Met het Design Atelier wordt binnen het departement Bestuurskunde (ESSB) al jaren gewerkt aan impactgedreven onderwijs. Studenten gaan een ontwerpproces aan om tot oplossingen te komen voor maatschappelijke problemen. Zo bouwen ze aan een toekomstbestendige set vaardigheden en maken ze ondertussen een positieve impact op de wereld. Dit jaar wordt het Design Atelier uitgerold; tijd voor een gesprek met docent Design Thinking Geert Brinkman.
“Een pen is niets waard tot iemand ermee schrijft. Zo simpel is het volgens mij.” Geert is PhD-kandidaat en docent bij het Design Atelier, een module in de master Bestuurskunde waarin studenten vraagstukken van (bestuurlijke) organisaties door middel van design thinking proberen op te lossen. Zelf volgde hij de opleiding Design for Interaction aan de TU Delft, waar hij leerde om oplossingen te ontwerpen vanuit de vraag wat waardevol is voor de mens. “Daar begon ik mij af te vragen of zo’n ontwerpende benadering ook bruikbaar kon zijn voor het aanvliegen van maatschappelijke vraagstukken zoals klimaatverandering, polarisatie en kansenongelijkheid. Vanuit die interesse ben ik richting bestuurskunde gegaan.”
Design in een onderwijscontext
Ontwerpdenken - design thinking dus - biedt een exploratieve, creatieve en lerende aanpak om tot oplossingen te komen, legt Geert uit. “Je verkent verschillende wegen, probeert dingen uit en op basis daarvan doe je inzichten op. Die gebruik je vervolgens weer om nieuwe dingen te proberen, en op die manier leer je naar een oplossing toe.” Tijdens zijn afstuderen zat hij bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Hier kon hij nog weinig ruimte bespeuren voor zo’n verkennende aanpak. “Overheden werken vaak nog redelijk lineair: dit is wat we willen, daar hebben we dit budget voor en daar hoort deze planning bij. In die context gedijt het ontwerpdenken wat minder makkelijk, want je hebt te maken met politiek en bureaucratie.”
Het Design Atelier werd vier jaar geleden opgericht als vak in de master Beleid en Politiek, om studenten te leren maatschappelijke vraagstukken op een ontwerpende manier op te pakken, in opdracht van bedrijven uit de publieke sector. Volgens de initiatiefnemers was het traditionele onderwijs van de opleidingen Bestuurskunde vooral gericht op het begrijpen, analyseren en toepassen van bestaande kennis. Er moest ruimte komen voor een vierde dimensie: het creëren van kennis en oplossingen. Binnen het Design Atelier hebben studenten de gelegenheid om een andere set vaardigheden aan te leren; ze ontwerpen oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken, en hebben daarmee direct impact op de maatschappij. Het werken voor een opdrachtgever is bovendien een nuttige ervaring voor studenten; ze werken aan een netwerk en kunnen er in sommige gevallen zelfs een stage of een baan aan overhouden.
Over de grenzen van de mastertracks
Het Design Atelier werd volgens Geert goed ontvangen door de studenten, en sloeg ook aan bij de andere masterrichtingen binnen het departement. Die laatsten stelden voor om samen op te trekken met het vak. “Overal waar je naar een oplossing toewerkt, kun je op één of andere manier een ontwerpende aanpak hanteren, maar het blijft een middel en geen doel op zich; afhankelijk van de studie moet je kijken wat past. Dat bood ons de ruimte om nog eens opnieuw na te denken over de inhoud die we bieden en over de structuur.” Ondersteund door Impact at the Core wordt het Design Atelier dit jaar samen met twee andere masterrichtingen gegeven. Om dit mogelijk te maken is een train de trainer cursus ontwikkeld die de docenten van de andere masterrichtingen in staat stelt om studenten in hun ontwerpproces te ondersteunen. Dit zorgt, zo vertelt Geert, voor een multidisciplinaire werkomgeving waarin zowel studenten als docenten een hechtere samenwerking met elkaar aangaan.
“Het mooie van werken op een universiteit is dat je praktijk, onderwijs en onderzoek op allerlei manieren samen kunt brengen. Dat heeft denk ik in zichzelf al veel potentie om impact te hebben.” Zo werd er in het afgelopen collegejaar onder andere gewerkt aan een project rondom inclusieve communicatie voor laaggeletterde mensen. Met de nieuwe donorwetgeving als uitgangspunt, kwam vanuit het ministerie de vraag hoe ze informatie over deze regeling het beste konden overbrengen aan laaggeletterden. “De studenten hebben aan verschillende dingen gewerkt, zo is er een enveloppe ontworpen die de aandacht trekt en op die manier stimuleert om de inhoud te bekijken. Laaggeletterden maken vaak hun post niet open, dit kan daarbij helpen. In plaats van een formele brief zat er een folder in, waarin op een beeldende manier wordt uitgelegd wat er gaat gebeuren en wat je zelf kunt doen.” Een mooi project, vindt Geert, maar daar gaat het niet eens per se om. “We kijken bij de beoordeling niet alleen naar het eindresultaat, maar ook naar het proces; hebben de studenten een goede en diepgaande reflectie gehad op het proces, en hebben ze er iets van geleerd?”
Met zes fases richting zelfverzekerd ontwerp
Het Design Atelier is opgebouwd uit zes opeenvolgende fases. Per fase wordt een sprint gegeven, waarin de studenten een masterclass krijgen van een externe professional, en waarin ze technieken en methodes oefenen tijdens een workshop. Tijdens de eerste fase gaan de studenten samen met de opdrachtgever nog eens goed kijken naar de opdracht die op tafel ligt. Waar gaat het nu eigenlijk over; waar willen we heen; wat is de verwachting? De tweede stap draait om het onderzoeken van het vraagstuk. Op basis van dit onderzoek wordt vervolgens een vernieuwende blik op het probleem ontwikkeld. Dan volgt creatie: “Hier ga je ideeën genereren op basis van deze andere blik. De ideeën die dit oplevert zijn vaak vernieuwend, en voordat ze uitgevoerd kunnen worden moet je ze eerst toetsen. De laatste fase draait om implementatie, waarbij je nadenkt over het ‘wat nu’. Wat vraagt dit van de organisatie die ermee aan de gang gaat, en hoe kunnen wij hen beter in staat stellen om dat te doen? Deze opzet vormt de leidraad van het vak.”
“Veel van de studenten komen net uit hun bachelor gerold, en daar is het allemaal net iets meer voorgekauwd. Ze komen binnen en ze moeten ineens met een nieuwe aanpak aan de gang, die verschilt van hun achtergrond. Nu moeten ze ineens creatief en experimenteel te werk gaan. Je ziet ze in het begin denken: waar zijn we aan begonnen, wat moeten we doen?” Toch zijn de reacties van studenten - en trouwens ook de opdrachtgevers - over het algemeen positief. “Je kunt niet echt vast komen te zitten; als je maar blijft bewegen dan beweeg je vanzelf de goede kant op. Als je studenten stimuleert om onderzoek te blijven doen, het gesprek aan te blijven gaan en dingen te blijven uitproberen, dan ontstaat er vanzelf een vernieuwend perspectief en daarmee ideeën voor een oplossing. Zo worden ze steeds zelfverzekerder gedurende het Design Atelier!