Op 92-jarige leeftijd is overleden onze oud-hoogleraar en oud-decaan socioloog prof.dr. Jan Berting. Jan Berting heeft een belangrijke rol gespeeld in de ontwikkeling van de naoorlogse Sociologie in het algemeen en binnen ESSB, voorheen FSW, in het bijzonder. Hij was vanaf 1972 verbonden aan de EUR als hoogleraar Theoretische sociologie en de geschiedenis van de sociologie. Deze leerstoel werd in 1988 herdoopt in Sociologie en sociaal beleid in het bijzonder in relatie tot technologie. Jan Berting is tweemaal decaan van de ESSB geweest, namelijk van 1975-1977 en van 1988-1991. Hij is in 1995 met emeritaat gegaan.
Berting had een brede belangstelling en publiceerde onder andere over theoretische vraagstukken, sociale ongelijkheid en sociale mobiliteit, onder andere in zijn proefschrift In het brede maatschappelijke midden over de rol van de middenklasse in de moderne samenleving, maatschappelijke vraagstukken en sociaal beleid, technologie en maatschappelijke transformatie en mensenrechten. Hij heeft in totaal ruim 250 publicaties op zijn naam staan, waaronder 24 boeken.
Hoewel hij kritisch was over het in zijn ogen technocratische karakter van eerst de Rotterdamse beleidssociologie en later de bestuurskunde, had hij oog voor de relatie tussen wetenschap en praktijk. Hij ontwikkelde het SWOMP-model (acroniem voor Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek naar Maatschappelijke Problemen) als hulpmiddel voor sociologen om maatschappelijke problemen te analyseren. Sociologen moeten er zich bij de analyse van maatschappelijke problemen rekenschap van geven dat hun analyse wordt beïnvloed door hun wetenschapsopvatting. Hier oog voor hebben leidt tot rijkere oplossingen voor maatschappelijke problemen en voorkomt dat een bepaalde wetenschapsopvatting wordt verabsoluteerd was zijn stelling.
Jan Berting had veel oog voor de ontwikkeling van de moderne samenleving en zag al in een vroeg stadium het belang van technologie. Niet alleen in zijn wetenschappelijke werk, maar ook doordat hij binnen de sociologieopleiding een afstudeerspecialisatie ‘technologie’ vormgaf waarin aandacht werd besteed vraagstukken rondom de invloed van technologie op de samenleving, organisaties en werk. Met zijn aandacht voor technologische risico’s was Jan Berting een voorloper van een thema dat later internationaal zou uitgroeien tot een zelfstandig onderzoeksterrein. Ook was hij, voordat het mode werd, al heel lang internationaal actief. Onder meer binnen het Vienna Centre. Maar ook op het terrein van mensenrechten, binnen UNESCO. Zo heeft hij ook de post-initiele opleiding EURISURBE (risico's in Europese steden) opgericht. Een eenjarig uitwisselings-programma tussen de FSW en de geografische faculteit aan de Parijse Sorbonne. Het feit dat hij vloeiend Frans sprak hielp hem daarbij.
Jan Berting heeft op verschillende manieren invloed gehad op de ontwikkeling van de ESSB. Hij was decaan in woelige tijden. Tijdens zijn eerste decanaat moest onder druk van teruglopende aantallen sociologiestudenten veranderingen plaatsvinden. Berting zette zich daarbij sterk in voor een verbreding van de faculteit. Uiteindelijk is onder zijn decanaat de politicologie als keuzevak geïntroduceerd dat in 1978 uitmondde in een zelfstandige opleiding. Tijdens zijn tweede decanaat kreeg hij te maken met bezuinigingen. Het ministerie van Onderwijs wilde de Sociologie opleiding in Rotterdam opheffen en de Selectieve Krimp en Groei operatie werd doorgevoerd. Uiteindelijk is Sociologie voor Rotterdam behouden gebleven. Jan Berting heeft in die tijd mede aan de wieg gestaan van een geheel vernieuwde opleiding Sociologie, waarbij de nadruk lag op de beleidssociologie. Onder zijn decanaat is in 1988 de nieuwe opleiding van start gegaan. Daarnaast is onder zijn decanaat het RISBO opgericht waarin het externe onderzoek van zowel sociologie als bestuurskunde werd ondergebracht. Op de valreep van zijn decanaat is de vakgroep Milieukunde gestart.
Naast zijn bestuurswerk op de faculteit was hij ook vele jaren bestuurlijk actief in de Nederlandse Sociologische Vereniging (NSV, voorheen NSAV)
Zijn invloed betreft ook zijn promovendi. Diverse van zijn 24 promovendi zijn aan de ESSB verbonden geweest en twee ervan, Peter Mascini en Bram Steijn, zijn dat nog steeds en in de loop van de tijd hoogleraar geworden. Dat geldt ook voor Dick Houtman die bij Katholieke Universiteit Leuven hoogleraar is geworden. Zijn medewerkers waren zeer te spreken over zijn leiderschapsstijl. Hij gaf daarbij richting maar ook veel ruimte. In de voor hem samengestelde afscheidsbundel De toekomst is altijd anders kenschetsen Dick Houtman, Bram Steijn en Marco de Witte hem als een zelfstandig individualist, onaflaatbaar nieuwsgierig, reislustig, onderzoekend, zonder veel illusies en wars van de waan van de dag. Hij had veel oog voor de ontwikkeling van het team om hem heen en moedigde gezamenlijke publicaties aan. Zijn toewijding aan en enthousiasme over nieuwe ontwikkelingen in het vak waren een bron van inspiratie.
We wensen zijn kinderen, familie en vrienden veel sterkte toe in deze verdrietige tijd.
Het Management Team Erasmus School of Social and Behavioural Sciences
Prof.dr. Victor Bekkers, decaan,
Prof.dr. Bram Steijn, vice-decaan onderwijs,
Prof.dr. Semiha Denktas, vice-decaan onderzoekr.
Dr. Mariette de Jong, directeur ESSB
- Meer informatie
Marjolein Kooistra, communicatie ESSB, kooistra@essb.eur.nl