Gelijke kansen voor ieder kind, een utopie? De salarisstrook van ouders, de buurt waarin je opgroeit, de opleiding van ouders zijn allemaal van invloed op de ‘ontwikkelingsuitkomsten’ van kinderen. Het werkt door in het gezinsleven, vertelde hoogleraar familiesociologie Renske Keizer (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences) tijdens de Rotterdamlezing vorige week.
‘Van je familie moet je het hebben’ was het thema van de lezing, maar ook bijna Renskes lijfspreuk, vertelt zij in NRC. Zij en haar onderzoeksgroep houden zich bezig met familie en de ontwikkeling van kinderen. Met speciale aandacht op vaderschap: “In de academische literatuur ging het lange tijd vooral om de rol van de moeder in de opvoeding. Welke rol speelt de vader dan? Dat vroeg ik mij af.”
Hebben vaders en moeders een gelijkwaardige rol in de opvoeding van een kind?
“Lange tijd was de gedachte dat vaders en moeders heel verschillend zijn. Vaders werden gezien als de brug naar de sociale buitenwereld, moeders als het veilige nest. Vaders zouden een belangrijke rol spelen in de gedrags- en emotieregulatie van hun kinderen, onder andere via stoeigedrag. Maar bij eerder onderzoek zijn verschillende kanttekeningen te plaatsen: is het wel echt vaders versus moeders? Ook werden in eerder onderzoek vaders en moeders uit verschillende gezinnen met elkaar vergeleken. Voor een helder beeld over de verschillen en overeenkomsten tussen vaders en moeders is het juist belangrijk binnen één en hetzelfde gezin te kijken. Daar richt ons onderzoek zich op – en wat bleek? Er zijn nagenoeg geen verschillen tussen vaders en moeders in de samenhang tussen hun opvoedgedragingen en de ontwikkeling van een kind. Wel zien we dat vaders relatief minder betrokken zijn bij de opvoeding van hun kinderen, en dit verschil het grootst is voor lager opgeleide vaders.”
Welke rol speelt een familie als het gaat om sociale ongelijkheid?
“De sociaal-economische status van het gezin waarin het kind opgroeit is in de afgelopen decennia een steeds belangrijkere voorspeller geworden voor de ontwikkelingsuitkomsten van het kind”, kaart Renske aan. “Hierin zijn twee mechanismes te onderscheiden. Aan de ene kant zijn ouders met een hoger inkomen zich meer bewust, maar ook meer in staat, om te investeren in die activiteiten en opvoedgedragingen die in de samenleving het beste resultaat geven voor een kind. Ze schakelen bijvoorbeeld huiswerkbegeleiding in voor hun kind, terwijl dat een stuk moeilijker is als je de eindjes aan elkaar moet knopen. Aan de andere kant zorgt armoede voor financiële stress, wat een mentale weerslag heeft op ouders, en daarmee ook een negatief effect heeft op de opvoeding.”
- Professor
- Meer informatie
Lees het volledige artikel op NRC.nl.
- Gerelateerde content