Casusgestuurd onderwijs
Als student leer je met casusgestuurd onderwijs (CGO) medische kennis en klinische vaardigheden aan de hand van realistische situaties uit de praktijk. Je leert biomedische concepten begrijpen door te oefenen met veel korte casussen uit de volledige wijdte van de artsenpraktijk.
Dr. Gijs Elshout, programmadirecteur Bachelor Geneeskunde, legt in de video uit wat CGO inhoudt.
Casusgestuurd Onderwijs (CGO) binnen EA2030 kent drie onderdelen, namelijk:
Elke casus start met een pitch die het onderwerp introduceert. De pitch kan fysiek worden gegeven aansluitend op een hoorcollege, een videofragment of artikel zijn of een deel van een talkshow waarin een medisch of ethisch dilemma wordt besproken.
Tijdens gestuurde zelfstudie leer je concepten die je tijdens de CGO-bijeenkomst toepast. De zelfstudie bestaat uit verschillende onderdelen waaronder literatuur, e-modules, kennisclips en zelfstudieopdrachten.
Tijdens de casusbespreking pas je de geleerde kennis toe in een bepaalde context. De context kan gerelateerd zijn aan de pitch, of kan nieuwe of aanvullende informatie bevatten. Samen met medestudenten ga je actief aan de slag met leervragen, bedenk je oplossingen voor dilemma’s, ga je met elkaar in discussie, creëer je producten of speel je een rollenspel. De CGO-docent wakkert de discussie aan en stelt verbredende en verdiepende vragen.
Een casus hoeft niet altijd een ‘patiëntcasus’ te zijn. Casussen kunnen bijvoorbeeld ook gaan over de uitbraak van het noro-virus in een verpleeghuis of over de lage vaccinatiegraad in Rotterdamse wijken Katendrecht en Charlois.
Weekoverzicht
Je volgt kleinschalig onderwijs. Dit bestaat uit casusbesprekingen en vaardigheidsonderwijs. Daar bereid je je op voor met e-modules, kennisclips en literatuur.
Daarnaast krijg je grootschalig onderwijs, zoals inspiratiecolleges, patiëntdemonstraties of integratiecolleges, waarin verschillende onderwerpen samenkomen. De onderwerpen kunnen aansluiten bij de casussen van de week. Het grootschalige onderwijs wordt gegeven door meerdere artsen, onderzoekers en zorgprofessionals.
Tijdens het flankerend onderwijs maken studenten kennis met de klinische praktijk, bijvoorbeeld klinische vaardigheden of wetenschappelijke vorming.
Projectonderwijs
In het projectonderwijs leer je omgaan met grote complexe gezondheidsvraagstukken die maatschappelijke impact hebben. Voor deze vraagstukken zijn vaak geen eenduidige oplossingen. De rijkheid aan projecten stoomt je klaar voor je toekomstige rol als arts en scherpt je kritisch denken. Het biedt je ook ervaring met het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en leert je kennis te integreren en toe te passen op vraagstukken.
Sid Morsink, docent, psychiater en clusterleider Projectonderwijs, legt in de video uit wat projectonderwijs inhoudt.
In bachelorjaar 1 en 2 start je met een uit de praktijk gegrepen gezondheidsvraagstuk. Samen met je medestudenten onderzoek je dit vraagstuk gedurende vier weken. Jullie sluiten de periode af met een concreet product en een presentatie van jullie bevindingen.
Iedere groep heeft ook supervisiemomenten met een docent. Die ondersteunt bij het regelen van praktische zaken, monitort het samenwerkingsproces en stimuleert studenten om elkaar feedback te geven. Gedurende de projectweken hebben studenten ook contact met de opdrachtgever, zodat ze inhoudelijke vragen over de opdracht kunnen stellen.
Je sluit de projectweek af met een projectproduct. Het projectproduct is het resultaat van een grote oefening in vaardigheden en doeteen beroep op de creatieve en cognitievevermogens van studenten. Het projectproduct is tevens een academische oefening waarbij je academische standaarden hanteert: argumentatie, heldere formulering, bronvermelding, integriteit, toepassing van analytische begrippen en aandacht voor verschillende perspectieven.
Vorming Identiteit en professionaliteit
Vorming Identiteit en Professionaliteit (VIP) zorgt ervoor dat studenten zichzelf leren kennen in relatie tot het beroep van arts waar ze naartoe groeien. Je leert de vaardigheden aan waarmee je je een leven lang kan blijven ontwikkelen.
VIP richt zich op het leren participeren aan een veranderende en diverse maatschappij met nadruk op duurzame inzetbaarheid. Om er voor anderen te kunnen zijn, hoor je in de eerste plaats goed voor jezelf te zorgen. Dit vraagt om (emotionele) stabiliteit, weerbaarheid en veerkracht.
Dr. Martijn Visser, docent, psycholoog en clusterleider VIP, en dr. Annemerle Beerthuizen, docent, onderzoeker Medische Psychologie en clusterleider VIP, leggen uit wat VIP inhoudt.
Onderdelen Vorming Identiteit en Professionaliteit:
Dit VIP-onderdeel richt zich op het leren participeren aan een veranderende maatschappij met nadruk op duurzame inzetbaarheid. Het bestaat onder andere uit workshops, podcasts en documentaires op het gebied persoonlijke ontwikkeling.
Dit richt zich op het ontdekken van zoveel mogelijk aspecten van het beroep arts. Je ontdekt waar je energie van krijgt om zo in de toekomst een richting te kiezen die goed bij je past.
Het aanbod bestaat uit meeloopdagen met zorgprofessionals en patiënten, interviews, vraag-maar-raak sessies, speeddates met artsen, patiëntperspectieven middels podcasts en video’s van patiënten, artsen en andere zorgprofessionals en loopbaancoaching.
De Erasmusarts leert om goed samen te werken. Als arts wordt er van je verwacht dat je flexibel bent in de samenwerking met anderen zowel binnen als buiten je eigen discipline. Daarnaast moet je als arts verschillende rollen kunnen aannemen, en goed om kunnen gaan met het perspectief van een ander.
De opleiding besteedt veel aandacht aan diversiteit en inclusiviteit. Zo leren studenten op een respectvolle en professionele manier omgaan met verscheidenheid en het belang van een inclusieve gezondheidszorg uit te dragen.
Als student sta je regelmatig bewust stil bij hoe het met je gaat en bespreek je dit in een voortgangsgesprek met je VIP-coach of in een coachgesprek met een coach. Je verzamelt gegevens over je persoonlijke en professionele ontwikkeling in een portfolio en reflecteert hierop. Samen met je VIP-coach ontwikkel je een plan om je optimaal te ontwikkelen.
Programmatisch toetsen
Programmatisch toetsen (PT) is een vorm van toetsen waarbij groei en ontwikkeling centraal staan. Toetsen zijn bedoeld om het leerproces van de student te ondersteunen. Studenten ontvangen feedback op hun prestaties en reflecteren hierop. In je portfoliosysteem monitor je zelf je kennisgroei en competentie-ontwikkeling en stuur je zo nodig bij.
Emely Spierenburg, onderwijskundige, legt in de video uit wat Programmatisch Toetsen inhoudt.