Hoe is het gesteld met schoolverzuim in Nederland en wat maakt dat jongeren liever thuisblijven van school? Er is weinig zicht op de precieze cijfers, dus het antwoord vinden is lastig volgens René Halberstadt (Erasmus School of Social and Behavioral Sciences). Aan zijn proefschrift werkten twaalf scholen mee die verzuim nauwkeurig bijhielden. Wat opvalt? In vmbo-klassen ligt verzuim lager en jongeren van hoogopgeleide ouders proberen vaker een ziekmelding te ontfutselen.
Stel je ziet het echt niet zitten om naar school te gaan. Bijvoorbeeld vanwege een proefwerk waar je niet voor hebt geleerd of vanwege andere puberissues. Maar wacht, voel je daar niet een klein kriebeltje in je keel? ‘Pap, ik ben ziek’ zegt je kind dan, weet promovendus René Halberstadt uit eigen ervaring. “Er ontstaat dan een soort onderhandeling tussen ouder en kind. Je kunt als ouder overgaan tot een ziekmelding, en doe je dat niet dan bestaat de kans dat je kind gaat spijbelen. Die interactie intrigeert mij en is dus belangrijk als je het hebt over zowel geoorloofd als ongeoorloofd verzuim.”
Jongeren die een sterke wens hebben om niet naar school te gaan kunnen gaan spijbelen, maar zullen evengoed proberen hun ouders te betrekken in de hoop ziek gemeld te worden, zo laat zijn proefschrift zien. Aan het onderzoek werkten twaalf scholen mee, met in totaal zo’n 5.000 leerlingen. Halberstadt begon zijn carrière als leerplichtambtenaar, waar hij zich regelmatig verbaasde over het beleid en de gang van zaken. “Ik kreeg het gevoel dat we maar wat deden. Wij moesten streng handhaven en als het om spijbelen gaat, kom je bij al snel bij het strafrecht uit. Dat vind ik absurd. Het is alsof je met een hamer een mug moet doodslaan. Soms spelen er ook echt heftige dingen thuis, waarbij het de vraag blijft of een taakstraf helpt.”
Verzuim op vmbo lager
Er is weinig zicht op de precieze cijfers, omdat scholen dit maar beperkt hoeven te registreren. Alleen excessief verzuim, waarbij leerlingen in een maand tijd meer dan 16 uur ongeoorloofd afwezig (meestal spijbelen) zijn, moet een school verplicht melden. Halberstadt vindt dat vreemd, zeker omdat het zo lastig is om inzicht te krijgen in de oorzaken. Bovendien geven die cijfers een vertekend beeld. Zo scoren vmbo-scholen hoger op excessief verzuim, terwijl zijn onderzoek laat zien dat verzuim daar gemiddeld juist lager ligt dan op havo en vwo-scholen. “Het verzuimbeleid is vaak streng op vmbo-scholen, net als de opvoedstijl van de ouders”, verklaart hij. “Die zeggen gewoon: jij gaat naar school ook al ben je ziek, punt. Toch gaan die leerlingen hierdoor niet meer spijbelen.”
Volgens de onderzoeker komen ouders van vmbo-leerlingen vaker uit de lage sociaaleconomische klasse en hebben zij vaker een migratieachtergrond: “Bij die ouders zie je vaker een meer autoritaire opvoedstijl, terwijl hoogopgeleide ouders anders in de wedstrijd zitten. Die gaan veel meer uit van de autonomie van het kind en zijn eerder geneigd de onderhandeling aan te gaan.” Halberstadt schrijft dat deels toe aan de ‘monoculturen’, waarmee hij doelt op de grote segregatie in het onderwijs.
Spijbelen werkt aanstekelijk
Wat ook opvallend is: in klassen waar veel ongeoorloofd verzuim is, gaan ook meer leerlingen over tot spijbelen. Leerlingen zien dan dat klasgenoten daar mee wegkomen en zien dan mogelijk hun kans schoon. Het onderzoek toont aan dat de opvoedstijl van de ouders, de houding van de school, de cultuur in de klas en het lokale gemeentebeleid allemaal samenhangen met verzuim. Streng beleid op een vmbo-school kan werken, maar dat wil daarom niet zeggen dat dit ook bij een vwo-klas gaat werken. Daar zou het maar zo kunnen zijn dat veel meer leerlingen door hun ouders ziekgemeld worden, omdat ze zich niet herkennen in het beleid van de school.
"Het is belangrijker de binding tussen leerling en school te versterken dan alleen leerlingen aan te spreken die afwezig zijn"
Van afwezigheid naar aanwezigheid
Een one-size-fits-all aanpak, werkt volgens de promovendus niet. Om schoolverzuim terug te dringen, is beleid nodig dat aansluit bij leerlingen en ouders, waarmee je ook het gesprek aan zou moeten gaan. De onderzoeker pleit ervoor om bij beleid de nadruk te leggen op aanwezigheid in plaats van afwezigheid. Dat lijkt een definitiekwestie, maar toch ziet Halberstadt een wezenlijk verschil. “Afwezigheid gaat over ‘foei, jij bent er niet’, maar aanwezigheid gaat over het handelen van het systeem. Dus dan kijk je veel meer wat er nodig is om de aanwezigheid van leerlingen te vergroten. In de VS, en in twee proeftuinen in Nederland, is hier veel onderzoek naar gedaan, en daaruit blijkt dat het belangrijker is de binding tussen leerling en school te versterken dan alleen leerlingen aan te spreken die afwezig zijn.”
Nieuwe regelgeving in de maak
Op dit moment ligt er een algemene maatregel van bestuur (die ieder moment in internetconsultatie gaat), die scholen verplicht stelt verzuim als geoorloofd of ongeoorloofd te registreren. Het onderzoek van Halberstadt en ook eerdere onderzoeken op andere scholen laat zien dat alleen al het ziekteverzuim rond de vijf procent ligt. Twee derde van de leerlingen in het voortgezet onderwijs is meer dan tien dagen ziek per jaar of meldt zich meer dan zes keer ziek. Na corona is dit nog verder gestegen. “Het is goed dat de politiek hier nu naar kijkt en de timing van het onderzoek is wat dat betreft briljant. Het onderzoek laat zien dat de situatie echt nijpend is. Laten we beginnen met zorgvuldig registreren. Vervolgens moet er op schoolniveau beleid komen dat breed gedragen wordt.”
- Promovendus
- Meer informatie
René Halberstadt werd onlangs geïnterviewd door de Volkskrant (8-01-24). Lees het interview hier.
R. Halberstadt verdedigt zijn proefschrift op donderdag 21 december 2023, getiteld: ’Schoolverzuim: een tip van de sluier opgelicht: Geoorloofd en ongeoorloofd schoolverzuim verklaard door ouderschapsstijlen, aanpassingsvormen, peer invloed en schoolverzuimbeleid‘. Meer informatie
- Gerelateerde content