De samenstelling van de maatschappij zie je in meerdere of mindere mate terug in de school. Leerlingen van verschillende of juist dezelfde achtergronden ontmoeten elkaar binnen de school. Wat betekent dit voor burgerschapsonderwijs en wat je leert? Uit het proefschrift van onderwijskundige Işıl Sincer blijkt dat de schoolsamensteling en schoolcontext verband houdt met de leeruitkomsten van het burgerschapsonderwijs.
Nederland wordt steeds diverser en dat gaat gepaard met ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken waar je ook als jongere mee om moet kunnen gaan. Sinds 2006 hebben scholen de wettelijke opdracht om leerlingen beslagen ten ijs te laten komen als het gaat om hun deelname en bijdrage aan de maatschappij, ook wel ‘burgerschap’ genoemd. Maakt de context en leerlingpopulatie uit voor wat leerlingen leren op dat vlak? Maatschappelijk zeer relevant omdat de school een dagelijkse ontmoetingsplaats is voor leerlingen, waar ze moeten omgaan met anderen en waar ze kunnen ervaren hoe het is om onderdeel uit te maken van een gemeenschap. Sommige scholen lijken veel op die grote samenleving waar veel diversiteit is, en andere scholen juist minder of helemaal niet. Het idee is dat je op een school waar veel etnische diversiteit is, je ook meer leerlingen tegenkomt met andere leefwerelden. Leerlingen met met andere achtergronden, perspectieven, gewoonten, en interesses. Dat kan voor botsingen zorgen maar tegelijkertijd biedt het misschien wel een rijke omgeving om te oefenen met burgerschap. Kennis daarover is nodig omdat scholen daarmee na kunnen denken over ze hoe hun aandacht voor burgerschap zouden kunnen afstemmen op de behoeften van de leerlingen en mogelijkheden van de context.
Verschillen in insteek, kennis en vaardigheden
Uit diepte-interviews met docenten en vragenlijsten afgenomen bij 80 Nederlandse middelbare scholen verspreid over Nederland, kwamen soms tegengestelde uitkomsten. De docenten van een school uit een grote stad met havo/vwo-leerlingen uit overwegend welvarende gezinnen legden meer nadruk op een wereldburgerschapsvisie en de mogelijkheid om internationale reizen te maken. Bij een vrij ‘witte’ vmbo-school in de provincie en een diverse school met verschillende onderwijsniveaus uit een grote stad, richtten docenten zich daarentegen meer op diversiteit dichter bij huis. De aandacht ging daarbij vooral uit naar het ontmoeten en omgaan met mensen die anders zijn dan jij, de sociale competenties die daarvoor nodig zijn en een voorbereiding op de arbeidsmarkt.
De uitkomsten uit de vragenlijst lieten tegengestelde resultaten zien. Leerlingen op meer etnisch diverse scholen scoorden hoger op competenties (houding, vaardigheden en reflectie) op het vlak van democratisch handelen, maatschappelijk verantwoord handelen en omgaan met verschillen. Deze leerlingen scoorden echter lager op kennis over maatschappelijk verantwoord handelen en omgaan met conflicten.
Belangrijke rol voor scholen
Het onderzoek laat zien dat wil je het burgerschap van leerlingen bevorderen, het goed werkt om in te zetten op docenten die leerlingen ondersteunen en interesse in ze tonen. Hoewel leerlingen op meer diverse scholen hoger scoren op bepaalde burgerschapscompetenties, bleken ze tegelijkertijd ook een minder sterk gevoel van verbondenheid met school te hebben. Een open klasklimaat zorgt voor meer gevoel van verbondenheid met de school. In een open klasklimaat waarbinnen verschillende meningen op een open, vrije manier bediscussieerd mogen worden versterkt het gevoel van verbondenheid. Op basis van het onderzoek nodigt Sincer scholen uit om te reflecteren op hun rol in het bevorderen van het burgerschap van leerlingen, in afstemming met de leerlingpopulatie die ze bedienen.
Onderwijskundige Işıl Sincer verdedigt haar proefschrift ‘Diverse schools, diverse citizens? Teaching and learning citizenship in schools with varying student populations’ op donderdag 20 mei bij de Erasmus Universiteit Rotterdam
- Meer informatie
Marjolein Kooistra, communicatie ESSB, 06 83676038, kooistra@essb.eur.nl