In november organiseert EHERO de masterclass Waarde van Hoop. Ter voorbereiding interviewen wij de sprekers in dit programma over onder andere hun eigen hoop voor de toekomst, bronnen van hoop, en hun twijfels en vragen. Deze week: programmamanager Ecohumanisme bij het Humanistisch Verbond en klimaatcoach Lotte Huijing. In de masterclass gaat zij aan de slagzij met het werk van Joanna Macy, milieuactivist, boeddhist en auteur. Zij benadrukt dat we alleen hoop kunnen houden wanneer we ook onder ogen komen dat het samengaat met pijn, verdriet en rouw. Zeker in tijden van groeiende (klimaat)crises, is het belangrijk om die pijn de erkennen, te delen, en vervolgens samen de koppige optimist in onszelf te vinden, vertelt Huijing.
Vind je dat we als mensen een morele opdracht hebben om hoopvol te blijven?
Ja, ik denk het wel. Maar het is ook bij gebrek aan beter, want het alternatief is wat mij betreft niet aanlokkelijk. Dan zouden we vervallen tot cynisme en apathie, en dat brengt ons ook niet verder. Hoop is bovendien effectiever om mensen mee te krijgen dan angst, dus het is ook strategisch slim om op hoop in te zetten. Als ik kijk naar mezelf als moeder, zie ik het ook niet zitten om tegen mijn kinderen te zeggen dat de wereld eraan gaat. Het is mijn pedagogische rol om hoop te houden. Wat dat betreft helpt het om de toekomstige generatie in huis te hebben.
Hoop kunnen houden heeft ook met persoonlijkheid te maken, met steun ervaren, en succeservaringen opdoen. Ik maak me wel eens zorgen over de mensen die zich helemaal niet bezighouden met een betere toekomst. Mensen die zoiets hebben van ‘na mij de zondvloed’. Ik vind dat kortzichtig en moreel problematisch. Want hoop houden en daardoor de motivatie voelen om ‘het juiste’ te doen, wat dat ook voor jou betekent, geeft zin en betekenis aan je leven.
Hoe denk jij dat mensen hoop terug kunnen vinden wanneer ze het even niet meer zien?
Het klinkt misschien tegenstrijdig, maar ik heb het idee dat we er juist last van hebben dat we de wanhoop te veel wegdrukken. Wanneer we bang zijn voor de toekomst, of verdriet voelen over wat niet is gelukt, willen we vaak zo snel mogelijk van die gevoelens af. We bagatelliseren het, of walsen eroverheen met dooddoeners.
Ik heb juist het idee dat je die bodem moet verkennen, het liefst samen met anderen en eventueel met deskundige begeleiding. Onderzoek maar eens hoe die angst en pijn voelt, en waar die vandaan komt. Dan kom je erachter dat de bodem vaak minder diep is dan je misschien had gedacht. Bovendien doorbreek je zo je isolement en dat is heel belangrijk. Wanneer je niet om je heen hoort dat anderen zich ook zorgen maken, ga je denken dat jij gek bent. Wanneer je lotgenoten vindt, merk je dat je niet alleen in staat.
De actieve hoop waar Joanna Macy over schrijft, biedt ruimte voor de angst en wanhoop waar we vaak niet bij stilstaan. Ik ben ervan overtuigd dat het helpend is als je de emotionele vaardigheid ontwikkelt om die gevoelens aan te gaan. En er samen met anderen de tijd voor maakt. Vooral als je daarna óók gezamenlijk weer uit de put klimt.
Waarom denk je dat we het zo moeilijk vinden om die ongemakkelijke gevoelens toe te laten?
Het zijn emoties die verbonden zijn met het leven en een levensbedreigende situatie. Angst is erop gericht om me veilig te houden. Ik voel het wanneer ik op een brug sta en in de diepte kijk. Woede voel ik wanneer er een grens wordt overschreden. Deze emoties komen heel dichtbij: het gaat over jou als mens, over waar jij voor staat. Dus ook bij de dood vinden we grote emoties heel spannend. Een rouwproces meemaken, vinden we over het algemeen ook heel lastig. Ik durf niet te zeggen of dat nu meer zo is dan vroeger. Volgens mij vinden de meeste mensen het gewoon niet heel prettig om bij ingewikkelde emoties stil te staan.
Waarom is het zo belangrijk om onze hoop te delen met anderen?
Wanneer je samen over hoop praat, kom je erachter wie er nog meer mee bezig zijn. Zo zie je hoe jij een deel bent van het grotere geheel, en hoe jij een rol kan oppakken die bij jou past. Wanneer het over grote maatschappelijke uitdagingen gaat krijgen we vaak zo’n ‘Atlas-gevoel’; het idee dat als jij je ermee bezig gaat houden, je alles moet gaan doen. Maar dat kan gewoonweg niet. In de klimaatbeweging wordt nu vaak gezegd: we hebben veel imperfecte mensen nodig, niet een paar perfecte mensen.
Wat trekt jou zo aan in dit onderwerp?
Ik denk dat het ook heel erg past bij mijn persoonlijkheid. Vriendinnen zeiden vroeger wel eens tegen mij dat ze het heerlijk vinden om slap te ouwehoeren over niks, maar dat heb ik nooit begrepen. Ik wilde ook als puber al graag ‘diepe gesprekken’ voeren. En dat is nog steeds waar ik het interessant vind worden, wanneer het gaat over onze identiteit, onze waarden, dat voelt als mijn comfortzone. Het mooie daaraan vind ik vind dat er veel uiterlijk gedoe wegvalt, omdat het gaat over iets wezenlijks. En ik denk dat veel mensen dat herkennen. Bijvoorbeeld aan een sterfbed, daar heb je het opeens over heel andere zaken.
Bovendien gaat het vaak samen met een intimiteit. Ik vind het iets intiems hebben om onze emoties te kunnen delen. We vinden het vaak gênant om aan anderen laten zien hoe je eruitziet als je echt boos bent. Daarom schamen we ons bijvoorbeeld ook wanneer je peuter een woedeaanval krijgt in de supermarkt. Als anderen die emoties mogen zien, is dat heel intiem. Ik koester die momenten.
Denk jij dat het erg is als hoop naïef is?
Als die naïeve hoop je in slaap gesust houdt, omdat je denkt dat het wel goed zal komen, dan ben ik daar geen voorstander van. Aan de andere kant gun ik het mensen ook om zo nu en dan weg te kunnen kijken. Er zijn ook bepaalde wereldproblemen waarvoor ik mijn oogkleppen opzet. Het is dus een mengeling, je moet een manier vinden die voor jou oké is, waardoor je een passende verantwoordelijkheid kan nemen.
Het is wel belangrijk om kleine dingen te vinden waar je hoop voor houdt. Als ik bijvoorbeeld naar mezelf kijk, en de zorgen die ik heb over het klimaat, dan geloof ik niet dat we die maximale opwarming van 1,5 graad gaan halen. Daarom vertel ik mezelf dat elke tiende graad die we kunnen voorkomen, alsnog een groot verschil kan maken.
En het is belangrijk om je niet helemaal te verliezen in denken over de toekomst, waardoor je het hier-en-nu vergeet. Tijdens de klimaatvrijplaats die we met het Humanistisch Verbond organiseren hebben we bijvoorbeeld een dialoog over het ‘niet weten’. Met name als het gaat over het klimaat zijn er natuurlijk allerlei prognoses en berekeningen, maar we weten niet waar het precies naartoe gaat. Daarin zit ook een uitdaging: kan je omarmen dat het nog niet vastligt? Ik vind dat ook mooi, want het geeft ruimte en troost. En daarin ligt een mogelijkheid voor hoop. Het gaat erom dat je jezelf afvraagt wat je graag zou willen zien, wetende dat de toekomst onzeker is.
“Benieuwd naar de masterclass ‘Waarde van Hoop’? Kijk dan hier”.