“Mark Rutte kijkt naar je alsof je een worm bent”, dat zei een van de deelnemers van het onderzoek van socioloog Kjell Noordzij (Erasmus School of Social and Behavioural Sciences). Voor zijn onderzoek sprak hij onder meer met praktisch geschoolden. Met zijn onderzoek wil de promovendus beter begrijpen waarom praktisch geschoolden vaak minder tevreden zijn over de politiek.
"Fred Teeven is niet meer of minder dan een gewone Nederlandse burger," kreeg de wetenschapper verder te horen van een van de mensen die hij sprak, toen ter sprake kwam dat Teeven na de politiek als buschauffeur ging werken. Noordzij deed onderzoek naar de opleidingskloof in politieke onvrede. Praktisch geschoolden zijn vaak minder tevreden over de politiek en de promovendus wilde beter begrijpen waar dat vandaan komt. Hij sprak daarvoor met veel praktisch geschoolden, bijvoorbeeld bij de mensen thuis of hij zocht ze op in de kroeg.
Om het gesprek op gang te brengen, nam Noordzij een soort smoelenboek mee met daarin foto's van verschillende politici. Ook konden de geïnterviewden zelf foto's meenemen van politici waar ze iets over kwijt wilden en waarmee ze hun mening konden illustreren. Waar sommige politici op sympathie konden rekenen omdat zij beter leken aan te sluiten bij hun leefwereld, waren de deelnemers over de meeste politici een stuk minder positief. Zo gaf iemand aan dat zij bij Mark Rutte het gevoel krijgt dat de premier haar "aankijkt alsof je een worm bent,” en praat Rob Jetten “als een robot” die, net als veel andere politici, “nooit gewoon een eerlijk antwoord” geeft.
Diplomademocratie
De verklaring voor politieke onvrede wordt vaak gezocht in het gebrek aan kennis of de slechtere economische positie van praktisch geschoolden. Hoewel die factoren zeker meespelen, is er volgens Noordzij meer nodig om de opleidingskloof te kunnen verklaren. Daarvoor onderzocht hij de afstand die veel praktisch geschoolden ervaren tot politici en welke rol dat speelt bij hun onvrede. "Wat de Nederlandse politiek kenmerkt, is dat praktisch geschoolden sterk ondervertegenwoordigd zijn," legt de onderzoeker uit. Ruim negentig procent van de politici in de Tweede Kamer is WO- of HBO-opgeleid, terwijl dat in de maatschappij maar circa dertig procent is. Dit fenomeen wordt ook wel diplomademocratie genoemd.
Noordzij onderzocht hoe praktisch geschoolden naar de politiek kijken, waarin zij dus weinig mensen zien zoals zijzelf. Uit zijn gesprekken met praktisch geschoolden bleek dat zij een afstand ervaren tot veel politici. Die afstand bestaat uit verschillende aspecten. De deelnemers gaven aan dat ze het gevoel hebben dat politici een andere leefwereld hebben en ook geen idee hebben van wat zij meemaken. Zo gaf iemand aan dat hij het gevoel heeft dat politici "zich niet snel laten ontlokken tot burgerlijk gedrag,” en zei iemand anders dat politici leven in “een totaal andere wereld als de mensen die hier gewoon dagelijks ploeteren.”
Ook de communicatiestijl van politici draagt bij aan de ervaren afstand. De manier waarop politici praten komt niet overeen met hoe praktisch geschoolden zelf zeggen te praten. Zo kreeg de promovendus te horen dat politici omfloerst praten en niet zeggen waar het op staat. "Ook hebben ze het gevoel dat er op hen wordt neergekeken," stelt Noordzij. "Bijvoorbeeld omdat hun standpunten als racistisch of conservatief worden afgedaan, maar ook omdat ze het idee hebben dat ze gezien worden als tokkies en niet gehoord hoeven te worden in de politiek."
Roderick van der Veer versus Rob de Bruin
Nadat Noordzij de relevantie van zijn nieuwe verklaring voor de opleidingskloof in politieke onvrede verder aantoonde met een vragenlijst, ontwikkelde hij een surveyexperiment waarin de deelnemers een kort filmpje te zien kregen van een fictieve politicus. Naast andere kenmerken van de politicus die Noordzij verwerkte in het filmpje, zagen de deelnemers of Roderick van der Veer, die graag naar het theater gaat en elitair overkomt, of de meer volkse Rob de Bruin, die wel een biertje in de kroeg lust.
“Praktisch geschoolden die de elitaire politicus zagen, gaven aan meer steun uit te spreken voor agressieve acties richting de overheid dan zij die de volkse politicus zagen.”
Kjell Noordzij
Socioloog
In één van de studies die Noordzij met dit experiment deed, onderzocht hij of praktisch geschoolden die Roderick van der Veer te zien kregen anders reageerden op de politicus dan zij die geconfronteerd werden met Rob de Bruin. Hiervoor nam hij onder andere een bestaande meting van steun voor agressieve acties tegen de overheid mee. "Opvallend was dat praktisch geschoolden die de elitaire politicus zagen aangaven meer steun voor zulke acties te hebben dan zij die de volkse politicus zagen,” wat volgens Noordzij laat zien dat het belangrijk is om aandacht te hebben voor de gevolgen van ervaren culturele afstand voor hoe praktisch geschoolden, die zichzelf langdurig ondervertegenwoordigd zien, zich verhouden tot de democratie.
Voor de socioloog toont zijn onderzoek aan dat ervaren culturele afstand een belangrijke verklaring is voor de opleidingskloof in politieke onvrede. De kloof dicht je niet zomaar, realiseert Noordzij zich, maar hij doet in zijn proefschrift wel aanbevelingen. Politieke partijen kunnen bijvoorbeeld meer praktisch geschoolden op de lijst zetten, zodat zij zich meer vertegenwoordigd zien in de politiek. "Verder zou de sensitiviteit voor de ervaringen van praktisch geschoolden vergroot kunnen worden: niet alleen aan het gemeenteloket of bij de overheid, maar ook in de samenleving."
- Promovendus
- Meer informatie
Kjell Noordzij verdedigt zijn proefschrift op donderdag 15 juni 2023, getiteld: ’Revolt of the Deplored: Perceived cultural distance and less-educated citizens’ political discontent‘.
De Volkskrant besteedde onlangs aandacht aan het proefschrift van Kjell Noordzij. Lees het artikel hier.
- Gerelateerde content