Een honderdjarige vernieuwer
Professor Sanders was een bijzondere man en een vernieuwer. Na zijn rechtenstudie in Leiden begon hij in 1934 een promotietraject bij prof. Cleveringa. Tegelijkertijd startte hij in de advocatuur. Als in 1940 zijn promotor wordt gearresteerd door de Duitsers, weigert Sanders bij iemand anders te promoveren. In mei 1945, na een gevangenschap in het gijzelaarskamp Sint-Michielgestel tijdens de oorlog, promoveert hij alsnog bij prof. Cleveringa, cum laude.
Na zijn promotie wordt Sanders secretaris-generaal van het departement Algemene Oorlogsvoering van het Koninkrijk tijdens de overgangsregering na de oorlog onder leiding van premier Schemerhorn. Na de verkiezingen in 1946 wordt Sanders Secretaris-generaal van de Commissie-Generaal Indonesië om te trachten het conflict over de onafhankelijkheid van Indonesië vreedzaam op te lossen. Als dat niet blijkt te lukken stapt Sanders in 1947 op.
Sanders was in 1959 benoemd tot hoogleraar burgerlijk recht en de hoofdbeginselen der burgerlijke rechtsvordering; het handelsrecht en faillissementsrecht en het internationaal privaatrecht. Hij was tot 1981 hoogleraar en toonaangevend op het gebied van het ondernemings- en arbitragerecht.
Met zijn oratie ‘Naar een Europese naamloze vennootschap’ was prof. Sanders de geestelijke vader van de Europese naamloze vennootschap. Hij had voor deze Europese rechtsvorm een ontwerp-verordening ontworpen in opdracht van de Europese Commissie. Sinds 2004 is de Europese naamloze vennootschap in alle Europese lidstaten ingevoerd. Hij maakte deel uit van de Commissie Vennootschapsrecht, schreef een gezaghebbend handboek over de NV en de BV (dat nog steeds wordt voortgezet door nieuwe bewerkers) en vervulde vele commissariaten bij (beursgenoteerde) vennootschappen, waaronder KLM N.V., het Parool en non-profit-instellingen.
Voor het arbitragerecht was prof. Sanders een van de opstellers van het Verdrag van New York. Daarnaast was prof. Sanders medeontwerper van de invloedrijke Uncitral arbitration rules van de Verenigde Naties. Op nationaal niveau heeft prof. Sanders een belangrijke rol gespeeld bij de totstandkoming van het nieuwe Nederlandse arbitragerecht van 1986.
Naast bovenstaande verdiensten was Prof. Sanders een vooraanstaand kunstverzamelaar en begunstiger van kunst en cultuur. Hij steunde, samen met zijn vrouw vele beginnende kunstenaars die later uitgroeiden tot kunstenaars van wereldfaam. Onder andere de door Karel Appel geschilderde tegels op het H-gebouw zijn te danken aan prof. Sanders. Een groot deel van zijn verzameling heeft hij geschonken aan musea en hij heeft daarnaast jarenlang bestuurlijk werk verricht binnen de kunstwereld.
Kortom, prof. Sanders is op vele vlakken van bijzondere betekenis geweest. Als oprichter van de juridische faculteit in Rotterdam, tegenwoordig Erasmus School of Law genoemd, is hij altijd zeer betrokken gebleven en zullen we hem blijvend herinneren.
Necrologie
NRC Handelsblad, 1 oktober 2012 maandag
HEADLINE: Zonder kunst ging het niet;
Necrologie Piet Sanders (1912-2012), jurist
BYLINE: Paul Steenhuis
Piet Sanders was leidend als jurist en creatief als kunstverzamelaar. Als ambtenaar hield hij vast aan zijn principes.
