Transdiciplinair onderzoek naar duurzaamheid als collectieve opgave

Bij ‘duurzaam leven’ denken veel mensen al snel het maken van bewuste keuzes. Veel van de dagelijkse bezigheden die klimaatimpact veroorzaken zijn echter niet zozeer bewuste keuzes, maar routines die een onderdeel zijn van 'sociale praktijken’. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan hoe we koken, boodschappen doen, kleren wassen, ons huis onderhouden of spullen kopen. Welke routines ons dagelijks leven kenmerken, wordt bepaald door bredere sociale en materiële structuren waarin we ons begeven. De Erasmus Universiteit onderzoekt in opdracht van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk waar kansen liggen voor beleid en sturing waarmee de gemeenten een voedingsbodem kunnen bieden voor duurzame sociale praktijken.

Interventies in sociale praktijken

Het project ‘Duurzaamheid als Collectieve Opgave’ bekijkt dagelijkse routines vanuit de theoretische lens van sociale praktijken. Het doel van het project is om interventies in sociale praktijken te ontwerpen en testen in de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk. In de lens die we gebruiken worden sociale praktijken gezien als samenstellingen van elementen van betekenis, competenties (vaardigheden en kennis) en materialen, zoals financiële middelen, tijd en infrastructuur (Shove, Pantzar & Watson, 2012). We focussen in dit onderzoek vooral op praktijken gerelateerd aan energiegebruik, voedsel en governance. Op een co-creatieve manier worden randvoorwaarden en routes geschetst voor vermindering van CO2-uitstoot die met sociale praktijken samenhangt, zonder dit te zien als verantwoordelijkheid van het individu. We zoeken naar lokaal beleid en interventies die een natuurlijke verschuiving van sociale praktijken kunnen bewerkstelligen. 

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek bestaat uit verschillende fasen: (1) focus bepalen, (2) sociale praktijken in hun context begrijpen, (3) co-creatie met lokale organisaties, gemeenten en bewoners om interventies uit te werken en testen, (4) uitwerking van een gemeentelijke aanpak.

In de eerste fase van het onderzoek is samen met de gemeenten een focus gekozen op drie onderzoekslijnen: energie, voedsel en governance. Ook consumptie van spullen, afval en circulariteit komt hierin aan bod. In de tweede fase zijn de voedsellijn en energielijn onderzocht door een mix van kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden gericht op huishoudens. Er zijn vragenlijsten uitgezet over voedselpraktijken (n=1612 uit Nederland) en retrofitting of verduurzaming van woningen (n=641 uit BAR gemeenten), interviews met verschillende belanghebbenden en er is etnografisch veldwerk gedaan bij 12 huishoudens uit de drie gemeenten. Literatuuronderzoek informeert alle fasen van het onderzoek. Voor de derde onderzoekslijn liep een onderzoeker 1,5 jaar mee met het team Energietransitie en Klimaatadaptatie (EKA) en zijn interviews er afgenomen met ambtenaren. Nog steeds denken de onderzoekers actief mee op de projecten van de drie gemeenten waardoor er gedurende een constante uitwisseling is van inzichten.

Uitkomsten van de eerste fasen

De inzichten uit de eerste en tweede fase van het onderzoek zijn gebundeld in een onderzoeksrapport. Hierin worden verschillende aanknopingspunten benoemd om samen na te denken over mogelijke interventies in sociale praktijken gerelateerd aan voedsel en energie, en de sturingsinstrumenten of beleidsinstrumenten die daarbij moeten worden ingezet. Als gemeenten de juiste voedingsbodem creëren, kunnen duurzame uitingsvormen van sociale praktijken groeien. Hiervoor zijn echter ook veranderingen in governancepraktijken nodig. Met andere woorden: Het sturen op een omgeving die helpt routines op een positieve manier te veranderen vraagt ook om andere routines in het sturen zelf.

Het rapport concludeert dat om sociale praktijken te kunnen beïnvloeden, de gemeente moet inzetten op een programmatische aanpak die bestaat uit een bundels van instrumenten die zich richten op zowel materialen, competenties en betekenis. Alleen inzetten op bewustwording heeft namelijk niet voldoende impact. Hiervoor moeten gemeenten echter een goed overzicht hebben van alle projecten en een visie voor participatie en samenwerking. Bovendien vergt een programmatische aanpak een bepaald ‘lerend vermogen’. Om bepaalde duurzame uitingsvormen van praktijken meer of minder vanzelfsprekend te laten worden, zal ook de (leef)omgeving moeten worden aangepast. In de laatste fase van het onderzoek werken we samen met elke gemeente een programmatische aanpak uit, waarin aandacht is voor al deze aspecten die uit de eerste fasen van het onderzoek komen. Bovendien testen we ook op kleine schaal, bottomup, interventies uit met bewoners en lokale stakeholders. Deze processen versterken en informeren elkaar. 

Samenwerking in transdiciplinair onderzoek

Het onderzoek maakt gebruik van drie wetenschappelijke disciplines, te weten psychologie, sociologie en bestuurskunde. In de laatste fase van dit project verkennen onderzoekers van de naar de Erasmus Social Design hub samen met verschillende stakeholders (gemeenten, lokale organisaties en inwoners) hoe gemeentelijk duurzaamheidsbeleid vorm kan krijgen. De aanpak is daarmee transdiciplinair en co-creatief. Dat blijkt soms nog best een uitdaging, vooral omdat de context waarin onderzoek wordt gedaan ook aan verandering onderhevig is. Zo werken de gemeenten die opdracht gaven voor dit onderzoek niet meer samen in een ambtelijke organisatie. Met de ontvlechting van de BAR-organisatie op 1 januari 2024, heeft dit onderzoek een andere context gekregen maar de doelstelling blijft hetzelfde: het onderzoeken, uitwerken en testen van manieren om als gemeente een betere voedingsbodem te creëren voor een fijn, duurzaam en toekomstbestendig bestaan voor hun inwoners.

Maatschappelijke impact

Het project ‘Duurzaamheid als collectieve opgave’ heeft een looptijd van vijf jaar en wordt gezamenlijk gefinancierd door de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk en de Erasmus Universiteit. Het onderzoek staat onder leiding van dr. Suzan Christiaanse en maakt onderdeel uit van de strategische pijler Behavioural Change van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB). Het project is een mooi voorbeeld van het streven van EUR en ESSB om maatschappelijke impact te genereren. 

Overige berichten

Duurzaamheid als collectieve gedragsopgave

EUR onderzoekt voor Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk waar kansen liggen om klimaatdoelen te behalen

Contactpersoon: dr. Suzan Christiaanse postdoctoral researcher, christiaanse@essb.eur.nl

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen