Heb je je ooit afgevraagd waarom sommige mensen naar eten grijpen als ze verdrietig zijn, terwijl anderen hun eetlust verliezen? Waarom voelen sommige mensen zich gedwongen hun bord leeg te eten, terwijl anderen hun eten onaangeroerd op hun bord kunnen laten liggen? Deze variaties in eetgedrag zijn al aanwezig vanaf de vroege kinderjaren en hebben een aanzienlijke invloed op hoeveel je eet, wat je eet en je gewicht. Toch is de ontwikkeling van eetgedrag grotendeels nog niet onderzocht. Dr. Holly Harris onderzocht de verbinding tussen DNA bij baby’s en de ontwikkeling van eetgedrag in de vroege kinderjaren. De studie werpt licht op de complexe interactie tussen genetica, omgeving en eetgedrag, wat cruciaal is voor het aanpakken van problemen met betrekking tot voeding en kinderobesitas.
DNA-methylatie als voorspeller van eetgedrag bij kinderen
De studie onderzocht DNA-methylatie – of epigenetische markers – bij 1.322 kinderen die deelnamen aan de Generation R Study in Nederland en Healthy Start in de VS. Dr. Harris en haar collega's analyseerden de relatie tussen deze epigenetische markers bij de geboorte en het eetgedrag van kinderen toen ze ongeveer 4 jaar oud waren. De onderzochte gedragingen omvatten voedselresponsiviteit, verzadigingsniveaus, kieskeurigheid met voedsel en emotionele eetpatronen. De resultaten toonden aan dat het niveau van DNA-methylatie in specifieke regio's van het DNA de voedselresponsiviteit, verzadigingsresponsiviteit, kieskeurig eten en emotioneel ondereten van kinderen konden voorspellen. Deze bevindingen benadrukken de cruciale rol die vroege biologische processen spelen bij het vormgeven van eetgedrag en suggereren dat toekomstig onderzoek zich moet richten op het begrijpen van de factoren die de DNA-methylatie beïnvloeden in relatie tot eetgedrag.
Breder perspectief op hoe eetgedrag zich ontwikkelen
Als diëtist is Dr. Harris altijd geïntrigeerd geweest door de verschillende eetgewoonten van mensen. Ze benadrukt dat om de complexiteit van eetgedrag te begrijpen, we moeten erkennen dat dit het product is van een samenspel is tussen genen en omgeving. "Het is belangrijk om te erkennen dat kinderen erg variëren in hun eetgedrag en te begrijpen dat genetica weliswaar een rol speelt, maar ons lot niet bepaalt", legt Dr. Harris uit. "Onze resultaten tonen aan dat verschillen in eetgedrag in zekere mate al vanaf de geboorte kunnen worden voorspeld. Deze verschillen zijn waarschijnlijk te wijten zijn aan een complexe interactie van genetica en ervaringen tijdens de zwangerschap. Niet iedereen gaat op dezelfde manier om met voedsel, en veel daarvan ligt buiten onze controle vanwege vroege biologische invloeden. We moeten afstappen van het achterhaalde idee dat ouders schuldig zijn door de manier waarop ze hun kinderen te eten geven en in plaats daarvan de gedeelde bijdrage van genetica en omgevingsfactoren erkennen, waarvan sommige al plaatsvinden in de baarmoeder."
Oproep voor uitgebreid onderzoek en effectief beleid
Dr. Harris ziet een toekomst voor zich waarin beleid een gezonde en duurzame eetomgeving bevordert die voor iedereen toegankelijk is. Ze pleit voor verder onderzoek naar de ontwikkeling van eetgedrag, dat van cruciaal belang zal zijn bij het informeren van effectieve voedings- en obesitaspreventie-interventies.
- Onderzoeker
- Meer informatie
Marjolein Kooistra, communications ESSB, kooistra@essb.eur.nl, 0683676038