Piet Sanders was één van Nederlands markantste en toonaangevende internationale juristen. Hij was de geestelijk vader van de Europese naamloze vennootschap, de rechtsvorm voor internationaal opererende vennootschappen, die in 2004 in heel Europa is ingevoerd. En hij stelde mede het Verdrag van New York op, waarin internationale arbitrageregels geregeld zijn en waar 144 landen zich toe verplichtten. Ook droeg hij bij aan de formulering van de arbitrageregels van de Verenigde Naties, de UNCITRAL Arbitration Rules. Prof. mr. Sanders overleed vorige week donderdag op 100-jarige leeftijd in zijn woonplaats Schiedam.
Op zijn 100-ste verjaardag, 21 september, organiseerde de Erasmus Universiteit een speciale dag over zijn betekenis als jurist. Sanders was de grondlegger van de juridische faculteit van die universiteit. Nadat hij in 1959 hoogleraar was geworden van de Nederlandse Economische Hogeschool, voorganger van de universiteit, zette hij in 1963 de faculteit Rechten op: de huidige Erasmus School of Law, met 4.500 studenten en 300 werknemers.
Piet Sanders, geboren in 1912 als zoon van de gelijknamige architect, studeert rechten in Leiden van 1930 tot 1934. Hij wil in 1940 promoveren bij Rudolph Cleveringa, maar zijn promotor wordt door de Duitsers opgepakt vanwege diens protest tegen het ontslag van Joodse collega's. Sanders wacht met zijn promotie tot na de oorlog. Hij is de eerste die in Leiden promoveert - bij Cleveringa. Sanders wordt overigens in 1942 door de Duitsers geïnterneerd als gijzelaar in kamp Sint-Michielsgestel en wordt op het nippertje niet gefusilleerd.
Na de oorlog wordt hij als PvdA-er ('Rooie Piet' is zijn bijnaam) door de eerste na-oorlogse premier Wim Schermerhorn benoemd als secretaris-generaal van Algemene Oorlogsvoering. Hij gaat als jurist mee naar Indonesië om met Soekarno over de Indonesische onafhankelijkheid te onderhandelen. Als een geweldloze oplossing onhaalbaar blijkt, legt hij zijn functie neer in 1947. Hij wordt weer advocaat in Schiedam.
Piet Sanders was, met zijn vrouw Ida (1915-2010), ook een van de belangrijkste kunstverzamelaars van Nederland. Sanders en zijn vrouw kochten steeds in een vroeg stadium werk van kunstenaars als Karel Appel, Henry Moore, Giacometti en Chagall - ze reisden veel en gingen bij die kunstenaars op bezoek. Zo kocht Sanders in 1937 al werk van Karel Appel. Hij vertelde in een interview in deze krant eerder dit jaar, dat hij verf betaalde voor Appel, die op zwart zaad zat. ,,Kunst heeft mij in alle opzichten gevoed", zei hij.
Sanders was juridisch adviseur van Stedelijk-directeur Willem Sandberg, onder meer bij de later omstreden aankoop in 1958 van 68 werken uit de erfenis van de Russische kunstenaar Kasimir Malevitsj. In 2008 schikte het Stedelijk met de erven Malevitsj. Het gaf vijf werken terug - met instemming van Sanders. Hij deed schenkingen aan veel musea zoals het Stedelijk Museum Amsterdam, Kröller-Müller, Boijmans-van Beuningen, het Afrika Museum en Beelden aan Zee. Zijn drie kinderen, Martijn, Pieter en Frederique Sanders, zijn ook kunstverzamelaars geworden.
In het Stedelijk Museum Schiedam: Collectie Piet en Ida Sanders: Een leven met kunst. Tot 21 oktober 2012.
Trouw, 2 oktober 2012 dinsdag
SECTION: Binnenland; Blz. 7
HEADLINE: Jurist die zijn leven lang kunst bleef verzamelen
BYLINE: Van onze redactie cultuur & media
Piet Sanders 1912 - 2012
Twee tentoonstellingen kreeg Piet Sanders cadeau, ter gelegenheid van zijn honderdste verjaardag op 21 september. Een passend geschenk voor een man die samen met echtgenote Ida ruim zeventig jaar moderne en hedendaagse kunst en etnografica verzamelde. Piet Sanders heeft het nog net meegemaakt. Zes dagen na zijn verjaardag is hij overleden.
