Sigrid Hemels, hoogleraar Belastingrecht aan Erasmus School of Law, was te gast bij het programma Scheefgroei. In deze aflevering stonden pensioenen centraal en de scheve verdeling hiervan over de Nederlandse bevolking. Hemels sprak in de aflevering over een tweetal onderwerpen: pensioenen en de bedrijfsopvolgingsregeling, die van toepassing is wanneer kinderen een onderneming overnemen van hun ouders.
Mensen zijn snel aangegrepen wanneer het aankomt op hun pensioenen. Hemels merkte dit ook aan de hoeveelheid reacties die ze ontving toen ze in een opinie in het Financieele Dagblad pleitte voor het fiscaliseren van de AOW-premie, waardoor deze niet meer alleen door werkenden zou moeten worden opgebracht, maar ook door gepensioneerden: “Je komt aan hun inkomen, ik snap dat wel.”
Hetzelfde geldt voor de bedrijfsopvolgingsregeling. Deze regeling maakt het mogelijk om een grote vrijstelling van erf- en schenkbelasting te krijgen wanneer kinderen een familiebedrijf overnemen van hun ouders en dit bedrijf ook voortzetten. “Als je een pakket aandelen in een bedrijf erft dat minimaal vijf procent is, dat is vrij laag, dan betaal je over de eerste miljoen waarde geen belasting. En het meerdere daarvan is voor 83 procent vrijgesteld. Concreet blijkt uit de cijfers van de Belastingdienst dat er een groep van 300 mensen is die meer dan vijf miljoen erft (gemiddeld genomen 19 miljoen) en daar 1,1 procent belasting over betaalt”, aldus Hemels. Ze vraagt zich vervolgens af of we hierin niet te ver zijn doorgeschoten: “Waarom hoeft degene die aandelen erft van een bedrijf waar zijn familieleden aandelen in houden weinig tot geen erfbelasting te betalen en moet iemand die andere vermogensbestanddelen van zijn ouders erft 10 tot 20% belasting betalen? Het bedrijf is niet minder waard doordat familieleden aandeelhouders zijn.”
Volgens een van de andere aanwezigen in het programma, kan het heffen van erfbelasting bij vererving van een familiebedrijf echter ook onaantrekkelijke gevolgen hebben. Zo kunnen kinderen ervoor kiezen om het bedrijf niet over te nemen en wordt de weg voor buitenlandse investeerders vrijgemaakt. De vraag die daar tegenover werd gesteld was of dat noodzakelijkerwijs nadelig zou zijn voor het bedrijf en werkgelegenheid in Nederland.
Zonder de huidige bedrijfsopvolgingsregeling komt de bedrijfsvoering naar het lijkt niet in gevaar. “Uit onderzoek van de Belastingdienst bleek dat 75 procent van de bedrijven die van de bedrijfsopvolgingsregeling gebruik maken op het moment van vererven al voldoende liquiditeiten zou hebben om die belasting te betalen. En inderdaad, dat betekent dat er wat geld uit het familiebedrijf moet”, aldus Hemels. Voor de bedrijven die de belasting niet in één keer kunnen betalen kan een oplossing worden gevonden in een betalingsregeling. Gelet op deze cijfers lijkt het erop dat erfgenamen van familiebedrijven een gelijkere behandeling met andere erfgenamen zouden kunnen dragen en dat dit ook passender zou zijn als er gekeken wordt naar de manieren waarop andere vermogensonderdelen worden geërfd.
In de periode tussen de opname van het programma en de uitzending daarvan, is hierover in het coalitieakkoord opgenomen: “De continuïteit van familiebedrijven wordt ondersteund door (reële) bedrijfsopvolging eenvoudiger en eerlijker te maken. Tegelijkertijd wordt oneigenlijk gebruik van de regeling tegengegaan.
- Professor
- Gerelateerde content