Uit een onthulling van EenVandaag blijkt dat Nederlandse zorgbureaus buitenlandse zorgverleners uitbuiten. Deze zorgverleners werken vaak zeven dagen per week, 24 uur per dag. Dat is veel meer dan in hun contract is vastgelegd en daarmee overtreden de zorgbureaus Nederlandse wetgeving. Daarnaast krijgen buitenlandse zorgverleners ook te weinig betaald. Hoewel Nederlandse zorgbureaus hoge bedragen declareren via het persoongebonden budget (pgb), verdienen de zorgverleners minder dan het minimumloon. Er is nauwelijks toezicht op deze praktijken en controles door zorgkantoren vinden meestal alleen plaats na klachten. Veel zorgverleners durven echter niet te klagen uit angst hun baan te verliezen, waardoor misstanden onopgemerkt blijven. André den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, vertelt in EenVandaag: “Dit is eigenlijk een vorm van moderne slavernij.”
Wanneer je in Nederland recht hebt op zorg, heb je de mogelijkheid om te kiezen tussen zorg in natura of een pgb. Bij zorg in natura, zoals jeugdzorg of verpleeghuiszorg, zal de zorgverlener of de zorginstelling via de zorgverzekeraar of via een zorgkantoor geregeld worden. Dit is anders bij een pgb, waar de budgethouder een geldbedrag krijgt en zelf de verantwoordelijkheid draagt om een zorgverlener te zoeken. EenVandaag schrijft dat veel budgethouders die opzoek zijn naar een zorgverlener uitkomen bij zorgbureaus als Fener Zorg, Espo Zorg of 24-uurs zorgloket. Deze zorgbureaus fungeren als bemiddelaar en regelen een zorgverlener voor de budgethouder.
Het persoonsgebonden budget
EenVandaag heeft in haar onthulling het verhaal van twee buitenlandse zorgverleners gedocumenteerd. Een van deze twee zorgverleners is de 29-jarige Ana, die voor haar werkzaamheden 900 euro per maand ontving. Met enkele Nederlandse toeslagen kwam haar totaal op 1.700 euro, wat onder het Nederlandse minimumloon ligt, dat netto ongeveer 2.300 euro per maand bedraagt voor iemand van haar leeftijd. Ondertussen ontving het 24-uurszorgloket van de cliënten waarvoor Ana werkte bijna 5.000 euro per maand. De reden dat zorgzoekenden voor een pgb kiezen, is omdat zij hun kosten kunnen terugvorderen van de overheid, aangezien de zorg wordt gefinancierd via de Wet Langdurige Zorg. Het 24-uurs zorgloket waar Ana voor werkte stelt dat het pgb alle gemaakte kosten dekt, waardoor de zorgverlener de klant uiteindelijk niets kost. Echter, officieel kan 24-uurs zorg niet worden vergoed vanuit het pgb, omdat dit type zorg op papier niet bestaat.
Den Exter geeft in EenVandaag aan: “Het is heel complex ingericht. Er zitten veel gaten in en je kan ermee knoeien. Het idee van het persoonsgebonden budget waarbij de cliënt zelf kan bepalen is op zich niet verkeerd en daar is niks mis mee zolang het in de familiesfeer blijft. Zelf de keuze kunnen maken is prima, maar zodra het dus aan commerciële bedrijven wordt toegelaten op die markt, wat heel aantrekkelijk is, dan schiet het vaak het doel voorbij en is het risico op fraude aanwezig.”
Een zwakke rechtspositie voor zorgverleners
De andere buitenlandse zorgverlener die door EenVandaag is geïnterviewd is de Bulgaarse Diana. Zij werkte in 2021 onder schrijnende omstandigheden voor het bedrijf Fener Zorg. Zij werkte net als Ana dag en nacht en kreeg onder het minimumloon betaald. Daarnaast bleek zij niet aangemeld te zijn bij de gemeente, werden er geen sociale lasten voor haar betaald en werd zij niet verzekerd voor ziektekosten. Toen Diana een oogaandoening kreeg, stuurde Fener Zorg haar terug naar Bulgarije en moest zij gedurende haar afwezigheid haar eigen vervanger regelen en betalen. Den Exter zegt in EenVandaag over de situaties van Ana en Diana: “Dit is eigenlijk een vorm van moderne slavernij. Een kwetsbare groep mensen die de taal niet spreekt, weet ook helemaal niet wat de mogelijkheden zijn. Vormen van rechtsbescherming zijn totaal onbekend en daar maken deze bedrijven eigenlijk misbruik van.”
Geen melding durven maken
Den Exter benadrukt dat de arbeidsinspectie verantwoordelijk is voor het toezicht, maar dat zij afhankelijk zijn van meldingen. “Ze moeten wel signalen krijgen”, zegt hij tegen EenVandaag. Hij geeft aan dat de inspectie op de hoogte moet worden gebracht en dat dit door zorgkantoren, de zorgverlener of door anderen kan gebeuren. Ana vertelt aan EenVandaag dat veel van haar collega’s niet durven te melden bij hun zorgbureau dat ze slecht worden behandeld. Volgens haar dreigen de bureaus vaak om hen dan terug te sturen naar hun eigen land. Den Exter snapt dat veel buitenlandse zorgverleners geen melding durven te maken. Hij zegt in EenVandaag: “Het dilemma voor de zorgmedewerkers is dat zodra zij melden dat het hier niet helemaal in de haak is, dan wordt die werkgever feitelijk aangepakt. Het bedrijf gaat sluiten en dan hebben ze geen werk meer.”
Minister belooft harder optreden
In EenVandaag heeft minister Eddy van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de situatie van buitenlandse zorgverleners in Nederland een ‘trieste situatie’ genoemd en benadrukt dat dit soort praktijken niet passen in Nederland. Hij roept zorgwerkgevers op om hun personeel met fatsoen te behandelen en het minimumloon en rusttijden te respecteren. Van Hijum belooft harder op te gaan treden tegen misstanden en werkt momenteel aan regelgeving om de uitbuiting van buitenlandse zorgverleners aan te pakken. Hij moedigt mensen aan misstanden te melden bij de Arbeidsinspectie en geeft aan dat er gewerkt wordt aan informatiepunten waar buitenlandse zorgverleners geïnformeerd worden over hun rechten en mogelijkheden tot hulp.
- Universitair Hoofddocent
- Gerelateerde content