Het nieuwe kabinet wil consumptiegedrag gaan sturen, “maar kijk dan ook naar goede btw- en accijnswetgeving”

Ilona van den Eijnde, wetenschappelijk docent Indirecte Belastingen aan Erasmus School of Law en Martijn Schippers, universitair docent Indirecte Belastingen aan Erasmus School of law, hebben een opiniërende blog geschreven over het sturen van consumptiegedrag en leefstijlbelastingen. De blog is hieronder te lezen:

Het nieuwe kabinet is van plan om te gaan omzien naar de burgers – en dan meer specifiek met betrekking tot het consumptiepatroon. Er komt op de korte termijn een verhoging van de belasting op suikerhoudende dranken, accijnzen op tabak en alcoholische dranken. Op de lange termijn komt er een onderzoek naar de haalbaarheid van een verlaging van het btw-tarief op groente en fruit naar 0% en introductie van een volledige suikerbelasting.

De meeste van deze plannen zijn niet nieuw. De accijns op tabak wordt al decennialang ieder jaar verhoogd en de overige plannen zijn opgenomen als fiches en uitvoerig besproken in het in mei 2020 verschenen rapport “Bouwstenen voor een Beter Belastingstelsel”. Alleen de verhoging van accijns op tabak en alcohol is uitvoerbaar, aldus de opstellers van het Bouwstenen-rapport – gelet op het feit dat de tarieven daarvan immers toch al ieder jaar worden verhoogd. Alle overige maatregelen uit het coalitieakkoord worden volgens de opstellers van het Bouwstenen-rapport echter ofwel niet uitvoerbaar geacht, ofwel wordt de uitvoerbaarheid afhankelijk gesteld van een nog plaats te vinden uitvoerbaarheidstoets.

De effecten van een btw-verlaging kunnen in de praktijk tegenvallen. Zo publiceerde het CBS halverwege 2020 een rapport over de btw-verlaging op e-books van 21% naar 9% met ingang van 1 januari 2020. Conclusies uit het rapport? Per 1 januari 2020 is een gemiddelde prijsdaling van e-books van 3,5% geïdentificeerd, terwijl je op basis van de btw-tariefsverlaging een prijsdaling van ongeveer 10,7% zou verwachten. Vervolgens concludeert het CBS dat de prijsniveaus in juni 2021, dus vijf maanden na de verlaging van de btw-druk, slechts 0,5% onder de prijsniveaus van juni 2020 lagen. Van een tariefsverlaging van circa 10,7% ziet de consument in dit geval dus maar 0,5% terug in zijn aankoopprijs van het product. Trekken wij deze bevindingen door, dan zou een verlaging van het btw-tarief op groente en fruit naar 0% ook niet meer dan een prijsdaling van 0,5% inhouden. Het is nog maar de vraag of de consument met een dergelijke beperkte financiële prikkel ook daadwerkelijk andere – gezondere – keuzes gaat maken.

Moet de overheid dan geen van deze maatregelen invoeren? Nee, dat is niet de boodschap. Wel is het belangrijk dat de overheid bij het ontwerp van dergelijke leefstijlbelastingmaatregelen steeds twee zaken in het vizier houdt: het doel van de regeling (lees: beïnvloeding van consumptiegedrag) en de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de Belastingdienst. Alleen als dit doel deze middelen heiligt, dan verwelkomen wij deze maatregelen niet alleen graag, dan omarmt iedereen deze meteen. Ervaring uit het verleden bieden weliswaar geen garantie voor de toekomst, maar in dit specifieke geval zijn die ervaringen ook niet bijster veelbelovend.

Zijn er dan geen alternatieven? Jazeker wel. Op Europees niveau liggen al voorstellen voor of lopen discussies over een CO2-grensheffing en accijns op kerosine en er is inmiddels al een EU plastic bijdrage. Plastic, brandstof, CO2: maar dus vooralsnog geen suiker. Toch denken wij dat een suikerbelasting op EU-niveau succesvoller kan zijn dan nationale maatregelen zoals die nu worden voorgesteld. Daarnaast vragen wij ons af of een belasting de juiste maatregel voor overheidsingrijpen is. Het instellen van een maximaal suikergehalte levert waarschijnlijk ook niet het beoogde doel op, maar er kunnen wel andere maatregelen worden getroffen die aan reductie van suiker in producten bijdragen. Mexico is op het gebied van de “strijd tegen suiker” een interessant voorbeeld: naast een belasting op suikerhoudende dranken, is er een belasting op hoogcalorisch voedsel, worden ongezonde producten niet aan minderjarigen verkocht én bevatten verpakkingen van ongezonde producten allerlei wettelijk verplichte waarschuwingen over de voedingswaarden (of het gebrek daaraan).

Wat is dus onze boodschap? Het zou mooi zijn dat ook wordt omgekeken naar goede wetgeving, als wordt besloten tot overheidsmaatregelen om consumptiegedrag te sturen. Dat de uitvoering ervan eerst wordt getoetst langs eerder genoemde lijnen en er ook andere, in het buitenland al succesvol toegepaste maatregelen in overweging worden genomen.

Universitair Docent
Gerelateerde content
Mr. Ilona van den Eijnde, onderzoeker bij Erasmus School of Law, heeft een opiniërende blog geschreven over leefstijlbelastingen.
9 gekleurde blikjes frisdrank

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen