Het wederzijdse wantrouwen tussen overheid en burger is lastig op te lossen. Tine De Moor doet onderzoek naar burgercollectieven. Tijdens de 20e Rotterdamlezing geeft ze een kijkje in de lessen die we uit de historie van deze initiatieven kunnen leren én wat de waarde ervan is. “Leden van burgercollectieven ervaren hierdoor grip op hun leven.”
In Debatpodium Arminius ging Tine De Moor (hoogleraar Sociale ondernemingen en Instituties voor Collectieve Actie aan Rotterdam School of Management) dieper in op de wereld en waarde van burgercollectieven. Hoe kunnen deze initiatieven Rotterdammers helpen?
Rotterdamse burgercollectieven
Een collectief ontstaat wanneer burgers een behoefte hebben, maar geen oplossing vinden via de markt of overheid. Daarom vormen zij een niet-hiërarchische groep die niet gericht is op commerciële meerwaarde, maar op het nastreven van hun gemeenschappelijke doel.
De wereld van Rotterdamse burgercollectieven verschilt in sommige opzichten van die in de rest van het land. “Zo is er in onze stad een veel grotere nadruk op collectieven die zich richten op lagere inkomenscategorieën en op het bieden van een oplossing in de sociale sector. Ook geven relatief veel meer leden in Rotterdam aan dat zij zich aansluiten om individueel economisch nut”, zo ziet De Moor in onderzoek op basis van data geleverd door leden van haar kennisplatform CollectieveKracht.
Lessen uit de geschiedenis van burgercollectieven
Al vanaf de late Middeleeuwen was sprake van burgercollectieven in onze stad. Deze instituties voor collectieve actie zijn de voorlopers van de initiatieven die we tegenwoordig kennen in onze stad. Historisch onderzoek laat daarbij een aantal opvallende kenmerken hiervan zien, die in de huidige maatschappij contra-intuïtief kunnen voelen, en burgercollectieven anno nu verder kunnen helpen.
Zo blijkt dat de vroegere collectieven die de minste aandacht aan sancties besteedden, het meest floreerden. De basis is wederkerigheid en wederzijds vertrouwen, waardoor het niet vruchtbaar lijkt te zijn om leden die zich niet aan de regels houden, te straffen.
Een andere les die kan worden getrokken uit het bestuderen van burgercollectieven door de eeuwen heen is dat het niet per se loont om alleen met het eigen belang bezig te zijn, maar dat het loont om een sterke band op te bouwen met andere collectieven, in bijvoorbeeld dezelfde wijk of die hetzelfde doel hebben. Zo wordt zo’n groep veerkrachtiger: een kwestie van zelfbehoud.
De waarde van collectieven én de wetenschap
Naast dat ze aan beleidsmakers laten zien wat nodig is in een wijk, en soms zelfs leiden tot wetgeving, is er nog een ander positief effect dat kan worden toegeschreven aan burgercollectieven. Tine De Moor: “In ons onderzoek zien we dat burgercollectieven de leden grip bieden. Dat komt doordat men meer controle over de leefomgeving en eigenaarschap over besluitvorming ervaart. Het is bekend dat een gevoel van grip maatschappelijk onbehagen verkleint.”
Erik Jan Poldervaart van bewonersvereniging De Kleine Burg, een tiny-houseproject uit Rotterdam-Zuid, vertelde het publiek dat zij veel hebben aan de wetenschappelijke kennis over dit onderwerp om hun collectief naar een hoger niveau te tillen. Tine De Moor riep daarom op om niet bang te zijn om mee te doen aan onderzoek: “Samenwerking met de wetenschap is essentieel. Kennis gebaseerd op ervaring is ontzettend waardevol voor ons. Deel deze vooral!”
Leven Lang Leren Festival
De Rotterdamlezing is een jaarlijks cadeau van de Erasmus Universiteit Rotterdam en het Erasmus Trustfonds aan de stad, met dit jaar een extra bijzonder tintje: het is de start van het Leven Lang Leren Festival, waarin wetenschappers van onze universiteit de hele week de stad in gaan om met Rotterdammers te praten over onderzoeksthema’s die hen bezighouden.
“Dat we al jarenlang, en in dit lustrumjaar in het bijzonder, de stad in trekken en het gesprek met de Rotterdammer aangaan, is geen toeval”, sprak rector magnificus Annelien Bredenoord in haar openingswoord. Ook zij benadrukte dat een universiteit er voor de maatschappij is en de wederzijdse verbinding met de samenleving daarbij onmisbaar is: “Alleen door in gesprek te gaan met de mensen, de organisaties en de instanties die het aangaat, kunnen we ophalen waar vraagstukken liggen en echt zien waar we waarde kunnen toevoegen als academici. Want we hebben veel meer soorten kennis nodig dan de wetenschappelijke alleen om echt het verschil te maken.”
- Professor
- Meer informatie
De Rotterdamlezing wordt elk jaar georganiseerd door Erasmus Universiteit Rotterdam, Erasmus Trustfonds en Arminius Debatpodium. Kijk wie er allemaal gesproken hebben.
- Gerelateerde content