Mattijn van den Bos (28) is een student aan de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences. Met een achtergrond in de sociologie is hij afgelopen jaar begonnen aan de multidisciplinaire master Digitalisation in Work and Society (DWS). Hij loopt nu stage bij de FNV - de grootste vakbond van Nederland - en werkt mee aan een rechtszaak tegen Uber. Lees hier over zijn ervaringen binnen de master.
Hoe ben je ben je bij DWS terecht gekomen?
Ik heb de bachelors Sociologie en Bestuurskunde gevolgd aan de EUR. Daarna heb ik een tussenjaar genomen om te reizen. Toen de coronapandemie begon heb ik besloten een master te gaan doen. Daar heb ik maanden over nagedacht over wat ik nou precies wilde. Uiteindelijk ben ik bij DWS terecht gekomen. Voor mij was het meest interessante dat je sociologie gaat toepassen op een hele concrete, actuele situatie: het toenemende gebruik van digitale technologieën in de context van werk en organisatie. Er verandert gewoon zo veel en dat is voor mij het meest relevante: er vindt een herstructurering van de samenleving plaats.
Je wordt als socioloog vooral opgeleid tot wetenschapper. Maar ik miste de vertaalslag naar de praktijk. Bij deze master zag ik de mogelijkheid om een mooie brug te slaan door abstracte wetenschappelijke kennis te leren toepassen in de praktijk. En dat je manieren gaat vinden waarop je jouw kennis kan overdragen.
Heb je een voorbeeld van iets uit je bachelor dat je kunt toepassen in de master?
Als socioloog zijn je theoretische grondslagen veel sterker. Waar anderen veel sneller overgaan tot het doen, merk ik dat ik op een abstracter niveau zit. Dat wil zeggen dat ik eerst kijk of de randvoorwaarden allemaal kloppen voordat ik overga naar actie. Daardoor ben je veel nauwkeuriger en grondiger. Vanuit de sociologie hebben we geleerd dat je altijd moet kijken naar wat er wordt gezegd en wat er wel of niet aan klopt. Hierdoor blijf je scherp en leer je ook de zwakke kanten te herkennen. Je houdt rekening met elk scenario en je analyse wordt veel uitgebreider.
Is dat het grootste verschil dat je zelf merkt tussen sociologie studenten in vergelijking met andere richtingen?
Ja, eigenlijk wel. Je kijkt veel meer naar de theorie en je vraagt je daarnaast af wat er structureel anders of beter zou moeten. Die vragen stellen heel veel mensen niet.
Als je terugkijkt naar jouw jaar, wat vond je het leukste onderdeel van de master?
In de eerste periode, tijdens het vak Introduction to Digitalisation in Work and Society, stip je veel verschillende dingen aan en dat vond ik heel leuk. Changing Organisations and Technology, een vak in de tweede periode, vond ik het meest sociologische vak. En dat voelde ook heel vertrouwd aan. Dan merk je wel dat je als socioloog een voorsprong hebt ten opzichte van anderen. Ook de manier waarop we omgingen met de stof voelde bekend.
De afgelopen periode kregen we een vak met veel nadruk op organisatiepsychologie, en dat lag mij in het begin totaal niet. De manier van denken en doen was niet zoals ik gewend was. Het leek heel reductionistisch en er werd, vanuit mijn perspectief, vooral gedacht vanuit het individu en modelletjes. Maar tegen het einde van de periode had ik een eureka moment. Het is een andere manier om een vraagstuk te benaderen en dat vond ik het leukste.
Voldoet de master aan de verwachtingen die je ervoor had?
Ja, best wel. Mijn stage heeft daar ook veel mee te maken. Mijn beeld was dat ik een praktische aansluiting met de praktijk zou vinden. Zo waren er een aantal gastsprekers uitgenodigd om college te geven en met ons in discussie te gaan. Hierdoor heb je contact met veel mensen uit het veld, zodat de link met de praktijk duidelijk wordt.
Kun je iets meer vertellen over je stage?
Ik loop nu stage bij de FNV, de grootste vakbond van Nederland. Momenteel werkt de FNV aan een aantal rechtszaken om de huidige condities van platformwerkers te verbeteren, zoals een rechtszaak tegen Uber. Uber maakt namelijk gebruik van een schijnconstructie waarin mensen ten onrechte als zelfstandige worden behandeld. Op papier duidt Uber chauffeurs als zzp’ers. Maar in de praktijk hebben ze veel controle over hun chauffeurs, waardoor zij volgens de FNV als werkenemers behandeld zouden moeten worden.
Ik ben bij het team terecht gekomen dat zich bezighoudt met de rechtszaak tegen Uber. Ik kan daar meelopen, en zal bijdragen aan het onderzoek van de FNV naar de werkomstandigheden van chauffeurs. Daarnaast zal ik mijn scriptie schrijven voor de EUR. Mijn scriptieonderwerp gaat over het fenomeen van die schijnconstructies. Ik kan het onderzoek dus gebruiken voor mijn scriptie, en tegelijkertijd kunnen mijn resultaten gebruikt worden door de FNV in hun rechtszaak tegen Uber.
Wat zijn theoretische aspecten die je herkent uit je master die je kunt toepassen op de praktijk?
Binnen de master zijn er best veel onderzoeken behandeld over platform werken. Dat is binnen de wetenschap een hot topic en er wordt veel onderzoek naar gedaan. Vanuit dit onderzoek leer je kijken naar het onderwerp als een veranderende relatie tussen drie verschillende partijen: de platformbeheerder, de klant en de chauffeurs. Vroeger stonden de werknemers en de eigenaar van de organisatie veel meer naast elkaar; zij hadden een directe relatie. Nu staan werkgevers en klanten veel meer tegenover de chauffeur.
Neem nou het ratingsysteem. Vroeger hadden werknemers een functioneringsgesprek binnen de organisatie. Door het ratingsysteem wordt de beoordeling van een werknemer uitbesteed aan de klanten, en dus buiten de organisatie geplaatst. Dat geeft een heel rare machtsverhouding tussen de klanten en chauffeurs. Het lijkt een heel onschuldige functie. Het is nu zelfs zo dat aan de hand van de beoordelingen, ook dingen intern beslissingen worden gemaakt. Daarmee bepaal je als klant hoe een chauffeur intern wordt beoordeeld en vanuit de organisatie op hem wordt gereageerd. De Uber-chauffeurs hebben daar last van. Ze moeten nog harder werken om de ratings hoog te houden.
Zouden we met z’n allen Uber van onze telefoons moeten verwijderen?
Het platform is niet slecht. Je kunt het op heel veel manieren inrichten. Alleen worden die platformen nu op een dusdanige manier ingericht dat deze situatie ontstaat. Als de chauffeurs beter verdienden en meer vrijheid kregen, zou het platform voor hen ook heel goed werken. Als Uber op een nieuwe locatie begint zijn de tarieven vaak nog voordelig voor chauffeurs. Zo kunnen ze best veel chauffeurs werven. In het begin is het dus heel fijn en iedereen is blij. Totdat ze de markt veroveren. Dan wordt de hele digitale omgeving dusdanig ingericht dat Uber zoveel mogelijk geld verdient. De chauffeurs moeten dan superveel werken om net het minimumloon binnen te halen. Soms vallen hun inkomsten zelfs onder het minimumloon. Uber probeert klanten tevreden te houden door de tarieven te verlagen, maar dat gaat allemaal ten koste van de chauffeur.
Hoe ben je bij FNV terechtgekomen?
Ik ben bij de FNV terechtgekomen via een gastcollege. Een FNV medewerker kwam spreken tijdens het vak Changing Organisations and Technology. Toen ging het over platformwerk en de rechtszaak tegen Uber. Via de gastspreker kon ik bij FNV terecht. Misschien leuk om te weten voor toekomstige studenten: er zijn best veel gastsprekers. Als je denkt dat je iets interessant vindt, leg daar dan contact mee. Daar staan ze zeker voor open. Die mensen uit de praktijk zijn goede aanknooppunten.
Waar zie jij jezelf over 5 jaar?
Ik kan best veel kanten op. Ik zou zelf overwegen binnen de wetenschap verder te gaan. In mijn stage zit ik namelijk midden in de materie terwijl ik toch nog een perspectief van buiten kan hanteren. Het geeft me ook een goede indruk van hoe het is om als onderzoeker werkzaam te zijn.
Ik zou ook als consultant kunnen werken. Je zou kunnen adviseren bij het introduceren van bijvoorbeeld digitale technologieën in bedrijven en wat dat precies doet. Soms lijkt het heel onschuldig - bijvoorbeeld een nieuw systeem of het installeren van een lopende band - maar dan zie je eigenlijk dat alle relaties binnen bedrijven compleet op de schop gaan en veranderen. Dat leer je ook in de master: wat verandert er en hoe verandert iets? Die bewustwording van het veranderproces is echt iets wat ik heb meegenomen vanuit DWS. Zo’n kleine onschuldige technologische verandering als een ratingsysteem kan dus heel veel meebrengen voor de mensen in het bedrijf en misschien zelfs leiden tot weerstand. Wat doet de implementatie van zo’n nieuw systeem met de werknemers onderling en zijn die gevolgen in te schatten? Dan kun je meekijken en bijsturen waar nodig. Ik zie mezelf ook bij internationale bedrijven. Veranderingen zijn best wel duur, dus kleine bedrijven doen dat niet zo gauw.
Is er in de banenmarkt nog wel ruimte voor sociologen?
Bij overheden is de grootste slag te slaan. Platformen zoals Uber vallen precies in een grijs gebied. Daar moet wet- en regelgeving voor gemaakt worden. Het ondermijnt de samenleving. Er is ook wel een besef. Vooral vanuit de EU worden er steeds meer richtlijnen gemaakt. Met deze master word je heel erg bekwaam in het analyseren van het gehele proces.
Als je nu ook nog start heb je eigenlijk een voorsprong. In de wetenschap en in de praktijk komt steeds meer het besef dat er iets met het onderwerp digitalisering gedaan moet worden. De discussie komt op gang of we het wel goed vinden dat het leven steeds digitaler en technischer wordt en of we dat wel willen. Zeker voor sociologien is het belangrijk om je hierin te mengen. Digitalisering wordt nu gebracht als vooral een commercieel en technisch verhaal, maar niet zozeer als een sociaal verhaal. Maar ook dat moet verteld worden. Dat heeft ook bestaansrecht naast die andere verhalen. Uiteindelijk moeten al die verhalen samenkomen, en daar is nog wel een slag in te slaan.