In een slimme stad wordt steeds meer digitalisering en dataficering ingezet om het stadsleven efficiënter te maken. Met behulp van sensoren, monitors of camera’s kan bijvoorbeeld worden voorzien waar het te druk wordt. “Mijn doel is om duidelijk te maken dat stedelijke digitalisering een a-technologisch, in plaats van een a-politiek vraagstuk is”, zegt Jiska Engelbert, Theme Leader Smart Cities and Communities bij Vital Cities and Citizens.
Hoe krijgen de tech-bedrijven het voor elkaar dat dat we bij ‘slim’ vooral aan technologische toepassingen denken? Wat is een slimme stad eigenlijk? “Dat is precies de onderliggende vraag van mijn onderzoek bij Erasmus Initiatief Vital Cities and Citizens (VCC)”, zegt Engelbert. “Daarbij ben ik niet geïnteresseerd in het juiste antwoord, maar in hoe bepaalde actoren, vooral de technologie-industrie, denken en communiceren. In mijn onderzoek, waarin ik nauw en fijn samenwerk met Jan Fransen, Isabel Awad en Mariana Fried, bevraag ik de vanzelfsprekende link tussen ‘slimheid’ en de door de tech-wereld uitgedragen visie op de stad.”
Field lab
‘Slimme’ oplossingen zijn vaak onzichtbaar verweven in een fysieke omgeving of object. Een bekend voorbeeld is het glasvezelnetwerk of de ‘slimme lantarenpaal’. Die laatste geeft niet alleen licht, maar heeft ook andere functies zoals cameratoezicht, 5G, weerstation, laadpaal of CO2-meter. “In Rotterdam Lombardijen loopt een experiment waarin de lantarenpalen meerdere armaturen hebben. Daarmee kunnen ze bepaalde geluiden en bewegingen monitoren die een voorbode van diefstal zouden kunnen zijn.”
Wanneer er door gemeenten wordt gesproken over de ‘slimme stad’, gaat het niet zozeer over een coherent plan met activiteiten, maar over de optelsom van verschillende projecten waar een gemeente aan meedoet. Dat zijn dan vaak projecten die als field lab of living lab worden verpakt, en die onderdeel zijn van een groter project waarin een gemeente samenwerkt met kennisinstellingen en private partijen. “In die projectbasis en lab-status van veel slimme-stadtoepassingen zit het venijn. Want die plannen hoeven niet goedgekeurd te worden door de gemeenteraad of besproken te worden op stadsniveau. Bewoners wordt van alles op het gebied van inspraak en meedenken beloofd, maar ze hebben aan de voorkant nauwelijks ruimte om vraagtekens te zetten, noch bij de inzet van technologie, noch bij de inzet van hun buurt als levend laboratorium.”
Op deze manier krijgen private bedrijven wel heel makkelijk toegang krijgen tot de publieke ruimte, publieke infrastructuren en publieke middelen, vindt Engelbert. Maar het belangrijkste punt is dat digitalisering van de stad een soort technische en technocratische aangelegenheid wordt waarvoor je de juiste vergunning of de juiste subsidie van de Europese Unie of een groot bedrijf moet hebben. “Daarmee wordt de slimme stad een vraagstuk dat weinig met de politiek van de stad te maken lijkt te hebben. Dat zien we terug in het feit dat gemeenteraden zich niet vaak met deze thematiek bezighouden, los van de incidentele zorgen over privacy. Anderzijds in het feit dat niet wordt (h)erkend dat digitalisering van de stad juist heel politiek is, omdat het eigenlijk een belangenstrijd is. Het wordt vaak gebruikt om specifieke groepen, zoals tech-bedrijven, die geen democratisch mandaat hebben en voor wie winst-door-data het enige doel is, een enorm aandeel te laten hebben in de verbeelding van de stad en haar bewoners.”
