Leden | |
---|---|
Dr. G.H. van Oenen | Voorzitter |
Dr. J.P. Kloeg | Academisch staflid |
Dr. G. Napolitano | Academisch staflid |
M. Nieuwenhuys MSc | Extern lid |
Ondersteuning Examencommissie | |
---|---|
Drs. T. Herold | Secretaris |
M. Van der Gaag MA | Ambtelijk Secretaris |
Gijs van Oenen - Voorzitter
Het Beruf van de Examencommissie
Ruim honderd jaar geleden schreef Max Weber over wetenschap als Beruf: beroep en roeping. Je zou kunnen zeggen dat, waar het gaat om de onderwijskant van de wetenschap, de Examencommissie dat Beruf bewaakt. Het instellingsbestuur, zeg de decaan, verleent weliswaar de graad - Bachelor of Master - maar het is de Examencommissie die ‘op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad’. Kennelijk vertrouwt de wet deze missie aan de decaan toch niet, of niet helemaal, toe. Natuurlijk geldt Webers Beruf ook de decaan, en is deze ook deskundig, maar – kennelijk – niet onafhankelijk. Hij, of zij, moet namelijk ook aan financiën denken, en aan andere lastige kwesties die potentieel het Beruf kunnen corrumperen. Om tegengas te geven, is er de Examencommissie. Die moet als het ware de zuiverheid van de leer bewaren. Hiertoe heeft zij de beschikking over niet veel meer dan een stapeltje ‘regels en richtlijnen’. Terwijl het toch juist de letter is die doodt, en de geest die leven geeft (2 Korinthiërs 3:6). Ziedaar de paradoxale missie van de Examencommissie: het levende Beruf vinden in de dode regel.