Promotie R. (René) Halberstadt

Hieronder volgt een korte samenvatting over het proefschrift:

Dit proefschrift onderzoekt schoolverzuim en richt zich niet alleen op excessief verzuim, maar ook op het alledaagse verzuim, waarbij geoorloofd en ongeoorloofd verzuim worden onderscheiden. Het onderzoek bekijkt de interactie tussen vier actoren: ouders, hun adolescente kinderen, de leeftijdsgenoten van deze jongeren  en de school, en hun gezamenlijke invloed op geoorloofd en ongeoorloofd verzuim.

De resultaten van het onderzoek geven aan dat beide vormen van met elkaar gecorreleerd zijn. Op individueel niveau is geoorloofd verzuim een voorspeller van ongeoorloofd verzuim en vice versa. Dit duidt erop dat jongeren met een sterke wens om niet naar school te gaan, gebruik maken van beide vormen van verzuim. Uit de resultaten blijkt eveneens dat het verzuimgedrag van de klasgenoten een sterke voorspeller is voor het individueel verzuimgedrag van een leerling. In klassen waarin het geoorloofd verzuim gemiddeld hoog ligt, zal de individuele jongere ook meer geoorloofd verzuimen. Maar ook in klassen waarin het ongeoorloofd verzuim hoog ligt gaat de individuele leerling meer ongeoorloofd verzuimen. De resultaten van het onderzoek geven bovendien aan dat etniciteit en, in mindere mate, sociaaleconomische status (SES) invloed hebben op individuele afwezigheid. Over het algemeen kan worden geconcludeerd dat ouders met een lager SES-niveau en een migratieachtergrond een strengere houding, gekenmerkt door de autoritaire opvoedingsstijl, hebben ten opzichte van het schoolbezoek van hun kinderen dan ouders zonder een migratieachtergrond en een hoger SES-niveau. Daarbij blijkt een autoritaire opvoedingsstijl een negatieve voorspeller te zijn voor beide vormen van verzuim. Het bleek verder mogelijk om scholen in te delen in clusters op basis van verschillende compositorische variabelen en het type schoolverzuimbeleid. De samenstelling van de populatie die deze scholen bezoekt, heeft een relatie met de dominante opvoedingsstijl binnen elk van de drie clusters. Zo hebben bijvoorbeeld scholen met een substantieel aantal leerlingen met een migratieachtergrond en een lage SES een schoolverzuimbeleid dat kenmerken heeft van een autoritaire opvoedingsstijl.

De bevindingen tonen aan dat schoolverzuim niet alleen het gevolg is van individuele kenmerken, maar ook sterk beïnvloed wordt door de sociale omgeving, waaronder de schoolomgeving en de groepsdynamiek binnen klassen. Dit benadrukt de complexiteit van het fenomeen schoolverzuim. De implicaties voor beleid suggereren een geïntegreerde aanpak voor beide vormen van verzuim, waarbij zowel ouders als scholen betrokken zijn. Aanbevelingen benadrukken de noodzaak van beleidsmaatregelen die gericht zijn op samenwerking tussen ouders en scholen, reflectie op verzuim in schoolteams, en het betrekken van ouders bij het verzuimbeleid om een gedeelde verantwoordelijkheid te waarborgen.