Piet en Ida Sanders hebben een imposante kunstcollectie opgebouwd met werken van onder meer Henry Moore, Anish Kapoor, Ger van Elk, Panamarenko en de Cobra-kunstenaars. Ze verzamelden niet alleen voor zichzelf. In de loop der jaren hebben ze honderden stukken uit hun collectie geschonken aan musea, waaronder het Kröller-Müller Museum, het Wereldmuseum in Rotterdam, het Afrika Museum, Museum Beelden aan Zee en het Stedelijk Museum Schiedam.
In Schiedam, waar Piet Sanders werd geboren als zoon van architect Pieter Sanders, is nog tot en met 21 oktober de expositie 'Collectie Piet Sanders. Een leven met kunst' te zien, als hommage aan de 100-jarige verzamelaar. Pas drie jaar geleden stopte Piet Sanders met het aankopen van kunst, na het overlijden van echtgenote Ida. Bij hun 70-jarig huwelijksfeest lieten de kinderen Sanders hun ouders portretteren door kunstenaar Ger van Elk. Dit portret fungeert nu als beelddrager van de expositie in het Stedelijk Museum Schiedam. Piet en Ida Sanders waren er erg aan gehecht, ook vanwege het grapje dat Ger van Elk zich had gepermitteerd. Op het portret beeldde hij zichzelf af als Piet en Ida Sanders.
Sanders legde ook de basis voor de kunstcollectie van de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waar hij jarenlang hoogleraar was. Inmiddels bestaat de Erasmus Kunstcollectie uit vijftienhonderd stukken. Ook zorgde Sanders ervoor dat er in en om de universiteit monumentale beelden verschenen. De Erasmus Galerij wijdt tot 19 oktober een expositie aan de oprichter.
Behalve kunstverzamelaar was Sanders ook een vooraanstaand jurist, gespecialiseerd in het arbitragerecht. In de Tweede Wereldoorlog ontsnapte hij als gijzelaar in Kamp Sint-Michielsgestel ternauwernood aan executie. Na de oorlog assisteerde Sanders Wim Schermerhorn, de voorzitter van de Commissie-Generaal voor Nederlands Oost-Indië tijdens de onderhandelingen met de Indonesische leider Soekarno.
Rouwadvertentie NRC, 3 oktober 2012
De Erasmus Universiteit Rotterdam heeft kort na een speciale bijeenkomst ter gelegenheid van zijn 100e verjaardag het droeve bericht ontvangen van het overlijden van Prof.mr. Piet Sanders Hoogleraar burgerlijk recht en de hoofdbeginselen der burgerlijke rechtsvordering; het handelsrecht en faillissementsrecht en het internationaal privaatrecht Bouwdecaan Faculteit der Rechtsgeleerdheid.
Piet Sanders is voor de Erasmus Universiteit Rotterdam van grote betekenis geweest. Hij was als hoogleraar een autoriteit op het gebied van ondernemings- en arbitragerecht. In 1963 was Sanders ook grondlegger van de juridische faculteit in Rotterdam. De oprichting van de (huidige) Erasmus School of Law is zijn verdienste. Kunstverzamelaar en -stimulator Piet Sanders is ook anderszins beeldbepalend geweest voor de Erasmus Universiteit. Hij was als voorzitter van de kunstcommissie initiatiefnemer van de uitgebreide kunstcollectie van de universiteit.
Met grote waardering en dankbaarheid zullen wij hem blijvend herinneren. Onze gedachten zijn bij zijn familie en vrienden.
