Wat als je het hele gezin behandelt en niet alleen de ouder of het kind?

Rotterdam - skyline - groen - duurzaam

Een kleuter gaat sinds kort naar school. De juf maakt zich zorgen, want de jonge leerling is vaak erg boos. Ook de ouders vragen zich af wat er aan de hand is en melden zich bij de jeugd GGZ. De vader is zelf ook onder behandeling vanwege zijn soms heftige uitbarstingen. In het contact met zijn kind is hij erg bepalend en reageert geïrriteerd als dingen niet gaan zoals hij wil. Deze situatie is een van de vele voorbeelden uit Stolpers onderzoek die het belang van een gezinsgerichte aanpak onderstrepen.

In de praktijk worden ouders en kinderen meestal los van elkaar behandeld. Eerder onderzoek laat zien dat kinderen van ouders met mentale problemen twee keer zo vaak klachten ontwikkelen. Jonge kinderen zijn extra kwetsbaar. Volgens Stolper mis je een stuk van de puzzel wanneer je alleen de volwassene óf het kind behandelt. ''Gezinsgericht behandelen helpt ouders en kind om negatieve interacties en patronen te doorbreken'', vertelt de psycholoog. ''Toch richt de behandeling zich in de praktijk nu vaak op de klacht bij een individu, omdat de systemen in de GGZ zo zijn ingericht. Dat leidt tot contextblindheid.''

De sociale context

De onderzoeker benadrukt dat mentale problemen vaak ontstaan in combinatie met de sociale context. Maar wat als je die sociale context, inclusief de gezinssituatie, meeneemt in de behandeling? Dat is de centrale vraag in het proefschrift van Stolper, die ook werkzaam is als klinisch psycholoog bij Dimence Groep. Ze keek naar het effect van Contextueel Behandelen, een geïntegreerde gezinsaanpak in de GGZ. In plaats van alleen de volwassene of het kind te behandelen, richt deze aanpak zich op het hele gezin: de psychische klachten van de ouder, de ouderlijke rol, het jonge kind en de ouder-kindrelatie. Daarnaast is het belangrijk om maatschappelijke stressfactoren aan te pakken, wat een nauwe samenwerking met andere organisaties vereist.

Hanna Stolper

Video-observaties laten progressie zien

Om de succesfactoren van deze aanpak te onderzoeken, werden verschillende interviews afgenomen met behandelaars en ouders. Bijzonder aan het onderzoek is het gebruik van video-observaties. Deze zijn gebruikt als onderdeel van de behandeling én geanalyseerd om progressie te meten. Hieruit kwam duidelijk naar voren dat de kwaliteit van de ouder-kind interactie verbeterde. De uitkomsten van de vragenlijsten en de interviews laten een toegenomen  tevredenheid zien bij de ouders over hun relatie met hun kind, evenals het vertrouwen in hun ouderschap. Bovendien bleken ouders beter in staat zich te verplaatsen in hun kind.

Al deze aspecten beschermen volgens Stolper de mentale gezondheid van zowel ouder als kind. Een mooi succesvoorbeeld is het gezin met de opvliegende vader. Het gezin werd voor het onderzoek meermaals gefilmd. ''Toen de vader de beelden terugzag, realiseerde hij zich dat hij zijn zoontje constant aan het sturen was en hem heel weinig ruimte gaf'', vertelt Stolper. ''Hij leerde zich meer in zijn zoon te verplaatsen en kreeg meer controle over zijn boosheid.''

''De GGZ kan de intergenerationele overdracht van mentale problemen helpen voorkomen''

Hanna Stolper

Promovendus

Behandeling is geen 'wasstraat'

Deze gezinsgerichte aanpak leidde op groepsniveau tot significante verbetering, maar vraagt in de praktijk wel een andere manier van werken. Zo is een gezinsgerichte focus van alle betrokken hulpverleners nodig. Dat vereist overleg tussen de behandelaars van zowel volwassenen- als jeugd-GGZ. Ook is een zekere flexibiliteit nodig om maatwerk te kunnen bieden. Stolper: ''De vader gaf dit aan met een treffende metafoor. Hij was bang dat de behandeling zou voelen als 'door een wasstraat gaan' waar het programma vooraf wordt bepaald. 'Er werd juist steeds opnieuw gekeken naar wat er op dat moment nodig was voor mij, mijn kind en ons hele gezin', vertelde hij.''

Natuurlijk zijn er ook uitdagingen bij deze manier van behandelen. Jeugd- en volwassenzorg zijn in de GGZ  doorgaans verschillende organisaties  met eigen werkprocessen, taal en therapeutische visie. Deze aanpak vraagt een cultuurverandering, oftewel een ommekeer van individuele naar contextgerichte benadering. De werkdruk en de wachtlijsten in de GGZ zijn hoog. Stolper: ''Onze ervaring is dat de behandeling op deze manier vaak ook juist sneller kan gaan. Ouderschap is vaak een krachtige motivator om van een behandeling te willen profiteren. En belangrijker: de GGZ kan de intergenerationele overdracht van mentale problemen helpen voorkomen.''

Promovendus
Gerelateerde content
Doorbreek barrières en versterk verbinding: gezinnen helpen om de intergenerationele overdracht van mentale problemen te voorkomen
ESSB logo
Een op de vijf Rotterdamse kinderen groeit op in armoede. EUR-alumni starten een training om deze kwetsbare groep mentaal te ondersteunen.
Spelende kinderen op het Bospolderplein in de Rotterdamse wijk Bospolder.
De status van het gezin waarin het kind opgroeit is in de afgelopen decennia een steeds belangrijkere voorspeller geworden, vertelt hoogleraar Renske Keizer.
Renske Keizer tijdens Rotterdamlezing 2022.

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen