Dit is het eerste artikel in een reeks over ‘Bevredigende winst’. Hierin reflecteren onderzoekers op dit begrip en de benodigde richtlijnen voor de praktijk bij inzet hiervan. Tevens komen voorbeelden aan bod van organisaties die reeds handelen in lijn met de principes onderliggend aan bevredigende winst. In dit artikel wordt ingegaan op een aanpassing van het maximalisatiemodel naar een model van voldoening.
Een woord vooraf
Het eerste artikel van een reeks over ‘Bevredigende Winst’, geschreven door Rob van der Wal, Henri Slob en Harry Commandeur, en werd eerder gepubliceerd op: 26-09-2019. Rob van der Wal is Programma Manager bij de Erasmus School of Accounting & Assurance en Academic Director van de Master in Accounting, Auditing en Control aan de Erasmus Universiteit. Henri Slob is junior onderzoeker bij het Erasmus Institute for Business Economics en Harry Commandeur is hoogleraar Industriële Economie en Bedrijfshuishoudkunde aan de Erasmus Universiteit.
Wat is het principiële verschil tussen de huidige en een betekenisvolle economie?
Winstmaximalisatie is uitgangspunt van de neoklassieke economische theorie en passend in de holistische visie op de onderneming, de onderneming als zelfstandige eenheid met een eigen doelstelling. Er zijn echter belangrijke factoren in de huidige bedrijfsvoering die winstmaximalisatie onder druk zetten, zoals maatschappelijke verantwoordelijkheid (duurzaamheid), personeelsbeleid (ontwikkeling van werknemers, werknemerstevredenheid), wereldwijde concurrentie en innovatie. Meer en meer heeft de gedachte postgevat dat een onderneming moet worden gezien als een netwerk van bij de onderneming betrokken partijen. Deze partijen willen hun eigen doelstellingen (bijvoorbeeld op het terrein van milieu, een hot topic) kunnen terugvinden in de strategische doelstelling(en) van de onderneming. Dat leidt tot (extra) kosten en daarmee tot een invloed op de winst.
Winst- en governancevraagstuk
We schrijven juni 1959 als Simon schrijft over satisfactory profits, een concept dat 'more meaningfully is related to the psychological notion of aspiration levels than to maximization' (Simon, 1959, p. 262), omdat een ondernemer 'simply may want to earn a return that he regards as satisfactory' (idem, p. 262). Simon constateert dat de belangen van aandeelhouders en managers kunnen conflicteren waardoor de winst van de onderneming niet wordt gemaximaliseerd. In de huidige tijd zouden we dat opportunistisch (disfunctioneel) gedrag van de managers noemen, waarbij de managers gebruik maken van hun informatievoorsprong.
De principal-agent theory
Dit is ook het uitgangspunt van de principal-agent theory. Deze theorie (Jensen & Meckling, 1976) is een veelgebruikte theorie in management control literatuur om gedrag van managers in het kader van het sturen en beheersen van organisaties te verklaren. Gesteld kan dan ook worden dat Simon eigenlijk de voorloper was van die agency theory en zijn tijd dus (ver) vooruit was. Simon stelt ook dat in geval van onvolkomen concurrentie (en daar zal in de meeste gevallen sprake van zijn) maximalisatie een vaag begrip is, omdat de optimale beslissing bij een onderneming afhankelijk is van beslissingen/acties van andere ondernemingen. Zie hier al het belang van supply chain management en speltheorie waarvan Neumann en Morgenstern algemeen worden beschouwd als grondleggers na de publicatie van Theory of Games and Economic Behavior (1944).
"There are different profit concepts for different purposes."
Een theorie die ook nu nog veel wordt gebruikt om strategisch gedrag van managers te verklaren. Een additioneel probleem bij de beantwoording van de vraag wat maximale winst is, is dat er geen eenduidig winstbegrip bestaat. Zo introduceerde Burgert (1967) het adagium 'different profit concepts for different purposes'. Afhankelijk dus van de doelstelling van winstbepaling moet een winstbegrip worden gekozen. En de keuze is schier eindeloos, nog afgezien van de invloed van allerlei beslissingen die moeten worden genomen ten aanzien van de waardering en verwerking van balansposten.
Een aanpassing van het maximalisatiemodel
Herbert A. Simon (1959) geeft op heldere wijze weer dat de theorie van nutsmaximalisatie voor individuen niet strookt met de werkelijkheid. Hij trekt vervolgens de analogie met de theorie van winstmaximalisatie door ondernemers. Dit doet hij om uiteindelijk uit te komen bij het concept ‘satiation’ (verzadiging). Hier legt hij de link tussen de psychologische en de economische wetenschap. Wetenschappers in de economische traditie van de nutsfunctie nemen vaak de oorzaken van gedrag aan als exogene informatie bij het opstellen van het model. Deze oorzaken van gedrag, of de drijfveren van de mensen zoals dat in de psychologie genoemd wordt, volgen voor de econoom uit het resultaat dat afgelezen kan worden uit het gedrag zelf.
Een model van voldoening
Psychologen zien acties echter meestal als gevolg van drijfveren. Om economisch handelen beter te begrijpen stelt Simon voor om modellen niet te maken onder aanname van ‘maximalisering’, maar ‘voldoening’ (‘satisficing’). Dit vanwege het feit dat iedere onderneming opereert in een complexe omgeving vol met verschillende relaties (Powell, 1990). Dan kan je, zo stelt Simon, niet aannemen dat aspiratieniveaus, die zich altijd aanpassen, op de lange termijn naar het maximum neigen. Een model van voldoening neemt het marktevenwicht én de methode om daar te komen in ogenschouw, dit in tegenstelling tot een maximalisatiemodel waarbij het marktevenwicht van grootst belang is. Daarmee is een model van voldoening rijker in het verklaren van gedrag, zo stelt Simon, dan een maximalisatiemodel.
Incorporeren op organisatieniveau
Ook Cyert en March (1956) benoemen de tekortkomingen van de gangbare ideeën over het streven naar winstmaximalisatie in het licht van de psychologische kennis destijds. Individuen blijken niet altijd te streven naar maximalisatie van hun nutsfunctie. Het doel van Cyert en March is om deze kennis op het niveau van individuen te incorporeren op organisatieniveau. Dit vanwege het feit dat modellen die niet met een ‘acceptable-level profit’ rekenen tekort doen aan de werkelijke gedragingen in het planningsproces binnen ondernemingen.
Een route naar het bereiken van voldoening
Van oudsher wordt in de economische wetenschap gerekend met het middelen – doelen (means – ends) raamwerk (Robbins, 1932). Hierbij worden waarden en drijfveren van individuen exogeen verondersteld. Deze hoeven dan ook niet meegenomen worden in een economisch model dat gebouwd is op basis van dit raamwerk. Het doel is volgens deze theorie dat de mens die economisch handelt zijn of haar schaarse middelen zo efficiënt mogelijk aanwendt om het doel te bereiken. Op grond waarvan deze verdeling plaatsvindt, is niet van belang. Deze vereenvoudiging van de werkelijkheid omwille van het model heeft zijn voordelen, want hierdoor hoeven minder factoren meegewogen te worden. Het nadeel is echter dat de werkelijkheid tekort wordt gedaan.
Het middelen-doelen raamwerk
Mensen hebben namelijk wel degelijk waarden die meewegen bij beslissingen. Wij trachten deze variabele te endogeniseren in het middelen – doelen raamwerk. Dit leidt tot het middelen – doelen – waarden (means – ends – values) raamwerk. Simon (1959) heeft dit ook reeds in enige mate gedaan. Hij stelt dat het niveau van voldoende winst bepaald en behaald kan worden door zoekactiviteiten uit te voeren (Simon, 1959, p. 277). Hieraan voorafgaand heeft een individu echter al doelen of waarden waarop de uiteindelijke keuze is gebaseerd. De doelen of waarden, in combinatie met de verzamelde feiten over de omgeving en de conclusies die hieruit getrokken worden, leiden tot de keuze (Simon, 1959, p. 273).
Blik op de nabije toekomst
Concluderend kunnen we zeggen dat het model van winstmaximalisatie een aantal zwaktes kent. Als versterking biedt Herbert A. Simon het model van voldoening. Hierin wegen de doelen, waarden en informatiezoektocht van een individu mee bij het nemen van een beslissing. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden dat een mens beperkt is in het kennen, beslissen, willen en in zijn of haar fortuin/geluk (Van Geest et al., 2019). Ondanks deze staat van een mens is hij of zij in staat te streven naar perfectie door beperkingen weg te werken of door krachten verder te ontwikkelen. Hiervoor is echter wel een evenwichtige visie op tijd nodig met ruimte voor voldoende positieve subjectieve tijdsbeleving (Rupert et al., 2018). Dit alles samengenomen biedt ruimte voor het ontstaan van een organisatie waarin het handelingsprincipe gevonden wordt in het begrip ‘liefde’. Het belang hiervan voor de organisatiewetenschappen wordt helder beschreven door Tasselli (2019).
Referenties
- Burgert, R. (1967). Bedrijfseconomisch aanvaardbare grondslagen voor de gepubliceerde jaarrekening. Bijlage bij De Accountant.
- Cyert, R.M. & James G. March (1956). Organizational Factors in the Theory of Oligopoly. The Quarterly Journal of Economics 70(1), 44-64.
- Jensen, Michael C. & William H. Meckling (1976). Theory of the firm: Managerial behavior, agency costs and ownership structure. Journal of Financial Economics 3(4), 305-360.
- Neumann, J. von & Oskar Morgenstern (1944). Theory of games and economic Behavior. Princeton University Press.
- Powell, Walter W. (1990). Neither market nor hierarchy: Network forms of organization. Research in Organizational Behavior 12, 295-336.
- Robbins, Lionel C. 1932. An Essay on the Nature and Significance of Economic Science. London: Macmillan.
- Rupert, J., J. Hengstmengel, P.J.J. van Geest & H.R. Commandeur (2018). Mens, werk en economie in het licht van de tijd: Veranderlijkheid en vergankelijkheid in bedrijf & organisatie. Amsterdam: Boom Uitgevers.
- Simon, Herbert A. (1959). Theories of decision-making in economics and behavioral science. The American Economic Review 49(3), 253-283.
- Tasselli, S. (2019). Love and Organization Studies: Moving beyond the Perspective of Avoidance. Organization Studies 40(7), 1073-1088.
- Van Geest, P.J.J., J. Rupert, J. Hengstmengel, A.J. Biemond & H.R. Commandeur (2019). De onvolkomenheid van de mens & het streven naar perfectie. Amsterdam: Boom Uitgevers.
- Meer informatie
Is dit iets waar jij ook weleens over nadenkt? Meld je aan voor ons Executive Program 'De Waarde van Mensgericht Ondernemen' en spar met experts en gelijkgestemden!
- Gerelateerde content