Onlangs heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) een update van hun onderzoek naar de loonkloof gepubliceerd (De arbeidsmarkt in cijfers, 2019). Daarin wordt getoond dat het verschil in het gemiddelde uurloon tussen mannen en vrouwen gedaald is naar 14 procent, waar deze in 2016, voor overheid en bedrijfsleven, respectievelijk 8 en 19 procent was. Een goede ontwikkeling!
Een minder goede ontwikkeling, is dat de gedegen statistische analyse die op de uitkomsten uit 2016 volgden, niet is opgenomen in de nieuwe publicatie van het CBS. Die statistische analyse was bedoeld om gelijk loon voor gelijk werk te onderzoeken. Daarvoor in de plaats is een, mijns inziens, discutabel alternatief gekomen.
Het CBS doet na het vinden van de gemiddelde loonkloof van 14 procent, namelijk enkele verfijningen. Allereerst wordt besloten om niet naar het gemiddelde te kijken, maar naar de mediaan. Redenatie: “de lonen van hoogbetaalde mannen [wegen] zwaar [mee]” wanneer het gemiddelde uurloon wordt gebruikt. Resultaat: de loonkloof is niet 14 procent, maar slechts 7 procent!
Het bezwaar tegen deze aanpak is dat de behoorlijk scheve verhouding tussen hoogbetaalde mannen en vrouwen in Nederland juist één van de problemen is. Door dus naar de mediaan te kijken in plaats van naar het gemiddelde, wordt dit verschil (of glazen plafond) genegeerd.
Het is in statistische kringen redelijk gangbaar om op enigerlei wijze extreme waarnemingen minder zwaar te wegen. Bovenstaand punt is dan ook niet mijn grootste bezwaar. Mijn grootste bezwaar ligt bij de stap die vervolgens wordt genomen: in plaats van naar het brutoloon, wordt er naar het nettoloon gekeken. Resultaat: “het mediane netto-uurloon van vrouwen [komt] 2 procent hóger uit dan dat van mannen”.
Maar, dat is toch niet de verdienste van de werkgever of leidinggevende die het loon van de medewerker heeft bepaald? Dat de netto-loonkloof kleiner is dan de bruto-loonkloof, komt toch gewoon door het progressieve belastingstelsel dat in Nederland wordt gehanteerd? Het is slechts door regelgeving dat de netto-loonkloof lager uitvalt. De bruto-loonkloof, en bij voorkeur dus berekend met het gemiddelde, geeft aan dat er nog altijd een verschil zit tussen hoe werkgevers en leidinggevenden in Nederland mannen en vrouwen belonen.
Zoals hierboven is beschreven, worden in de recente publicatie van het CBS een aantal vreemde stappen genomen. Daarbij is het weglaten van de analyse over gelijk loon voor gelijk werk een gemis. Het blijft namelijk interessant om te onderzoeken of voor gelijk werk ook gelijk loon wordt betaald. Om die vergelijking te kunnen maken, is de eerdergenoemde gedegen statistische analyse een noodzaak.
In deze statistische analyse wordt getracht een eerlijke vergelijking tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt te maken. Daarbij wordt gecorrigeerd met leeftijd, opleidingsniveau, en parttime of fulltime werk. Zo wordt een vrouw dus vergeleken met een man met vergelijkbare werkervaring en opleiding: krijgt zij gelijk loon voor gelijk werk? Uit de analyse uit 2016 blijkt dat, na deze correctie, nog altijd een loonkloof van 5 en 7 procent, voor respectievelijk overheid en bedrijfsleven, wordt gevonden. Géén gelijk loon voor gelijk werk dus! Maar hoe heeft dat zich ontwikkeld? Wat was de loonkloof in 2019? Daar blijft het CBS het antwoord schuldig.
(*) De mediaan is het middelste getal wanneer alle getallen van laag naar hoog worden gesorteerd.
- CV
Dr. Koen Bel is Data Scientist bij Erasmus Q-Intelligence, een analytics consultancybureau verbonden met de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij voert verschillende projecten voor het bedrijfsleven uit, onder andere op het gebied van HR Analytics. Daarnaast is hij programmadirecteur van het Executive Program HR Analytics.
- Meer informatie
Weten wat de loonkloof is in uw organisatie?
Lees meer op hrinsights.app en doe de Pay Gap Analyser