Op 21 mei is het Pandemic and Disaster Preparedness Center (PDPC) geopend. Dit initiatief van het Erasmus MC, EUR en TU Delft wil wetenschappers samenbrengen om met een ambitieuze en interdisciplinaire onderzoeksagenda beter voorbereid te zijn op toekomstige pandemieën en rampen zoals overstromingen of extreme hitte. Prof. dr. Pearl Dykstra, hoogleraar Empirische Sociologie, zet zich in voor dit centrum omdat ze het belangrijk vindt dat ook inzichten vanuit de sociale, geestes- en gedragswetenschappen cruciaal zijn.
Door globalisering en klimaatveranderingen, krijgen regio’s en landen in de toekomst vaker te maken met rampen en pandemieën. Overheden en instanties moeten hierop voorbereid zijn. Het PDPC wil gezamenlijk vanuit diverse disciplines de risico’s en kwetsbaarheden in kaart brengen en passende modellen en maatregelen ontwikkelen die de maatschappij veerkracht geven in het geval van een ramp of pandemie.
Hoe zie jij de rol van PDPC in de onderzoeken naar deze thema’s?
Het initiatief is ontstaan vanuit het Erasmus MC, de TU Delft en EUR en past binnen de Convergentie Alliantie, maar wij zijn een open initiatief. Uiteindelijk willen we dat er een gecoördineerde samenwerking is van onderzoekers, ook van andere universiteiten, naar de vraag hoe pandemieën en rampen zijn te voorkomen, en als die niet helemaal te voorkomen zijn, hoe het beste kan worden gehandeld. Dit is een zeer complexe vraag, die alleen beantwoord kan worden met een breed scala aan vakexpertises, dataverzamelingsmethodes en analysetechnieken. De PDPC speelt een cruciale verbindende rol. Door disciplines te overstijgen willen we effectief de paraatheid verbeteren van de zorg, digitale en fysieke infrastructuur, economie, openbaar bestuur en bevolking. Zo’n aanpak vereist langjarige investeringen.
Waarom is het belangrijk dat sociale- en gedragswetenschappers zich aansluiten bij PDPC?
Tijdens de coronacrisis zijn sociale scheidslijnen verscherpt wat betreft de kans om besmet te worden. Denk aan migranten en kleinbehuisden. Ook hebben we ongelijkheid in de effecten van maatregelen kunnen zien. Vooral jongeren kampen met stress, bijvoorbeeld. Daarnaast constateren we verschillen in de acceptatie van de maatregelen. Geruchten en complottheorieën zaaien verwarring en wantrouwen. Niet iedereen houdt zich aan de afstandsbeperkende maatregelen. De opgedane kennis moeten we nu gebruiken voor onderzoek naar een betere voorbereiding op toekomstige crises. Hoe is ongelijkheid te verminderen? Hoe kan misinformatie worden tegengegaan? Hoe kan effectiever worden gecommuniceerd? Voor de beantwoording van dit soort vragen de zijn de sociale en gedragswetenschappers van ESSB of andere faculteiten dus zeker nodig!
Hoe wil het PDPC multidisciplinair onderzoek gaan faciliteren?
Dat gaat niet vanzelf, je moet daar tijd en energie in stoppen. We hebben nu een fysieke plek voor het PDPC in het Erasmus MC. Je moet daar bij elkaar gaan zitten en elkaars literatuur gaan lezen. Je moet elkaars taal gaan leren begrijpen. Gesprekken over disciplinaire grenzen heen moeten goed gecoördineerd en georganiseerd gaan worden—en daarbij helpt fysieke nabijheid. Het is de bedoeling dat jonge onderzoekers het vanzelfsprekend vinden dat ze voorbij disciplines gaan kijken. Ze moeten zich meer met een onderwerp gaan identificeren dan met een discipline. Het PDPC zal beginnen met 5 ‘frontrunner’ projecten die ook allemaal PhD studenten en postdocs uit verschillende disciplines gaan aantrekken. Daarnaast moet de begeleiding van hen ook multidisciplinair zijn.
Van 2015 tot 2020 maakte je deel uit van een groep van zeven wetenschappers die de Europese Commissie raadgaven over uiteenlopende onderwerpen. Wat zijn belangrijke uitgangspunten in de advisering van PDPC naar overheden en instanties?
Je taak als wetenschapper bij het adviseren van overheden, is het samenvatten wat de stand van zaken is op een bepaald terrein. Wat weten we? Wat weten we niet? Waar zijn onderzoekers het over oneens? Dat doen onderzoekers niet zo veel, ze zijn vaak bezig met hun eigen onderzoek. Met het PDPC willen we advies gaan geven dat gebaseerd is op multidisciplinair onderzoek en expliciet aandacht besteden aan onzekerheden in kennis.
- Professor
- CV
Over prof. dr. Pearl Dykstra
Pearl Dykstra is hoogleraar Empirische Sociologie aan de Erasmus School of Social and behavioural Sciences. Van 2002 tot 2009 bekleedde zij de leerstoel verwantschapdemografie aan de Universiteit Utrecht en was zij senior onderzoeker bij het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) in Den Haag. Ze is wetenschappelijk directeur van ODISSEI, de Open Data Infrastructure for Social Science and Economics Innovations, dat in 2020 financiering ontving uit de Netherlands Roadmap for Large-scale Scientific Infrastructure. Ze is lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen en van Academia Europaea.