Hoe kan men in Nederland en het Verenigd Koninkrijk na de Covid-19-crisis een rechtvaardige energietransitie realiseren? Deze zomer stelden onderzoekers van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences deze vraag aan 30 beleidsorganisaties. Deze organisaties waren gevestigd in Nederland of de UK en vertegenwoordigden standpunten van de overheid, het bedrijfsleven en de non-profit sector. Het onderzoek werd gefinancierd door de NWO. De resultaten van het onderzoek zijn niet alleen significant maar ook zeer actueel.
Onderzoekersteam
Professor Darren McCauley van de Erasmus School of Social and Behavioural Sciences (ESSB) leidde het team van onderzoekers dat voor de rest bestond uit onderzoekers Dr Iain Todd en masterstudenten Cas Bulder en Mary-Kate Burns.
Een prioriteitenlijst met 10 aanbevelingen
De gesprekken met deelnemers aan het onderzoek leverden de volgende prioriteitenlijst op met tien aanbevelingen voor actiepunten voor een rechtvaardige energietransitie in Nederland en de UK.
- Overheden moeten hun investeringen in groene technologie op peil houden en bij voorkeur aanzienlijk verhogen
- Overheden moeten de belastingregelingen aanpassen om een hogere prioriteit te geven aan sociale rechtvaardigheid, met name voor kwetsbare groepen
- Het energieverbruik van transport en verwarming moet worden verminderd, waarbij gemeenschappen en gemeenten moeten worden betrokken
- De industrie moet ook investeren in de rechtvaardige energietransitie
- Er zijn nieuwe opleidings- en omscholingsmechanismen nodig voor alle werknemers die zich in een transitiefase bevinden
- Investeringen in waterstof en offshore-windenergie zijn dringend noodzakelijk.
- Gerichte ondersteuning is nodig voor werknemers in de kwetsbare groepen
- De financiële compensatie (voor de transitie) moet eerlijk zijn en niet beperkt blijven tot werknemers in de sector van de fossiele brandstoffen.
- Er moeten nieuwe nationale (en lokale) campagnes worden gevoerd over gedragsverandering op de lange termijn
- Werkgevers moeten het thuiswerken vergemakkelijken met welzijnsinitiatieven
Verschillen tussen de twee landen
Nederland en het Verenigd Koninkrijk zijn economisch, politiek en sociaal gezien erg vergelijkbaar. Maar er zijn ook verschillen tussen de landen. Zo lijken de prioriteiten van Nederland meer op één lijn te liggen met de standpunten van de non-profit sector, en de priortiteiten van het Verenigd Koninkrijk met de standpunten van de industrie. Hoewel het ook nationale stereotypen zouden kunnen zijn.
Nederlandse deelnemers maakten tijdens hun interviews meer politiek getinte opmerkingen - waaruit een groeiend populisme bleek - dan hun Britse tegenhangers. Zij beschouwden hun regering als meer gedecentraliseerd. En ze gaven meer commentaar op zowel de transport- als de verwarmingsvraagstukken. Ook uitten ze wijdverspreide zorgen over de jongeren in de samenleving. Een ander significant verschil is het gemak waarmee de Nederlanse industrie kan aansluiten op de trans-Europese energienetwerken.
Bij de Britse deelnemers werd het effect van Brexit als een overduidelijk probleem opgemerkt, alhoewel het minder uitgebreid werd besproken dan van te voren werd gedacht. Ook werd meerdere keren en op verschillende manieren benoemd dat het Verenigd Koninkrijk geïsoleerd zou zijn van de strategische overwegingen van de EU, de middelen van de EU, en niet langer mee zou doen met de energiedoelstellingen van de EU. Veel deelnemers vonden een betere overheidscommunicatie van belang. En benoemden de noodzaak om te investeren in waterstof als een koolstofarme brandstofbron.
Gevolgen voor de ontwikkelingslanden
De meeste deelnemers zien in dat ontwikkelingslanden het meeste te lijden hebben onder de gevolgen van de klimaatveranderingen. En dat meer inspanningen nodig zijn om dit te voorkomen. Daarnaast dachten deelnemers dat de impact van Covid-19 groter is op het zuidelijk halfrond en bestaande problemen zoals honger verergerd. Ook werd het gebrek aan een functionered zorgsysteem opgemerkt. Slechts één ondervraagde - van de Nederlandse overheid - merkte op dat een recessie in de ontwikkelde wereld zou leiden tot een aanzienlijk inkomensverlies voor de ontwikkelingslanden, en dat dit de bestaande ongelijkheden alleen maar zou vergroten.
Download the project's Executive Summary (6 pagina's in het Engels)
Download het volleidge verslag (40 pagina's in het Engels)
- Professor
- Onderzoeker
- Meer informatie
Dit onderzoek maakt deel uit van de strategische pijler Global Social Challenges
Stuur een email naar Professor Darren McCauley @ global.challenges@essb.eur.nl voor meer informatie.