Slimme besluitvorming
“In mijn column in het online journalistieke tijdschrijft Vers Beton heb ik wel eens het voorbeeld van de elektrische deelscooters in Rotterdam gebruikt. Je kunt elektrische deelscooters namelijk ook als ‘slimme’ technologie bekijken, want eigenlijk is het een digitale technologie die data produceert, een winstgevend product van de digitale platformeconomie, dat naadloos is verpakt in een vervoersmiddel. Ze hebben heel makkelijk ruim baan gekregen waarmee de kans gemist is om vergunningen voor dit soort digitale platform-bedrijven via democratische en politieke besluitvorming te laten verlopen. Dan hadden wij, bewoners van de stad, veel meer kunnen bepalen hoe die scooters zich tot de publieke ruimte dienen te verhouden.”
Bij BOLD Cities proberen onderzoekers om onzichtbare technologieën zichtbaar te maken. Ze signaleren bijvoorbeeld dat het in de Nederlandse gemeenteraden vooral over privacy en de angst voor big brother gaat. Samen met Liesbet van Zoonen en Miyabi Babasaki doet Engelbert daar in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 onderzoek naar. “Privacy is natuurlijk hartstikke belangrijk en een zeer valide zorg, maar daarmee bevragen we nog steeds te veel de technologie zélf, in plaats van het wereld- (of stads)beeld dat ermee wordt gerealiseerd. Juist ten aanzien van dat laatste kunnen volksvertegenwoordigers en burgers expertise en autoriteit claimen”, vindt Engelbert. Een voorwaarde is wel dat burgers zich bewust zijn van de technologie. Om dat te creëren, zijn er zogenaamde ‘data-wandelingen’. Tijdens een wandeling door de stad worden deelnemers uitgenodigd om de data-technologieën in de openbare ruimte op te merken. Denk aan een camera die ergens hangt, aan een 5G-mast die boven de huizen uitsteekt of aan een sensor die in een stoplicht is ingebouwd.
Digitalisering als a-technologisch vraagstuk
“Ik richt me nu vooral op hoe ‘de slimme stad’ onderdeel kan worden van de dagelijkse politieke verbeelding, bij volksvertegenwoordigers en bij gewone burgers. Mijn doel is om duidelijk te maken dat stedelijke digitalisering een a-technologisch, in plaats van een a-politiek vraagstuk is”, zegt Engelbert. En daarmee een vraagstuk waarvoor je geen technisch expert hoeft te zijn om er kritische vragen over te stellen. “We zien dat in Rotterdam al veel meer wordt nagedacht over of en hoe digitale technologie het leven van alle Rotterdammers kan ondersteunen. Het wordt meer dan een instrument waarvan het gebruik op voorhand al vaststaat, en waarmee vooral economische doelen nagestreefd worden.”
Inspirerend voorbeeld
Het kan namelijk wel anders. Bijvoorbeeld in Barcelona. “Niet de technologie, maar het beleid rondom data en technologie is daar uitermate slim. Het geeft het stadsbestuur en de stadsbewoners namelijk zélf de middelen, macht en mandaat om aan de voorkant voorwaarden aan digitalisering en technologiebedrijven te stellen. Het is mijn droom om vanuit VCC zoiets ook met en voor Rotterdammers te realiseren.”
- Onderzoeker
- Meer informatie
Vital Cities and Citizens
Met het Erasmus Initiatief Vital Cities and Citizens, wil de Erasmus Universiteit bijdragen aan de kwaliteit van leven in stedelijke gebieden. In vitale steden kunnen de inwoners hun levensdoelen bereiken door educatie, zinvol werk en deelname aan het publieke leven. De vitale stad is een platform voor creativiteit en diversiteit, een veilige ontmoetingsplaats voor verschillende sociale groepen. De betrokken onderzoekers focussen zich op een van de volgende subthema’s:
• Inclusieve Steden en Diversiteit
• Duurzame en Rechtvaardige Steden
• Slimme Steden en Gemeenschappen
• Veerkrachtige Steden en Stedelingen
VCC is een samenwerking tussen Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB), Erasmus School of History, Culture and Communication (ESHCC) en International Institute of Social Studies (ISS).