De ‘profielkeuze’ van ziekenhuizen vergroot impact op regio’s: zorg verdwijnt of verplaatst

Operatie

Ziekenhuislocaties krimpen, verdwijnen of zorgactiviteiten worden verplaatst. Ziekenhuizen bepalen waar en welke zorg ze verlenen. Dat leidt tot groot ongenoegen van politici en inwoners die graag ‘volwaardige’ ziekenhuizen in streken willen behouden waar alle soorten zorg beschikbaar zijn. Wanneer zogenaamde streekziekenhuizen veranderingen aankondigen, komen bewoners en politici daartegen in opstand. Het probleem is dat ziekenhuizen private organisaties zijn, bijna altijd stichtingen, waar de politiek niet over gaat. Martin Buijsen, hoogleraar Gezondheidsrecht aan Erasmus School of Law, uit zijn zorgen hierover in een artikel van het Financieel Dagblad. “Zij werken met publiek geld, maar staan niet onder democratische controle.”

Het verdwijnen of verplaatsen van bepaalde ziekenhuiszorg heet vaak een ‘profielkeuze’. Personeelstekorten spelen een belangrijke rol bij keuzes van bestuurders. Een andere reden is de hogere kwaliteitseisen welke ziekenhuizen onder druk zet. Ondanks dat verschillende ziekenhuizen benadrukken dat hun organisatie grotendeels onveranderd blijft, leeft bij burgers en politiek vaak het gevoel dat ze iets wordt afgepakt. 

Buiten de democratische controle

Martin Buijsen stelt dat ziekenhuisbestuurders niet aan inspraak hoeven te doen, aangezien zij erover gaan en niet de politiek. “De zorg is, zeker als het om de ziekenhuizen gaat, met de invoering van het huidige stelsel in 2006 sterk gedepolitiseerd. Gemeentelijk en provinciaal bestuur kunnen van alles vinden, maar zijn niet betrokken bij besluitvorming. En de Rijksoverheid regeert alleen nog maar indirect, via toezichthouders.” Buijsen vindt het problematisch dat alles in handen is gegeven van bestuurders van ziekenhuizen en zorgverzekeraars. “Zij werken met publiek geld, maar staan niet onder democratische controle. Natuurlijk, die controle zou ik liever wel zien. Het gaat hier om de belangen van de burger”, voegt Buijsen daaraan toe. 

De hoogleraar legt verder uit dat de adherentiegebieden van ziekenhuizen zelden tot nooit samenvallen met gemeentegrenzen, waardoor het alleen in grote steden zin zou kunnen hebben dat de gemeentelijke politiek bemoeienis heeft met de inrichting van de ziekenhuiszorg. “In de regio, waar de toegankelijkheid en de kwaliteit van de ziekenhuiszorg meer aanleiding geven tot zorgen, ligt het eigenlijk voor de hand dat er betrokkenheid vanuit de provincie is.” 

Aan het roer

Buijsen stelt dat het onjuist is te denken dat ziekenhuizen het compleet voor het zeggen hebben en de politiek vanaf de zijlijn enkel kan toekijken. “Het is een misvatting dat de Nederlandse ziekenhuiszorg op dit moment geheel vrij is van overheidsplanning. Voor spoedeisende hulp en voor bijzondere medische verrichtingen gaat dat niet op. De laatste, denk bijvoorbeeld aan kinderhartchirurgie, zijn grotendeels onderworpen aan een verbods- en vergunningenregime dat gehandhaafd en uitgevoerd wordt door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze houdt bij de vergunningverlening om redenen van toegankelijkheid en kwaliteit rekening met de spreiding van deze voorzieningen over het hele land. Daar waar in de regio de toegankelijkheid van electieve (niet-acute) ziekenhuiszorg in het gedrang dreigen te komen, zouden de provincies van een vergelijkbare bevoegdheid gebruik moeten kunnen maken. Een ziekenhuisbestuurder laat zich nu eenmaal leiden door het ziekenhuisbelang.”

Volgens Buijsen strookt dat belang niet per definitie met het algemenere belang dat de regio stelt in de toegankelijkheid en kwaliteit van electieve ziekenhuiszorg. “Beslissingen die daarmee op gespannen voet zouden kunnen staan, concentraties, het afstoten van onderdelen etc., zouden aan het provinciebestuur moeten worden voorgelegd”, aldus Buijsen. 

Verschillende belangen

Buijsen stelt dat er meer nodig is voor een betere participatie van burgers en lokale politici als oplossing voor de personeelstekorten in ziekenhuizen. “Voor het oplossen dan dit specifieke probleem is uiteraard meer nodig dan het creëren van zeggenschap op provinciaal niveau. Maar onderwijsinstellingen en zorgaanbieders maken op dit moment zeer lokaal, incidenteel en nogal opportunistisch samenwerkingsafspraken. Dat zou structureler vormgegeven en beter gecoördineerd kunnen worden door de provincie.”

Zowel ziekenhuisbestuurders als zorgverzekeraars zijn belangrijke spelers in de huidige machtsverhoudingen. Maar welke rol qua verandering is weggelegd voor zorgverzekeraars in het kader van democratische controle en burgerparticipatie? Volgens Buijsen strookt het particuliere belang van een zorgverzekeraar niet per definitie met het belang dat een regio stelt in de toegankelijkheid en de kwaliteit van electieve gezondheidszorg. “De relevante geografische markt voor zorgverzekeringen is nu eenmaal Nederland, niet de regio. Voor zorgverzekeraars zou er niet zoveel veranderen. Als hun zorginkoopbeleid consequenties zou hebben voor de toegankelijkheid en de kwaliteit van de zorg in de regio, weten zij dat de betrokken aanbieders van ziekenhuiszorg niet om het provinciebestuur heen kunnen”, legt Buijsen uit. 

Groener gras bij de buren?

Volgens Buijsen zijn er geen buurlanden om naar te kijken wanneer het gaat om een voorbeeld van succesvolle participatie van burgers en lokale politiek in de ziekenhuisbesluitvorming die als model kunnen dienen voor Nederland. “Dat is Nederland zelf. Velen zijn vergeten dat het huidige Nederlandse ziekenhuislandschap, dat nog steeds gunstig afsteekt bij dat in het buitenland, grotendeels het product is van democratisch gecontroleerde aanbodregulering, zoals die voor 2006 bestond. Het aantal ziekenhuisorganisaties en het aantal vestigingen is sindsdien sterk teruggelopen. Uiteraard heeft het sluiten van een ziekenhuislocatie niet per definitie negatieve gevolgen in termen van toegankelijkheid en kwaliteit, maar je moet het je als samenleving niet laten overkomen dat dat wel gebeurt. Daarom is democratische controle nodig.”

Professor
Gerelateerde content
André den Exter, universitair hoofddocent Gezondheidsrecht, gaat in op de uitspraak van rechtbank Midden-Nederland over de sluiting van Nederlandse kinderhartce
André den Exter

Vergelijk @count opleiding

  • @title

    • Tijdsduur: @duration
Vergelijk opleidingen