met Dyscalculie. 

Hoge verwachtingen

Bij Hoogbegaafdheid komt meer kijken dan alleen een hoog IQ. Door hoge verwachtingen van zichzelf kan een Hoogbegaafde student faalangst en gebrek aan zelfvertrouwen ervaren. Ook in sociale situaties kan het lastig zijn omdat je vaak sneller denkt en meer verdieping zoekt dan de gemiddelde groepsgenoot, wat kan leiden tot irritaties en frustraties. 

Moeite met sociale situaties

Zowel bij Hoogbegaafdheid als bij Autisme (of Autisme Spectrum Stoornis) speelt vaak het gevoel ‘anders’ te zijn, door een groot rechtvaardigheidsgevoel en snellere of juist langzamere manier van denken of informatie verwerken. Door de eerlijke en directe manier van communiceren kunnen er in sociale situaties soms botsingen ontstaan. Door jezelf terug te trekken en veel taken op je te nemen loop je het risico meer stress en verantwoordelijkheid te ervaren, wat tot vermoeidheid of burn-out kan leiden. Daarnaast is het voor een Hoogbegaafde student niet vanzelfsprekend dat leren makkelijk gaat. Je moet op de universiteit ineens ‘leren studeren’ als je op de middelbare school nooit veel moeite hebt gehad. 

Concentratie, planning en structuur

Bij ADHD, is er sprake van aandacht en concentratieproblemen, impulsiviteit en hyperactiviteit. Bij ADD is er alleen sprake van aandacht- en concentratieproblemen. AD(H)D wordt vastgesteld door een psycholoog. Het volgen van college’s, omgaan met groeps/studiegenoten en concentreren kan uitdagend zijn met AD(H)D, Autisme of Hoogbegaafdheid. Bij Autisme is er vaak een grote behoefte aan structuur en rust en is het extra lastig om flexibel om te gaan met onvoorziene omstandigheden. Daarom is een goede structuur en planning erg belangrijk, maar dit is vaak juist lastig zelf voor elkaar te krijgen. Het (tijdig) regelen van praktische zaken kan dan ook moeilijk zijn. Daarbij is het soms moeilijk om de hoeveelheid prikkels op de campus te verwerken waar kan leiden tot oververmoeidheid, stress of angstige gevoelens. 

Het aanbrengen van structuur, het onderscheiden van hoofd- en bijzaken en het inschatten van interpretatiemogelijkheden kan voor neurodivergente mensen een uitdaging zijn. Daarnaast komt er vaak uitstelgedrag kijken bij mensen met AD(H)D, Autisme of Hoogbegaafdheid door een gebrek aan motivatie, een vol hoofd of gebrek aan overzicht. 

Tips

Naast de ondersteuning en begeleiding die de EUR jou kan bieden, zouden onderstaande tips je kunnen helpen. Heb je meer tips? Laat het ons vooral weten! 

  • Maak gebruik van voorleessoftware. EUR werkt met TextAid van ReadSpeaker. Vraag een TextAid account aan via smf@eur.nl.
     
  • Bereid de hoorcolleges en werkgroepen goed voor. Wanneer jij al iets weet over het thema, zal je sneller de rode lijn van de docent ontdekken en kunnen volgen.
     
  • Vraag aan studiegenoten of je aantekeningen kunt uitwisselen. Zo kun je controleren of je de belangrijkste onderwerpen uit het college hebt gehaald. (Zij kunnen ook gelijk hun eigen aantekeningen controleren, want ook zonder Dyslexie mis je soms iets tijdens college).
     
  • Heb je een vak met Engelse literatuur? Lees eerst online over het onderwerp door Nederlandse artikelen te lezen. Wanneer je al iets over het onderwerp weet, gaat het Engels iets makkelijker.
     
  • Lees je geprinte literatuur met een pen/marker of iets anders naar keuze. Kleur wat je al gelezen hebt, zo raak je de draad niet kwijt. 
     
  • Schrijf na elke paragraaf een samenvatting van twee zinnen op en benoem de moeilijke/nieuwe begrippen. Dit helpt je ook bij het voorbereiden op je tentamens: Je hebt al een samenvatting en begrippenlijst kant en klaar liggen!
     
  • Maak gebruik van de passend lezen service van bibliotheken, met o.a. luisterboeken, hoorspelen en hoorcolleges. Zo heb je toch toegang tot ruim 75.000 boeken!

  • Gebruik formule- en rekenkaarten tijdens het studeren. Zo help je je hersenen bij het volgen van bepaalde routes.
     
  • Maak je eigen stappenplannen: Zijn bovenstaande kaarten niet voldoende? En moet je procedures volgen of grote sommen oplossen? Maak samen met een studiegenoot een stappenplan. Wanneer je dit stappenplan uit je hoofd leert, kan je hem toepassen op je tentamen.
     
  • Gebruik een (sprekende) rekenmachine.
     
  • Studeer met een wekker. Spreek met jezelf af hoe lang je aan een opdracht gaat werken en zet de wekker. De eerste keren zal je nog veel meer (of minder) tijd nodig hebben om je taak af te ronden nadat de wekker is gegaan. De keer erop pas je de tijd dus steeds iets aan, en je zal merken dat je de tijd steeds beter leert inschatten.

  • Studeer met een wekker. Spreek met jezelf af hoe lang je aan een opdracht gaat werken en zet de wekker. De eerste keren zal je nog veel meer (of minder) tijd nodig hebben om je taak af te ronden nadat de wekker is gegaan. De keer erop pas je de tijd dus steeds iets aan, en je zal merken dat je de tijd steeds beter leert inschatten.
     
  • Bereid de hoorcolleges en werkgroepen goed voor. Wanneer jij al iets weet over het thema, zal je sneller de rode lijn van de docent ontdekken en kunnen volgen.
     
  • Gebruik een noise-blocker wanneer je aan het studeren bent. Door een koptelefoon op te zetten (zonder muziek of met muziek waarmee jij je beter kunt concentreren) kun je je in alle rust op je studiewerk richten en verminder je het aantal afleidende prikkels.
     
  • Vraag een studiegenoot af en toe om hulp: Controleer de deadlines.
     
  • Ruim je spullen op een vaste plek op. Leg alle literatuur, opdrachten en andere losse papieren van een vak in één doos, zodat je het altijd terug kan vinden. Plaats op je computer/laptop ook alle formulieren in een mapje voor één vak in plaats van alles in ‘mijn documenten’.
     
  • Vraag aan studiegenoten of je aantekeningen kunt uitwisselen. Zo kun je controleren of je de belangrijkste onderwerpen uit het college hebt gehaald. (Zij kunnen ook gelijk hun eigen aantekeningen controleren, want ook zonder AD(H)D mis je soms iets tijdens college).

  • Tijdens groepsopdrachten: Zorg dat er een duidelijke taakverdeling komt. Jij weet dan precies waar je voor verantwoordelijk bent. Reserveer ook wat extra tijd voor onvoorziene omstandigheden.
     
  • Studeer met een wekker. Spreek met jezelf af hoe lang je aan een opdracht gaat werken en zet de wekker. De eerste keren zal je nog veel meer (of minder) tijd nodig hebben om je taak af te ronden nadat de wekker is gegaan. De keer erop pas je de tijd dus steeds iets aan, en je zal merken dat je de tijd steeds beter leert inschatten.
     
  • Bereid de hoorcolleges en werkgroepen goed voor. Wanneer jij al iets weet over het thema, zal je sneller doorhebben wat de docent bedoelt en beter het college kunnen volgen.
     
  • Gebruik een noise-blocker wanneer je aan het studeren bent. Door een koptelefoon op te zetten (zonder muziek of met muziek waardoor jij je beter kunt concentreren) kun je je in alle rust op je studiewerk richten en verminder je het aantal afleidende prikkels.
     