Het College van Bestuur van de Erasmus Universiteit Rotterdam, Mr. P.F.M. van der Meer Mohr, voorzitter
Elsevier, 6 oktober 2012
SECTION: LEVEN EN DOOD; Blz. 93 Ed. 68 Nr. 40
LENGTH: 526 woorden
HEADLINE: Veelzijdig visionair; Piet Sanders 1912-2012
BYLINE: Gerlof Leistra
Naast zijn werk als advocaat en hoogleraar in Rotterdam was Piet Sanders met zijn vrouw Ida decennialang kunstverzamelaar en adviseur van diverse musea. Zes dagen na zijn honderdste verjaardag overleed hij donderdag 27 september in zijn geboorteplaats Schiedam.
‘Het leven van mijn vader bestond uit lange lijnen,’ zegt Martijn (67), jongste van de drie kinderen en oud-directeur van het Concertgebouw in Amsterdam. ‘Toen mijn moeder drie jaar geleden overleed waren zij 73 jaar getrouwd. Hij woonde in Schiedam in het huis dat zijn vader in 1928 als architect had gebouwd. Vanaf zijn studententijd verzamelde hij kunst en tot op hoge leeftijd had hij een passie voor het arbitrage- en ondernemingsrecht.’
Na het gymnasium in Schiedam studeerde Sanders rechten in Leiden. In 1936 begon hij als advocaat, eerst in Amsterdam en later met een eigen praktijk in Schiedam. Eind jaren dertig zou hij in Leiden promoveren bij professor Rudolph Cleveringa, maar na diens protest tegen het ontslag van Joods personeel werd Cleveringa zelf ontslagen. Sanders weigerde bij een ander te promoveren. In de oorlog zat Sanders als gijzelaar in kamp Sint-Michielsgestel. Na de oorlog promoveerde hij alsnog bij Cleveringa, cum laude.
Als secretaris-generaal van de Commissie-Generaal voor Nederlands-Indië ging Sanders in 1946 naar Indië om te onderhandelen met de latere president Soekarno. Hij was voorstander van snelle onafhankelijkheid van de kolonie, maar werd in Nederland verguisd als ‘verrader’. Hij nam ontslag en werd weer advocaat. In 1959 werd hij hoogleraar aan de latere Erasmus Universiteit en zette hij de juridische faculteit op. Van 1963 tot 1967 was hij er de eerste decaan.
Al in zijn inaugurele rede in 1959 pleitte Sanders voor een Europese nv om multinationals een thuisbasis in Europa te geven. Jaren later vroeg de Europese Commissie hem dit voorstel uit te werken en werd het aangenomen.
Sanders speelde eind jaren vijftig een belangrijke rol bij de totstandkoming van het Verdrag van New York, over arbitrage. ‘Toen de onderhandelingen vastzaten, schreef hij in één weekeinde op de typemachine van zijn schoonvader een voorstel dat vrijwel ongewijzigd werd overgenomen,’ zegt Maarten Kroeze (42), hoogleraar ondernemingsrecht in Rotterdam en decaan. Tot het laatst bleef Sanders de universiteit op de voet volgen.’
In 1937 kocht Sanders zijn eerste schilderij van Karel Appel, met wie hij bevriend raakte. Daarna volgde werk van onder anderen Henry Moore, George Rickey, Joel Shapiro en Hendrik Werkman, en Afrikaanse etnografica. Sanders kocht nooit op een beurs, maar altijd rechtstreeks van de kunstenaars of in galeries. In de loop der jaren schonk het echtpaar Sanders honderden werken aan musea, waaronder het Stedelijk Museum in Schiedam. ‘Hij zat vanaf begin jaren vijftig in de museumcommissie en was nog altijd heel betrokken,’ zegt directeur Diana Wind (54). ‘Ik ging geregeld bij hem op de koffie en ging dan weg met een stapel boeken onder de arm. In de loop der jaren schonk hij werk van onder anderen Karel Appel, Carel Visser, Lucebert en Arnaldo Pomodoro. Hij miste nooit een opening en adviseerde over aankopen. Hij was heel visionair.’