In Nederland is er een groot tekort aan leerkrachten. Om dit probleem aan te pakken, hebben verschillende universiteiten de Educatieve Master Primair Onderwijs (EMPO) opgericht. De eerste studenten rondden deze opleiding in 2024 af. Bij Erasmus Universiteit ligt de nadruk op onderwijs in de grootstedelijke context, waarbij diversiteit centraal staat. Hierover gingen we in gesprek met tweedejaars student Indy de Lyon. “Bijdragen aan inclusiever onderwijs vind ik heel belangrijk.”
Als je erover nadenkt om leerkracht basisonderwijs te worden, dan komt waarschijnlijk al gauw de pabo in je op. Sinds twee jaar kan het ook via een educatieve master aan Erasmus Universiteit. De pabo richt zich meestal op jongeren die van de havo of het vwo komen, terwijl de EMPO studenten trekt die al een universitaire bachelor hebben afgerond. De Lyon heeft bijvoorbeeld al een bachelor psychologie op zak. “Na het behalen van mijn diploma twijfelde ik of ik me verder wilde specialiseren in dat vakgebied of juist een nieuwe richting wilde inslaan. Lesgeven leek mij altijd al heel erg leuk dus toen ben ik me gaan oriënteren in de mogelijkheden.”
Focus op diversiteit en grootstedelijke onderwijsbehoeften
De EMPO richt zich specifiek op primair onderwijs binnen de grootstedelijke context. “Dit betekent dat we werken met een diverse groep leerlingen, vaak met verschillende etnische achtergronden en sociaaleconomische situaties.” Studenten van de EMPO worden opgeleid om hier dieper bij stil te staan en bewust na te denken over welke specifieke behoeften deze kinderen hebben. Dit aspect komt bij de pabo doorgaans minder uitgebreid aan bod. “Op de pabo ligt vaak wat meer focus op algemene onderwijstechnieken, zonder expliciete nadruk op het werken in meer diverse, grootstedelijke omgevingen.”
Verder biedt de EMPO een sterk wetenschappelijke onderbouwing van de onderwijspraktijk. Studenten verdiepen zich in onderzoek en literatuur over pedagogiek, onderwijstheorieën en didactiek. Ze leren niet alleen wat werkt, maar waarom bepaalde onderwijsstrategieën effectief zijn, en hoe ze zelf onderzoek kunnen doen in de klas. “We zijn tijdens onze studie dus wat minder bezig met praktische vaardigheden leren. Deze ervaringen doen we vooral op tijdens onze stages.”
Het Nederlandse onderwijs inclusiever maken
Als bijbaan gaf De Lyon bijles aan verschillende kinderen. Eerst voornamelijk aan kinderen via een bijlesinstituut, waar ouders de bijles zelf moeten betalen. Daarna gaf ze bijles op een VMBO-school, waar het aangeboden werd vanuit de school zelf. “Het was een heel diverse groep waardoor ik mijn benadering moest aanpassen”. Enthousiast zegt De Lyon dat ze dit juist heel leuk en uitdagend vond. “Tegelijkertijd werd ik ook bewust van kansenongelijkheid in het onderwijs. En doordat dit me zo raakte zocht ik naar manieren om te kunnen bijdragen aan een inclusiever en eerlijker onderwijsklimaat.” De keuze voor de EMPO was dan ook snel gemaakt. Je ontwikkelt hier tools en handvatten om het onderwijs in Nederland inclusiever en rechtvaardiger te maken voor alle kinderen, ongeacht hun achtergrond of sociaaleconomische status.
Het onderwijs kent flinke uitdagingen, met name in de grootstedelijke context
Basisscholen in de grootstedelijke context zijn vaak heel divers, met een mix van verschillende culturen, talen en sociaaleconomische achtergronden. Het is daarom belangrijk dat leerkrachten sensitief zijn voor culturele diversiteit en weten hoe ze moeten omgaan met verschillende opvoedstijlen, normen en waarden. “Inclusief taalgebruik is bijvoorbeeld belangrijk, maar ook dat je kan onderbouwen waarom je bijvoorbeeld wel of niet ervoor kiest om Paarse Vrijdag te organiseren.”
De EMPO-studenten leren onder andere hoe ze zo veel mogelijk verschillende perspectieven en ervaringen kunnen integreren in hun lessen. “Kinderen met een migratieachtergrond bijvoorbeeld hebben andere associaties of kennis over bepaalde thema’s, zoals bijvoorbeeld de slavernij, dan kinderen zonder die achtergrond.” In haar geschiedenisles over het slavernijverleden heeft ze vrouwelijke voorbeelden toegevoegd om een breder en inclusiever beeld van de geschiedenis te geven. “Rolmodellen zijn heel belangrijk, want je wil dat alle sociale groepen zich gerepresenteerd voelen.”
Wat de EMPO zo bijzonder maakt, legt De Lyon uit, is dat studenten leren hoe ze zoveel mogelijk kansen kunnen creëren voor hun leerlingen. Dit doen ze door inclusief onderwijs aan te bieden, rekening te houden met de verschillende achtergronden van leerlingen, en open te blijven denken over hun rol als leerkracht en het verschil wat ze kunnen maken. “Ik ben blij dat ik op deze manier een bijdrage kan leveren aan de samenleving en impact kan hebben op kinderen met verschillende achtergronden.”
Na het afronden van de EMPO
Na het afronden van de EMPO wil De Lyon graag voor de klas staan, maar op de lange termijn ziet ze zichzelf dit niet vijf dagen per week doen. “Ik wil niet alleen lesgeven, maar ook bijdragen aan een grotere verandering in het onderwijs. In de toekomst zou ik naast lesgeven ook graag wat meer willen betekenen op een breder niveau, bijvoorbeeld binnen de schoolorganisatie, de directie, of in een lerarenopleiding.”
- Meer informatie
Dit interview maakt onderdeel uit van Spark. Met deze interviews willen we aandacht geven aan de positieve impact die het onderwijs en onderzoek van de facuteit hebben op de samenleving. De verhalen in Spark geven een inkijkje in waar ESSB-studenten, alumni, medewerkers en onderzoekers warm van worden.
Contact: Britt van Sloun, redactie en communicatie ESSB, vansloun@essb.eur.nl