  • Vraag aan studiegenoten of je aantekeningen kunt uitwisselen. Zo kun je controleren of je de belangrijkste onderwerpen uit het college hebt gehaald. (Zij kunnen ook gelijk hun eigen aantekeningen controleren, want ook zonder autisme mis je soms iets tijdens college).

  • Neem eens een kijkje op de pagina van het Landelijk Netwerk HB-HO.
     
  • Boekentips:Meer dan intelligent’ (Tessa Kieboom) en ‘Your rainforest mind’ (Paula Prober).
     
  • Maak een (realistische) planning! Plan ook rustmomenten en momenten om leuke dingen te doen in! Een planning hoort niet volgestampt te zitten met studiemomenten. 
     
  • Breng ritme in je dagtaken. Structuur in je dagritme zorgt dat je minder energie hoeft te stoppen in het bedenken wat je volgende taak is, zodat je meer energie overhoudt om geconcentreerd aan een taak te werken.
     
  • Studeer met een wekker. Spreek met jezelf af hoe lang je aan een opdracht gaat werken en zet de wekker. De eerste keren zal je nog veel meer (of minder) tijd nodig hebben om je taak af te ronden nadat de wekker is gegaan. De keer erop pas je de tijd dus steeds iets aan, en je zal merken dat je de tijd steeds beter leert inschatten.
     
  • Gebruik een noise-blocker wanneer je aan het studeren bent. Door een koptelefoon op te zetten (zonder muziek of juist met muziek waarmee je je beter kunt concentreren) kun je je in alle rust op je studiewerk richten en verminder je het aantal afleidende prikkels.
     
  • Plan wat extra studietijd in bij het voorbereiden van colleges en het lezen van je literatuur. Deel de stof op in kleinere stukken zodat je tijd hebt om tussendoor de nieuwe informatie te verwerken en uit te rusten.
     
  • Hak grote opdrachten in kleinere stukken. Wanneer je minder motivatie of concentratie hebt, is het moeilijker om in één keer een grote taak af te ronden. Maak het jezelf makkelijker en verspreid de opdracht over een aantal dagen. Zorg dat je genoeg ontspanning inplant, zodat je kleinere periodes geconcentreerd aan het werk kan.
     
  • Geef aan het begin van een groepsopdracht goed aan wat jouw verwachtingen zijn. Maak duidelijke afspraken en een duidelijke taakverdeling. Probeer opbouwende feedback te geven over gemaakte onderdelen van groepsgenoten (laat hen deze zelf aanpassen/verbeteren) en neem niet zelf te veel taken op je.

Workshops en trainingen studievaardigheden

Tijdens en na het studeren heb je veel verschillende vaardigheden nodig. Voor de één zijn deze vaardigheden vanzelfsprekender dan voor de ander. Team Studentbegeleiding organiseert verschillende workshops. Denk aan workshops zoals “Word studieobstakels de baas met effectieve studiestrategieën” en “Doorbreek je gewoontepatronen”. Kijk hier eens naar de agenda met alle mogelijkheden. 

Studentbegeleiding en advies

Op de EUR is er een divers en deskundig team werkzaam om jou te helpen bij verschillende vragen. Voor zaken met betrekking tot je beperking en je studie is het belangrijk zo snel mogelijk contact op te nemen met je studieadviseur. Heb je andere vragen over het verloop van je studie of loopbaan, financiën of wil je bepaalde vaardigheden ontwikkelen? Kijk dan eens op de website van ons studentenbegeleidingsteam. 

Peer coaching

Een peer coach is een student met een functiebeperking, die begrijpt waar jij tegenaan loopt. Deze peer coach kan je coachen op het gebied van uitstelgedrag, planning, activiteiten ondernemen of je kunt persoonlijk om concrete hulp vragen. 

Vraag een peer coach aan. 

International office

Wil jij naar het buitenland voor een stage of studie en heb je door je functiebeperking meer kosten? Het kan zijn dat de EU op basis van de Erasmus+ beurs een deel van deze kosten dekt. Neem voor meer informatie contact op met het International Office.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen