Tine de Moor is hoogleraar Sociale Ondernemingen en Instituties voor Collectieve Actie bij de Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM). Op 13 mei spreekt ze de Rotterdamlezing uit met als titel ‘Hoe waarde weerbaar wordt’. De Moor heeft een fascinatie voor burgercollectieven en is oprichter van het platform CollectieveKracht. "Wat ik de Rotterdammers graag wil meegeven is hoeveel je kunt bereiken als je de krachten bundelt."
Waar wil je het in de Rotterdamlezing over hebben?
"Rotterdam heeft de grootste haven van Europa en is goed verbonden met de wereldeconomie. Toch is Rotterdam ook een stad met veel armoede en werkloosheid die daarom vaak wordt betiteld als probleemstad. In de huidige economie profiteert lang niet iedereen mee van de welvaart. Hier liggen waardegedreven keuzes onder omdat we als maatschappij in een bepaalde vorm van economie geloven. Die keuzes moeten we expliciet maken. Zo krijg je een economie die niet alleen gedreven wordt door winst, maar ook door andere waarden die we met elkaar belangrijk vinden."
Vandaar ook de titel ‘Hoe waarde weerbaar wordt’?
"De titel is natuurlijk een verwijzing naar Luceberts ‘Alles van Waarde is Weerloos’. Tijdens de lezing zal ik de keuze voor die titel verder duidelijk maken. Burgers zijn tot veel in staat. Zo zijn er in Rotterdam veel initiatieven die inwoners willen helpen om meer weerbaar te worden. Denk aan het Wijkpaleis of de Afrikaanderwijk Coöperatie die onder meer Rotterdammers aan een baan helpt."
Het vertrouwen in de overheid is laag. Verklaart dat ook de snelle groei van burgercollectieven?
"Dat kun je niet zo een-op-een stellen. Wel denk ik dat burgercollectieven kansen bieden om samen met overheden en marktpartijen aan vertrouwen te werken. Er is nu iets fundamenteels mis met het vertrouwen dat de overheid aan burgers schenkt en dat werkt verlammend. Dat terwijl de overheid veel vertrouwen geeft aan marktpartijen, zonder precies te weten wie ze zijn. Ik denk dat het belangrijk is om te kijken wat burgers zelf kunnen organiseren. Er zijn tal van goede voorbeelden van energie- en zorgcoöperaties. Die zijn allemaal opgericht door mensen die hun zorg of energievoorziening anders willen organiseren."
Je bent initiatiefnemer van CollectieveKracht. Wat doen jullie daar precies?
"CollectieveKracht is een kennisuitwisselingsplatform gericht op het ondersteunen van burgercollectieven en om ze te helpen met het overwinnen van obstakels. We gaan ze niet vertellen wat ze moeten doen, maar willen collectieven voorzien van evidence-based informatie. We proberen samen met de collectieven te achterhalen wat hun vraagstukken zijn, bijvoorbeeld om zo inzicht te krijgen in de motivatie van hun leden. Deze informatie kan hun democratische besluitvorming ondersteunen en geeft ons als wetenschappers input voor verder wetenschappelijk onderzoek."
Wat maakt deze vorm van betrokkenheid als wetenschapper zo waardevol?
"Het vertrouwen in de wetenschap is nu nog hoog, maar of dat zo blijft is nog maar de vraag. Wantrouwen verspreidt zich als een soort olievlek door de instituties. Dat vind ik zorgelijk. Ik denk dat we als wetenschapper daarop voorbereid moeten zijn en meer aan dat vertrouwen moeten gaan werken, voor het verdwijnt. We vragen soms best veel van de maatschappij en sturen klakkeloos surveys uit zonder uit te leggen wat je daarmee beoogt te bereiken."
Hoe moet het wel?
"Onderzoekers zijn vaak op een nerdy manier gepassioneerd over bepaalde fenomenen. Die intrinsieke motivatie om een probleem te ontrafelen is onze kracht, maar soms vragen we ons te weinig af of dat de samenleving ook bezighoudt. Maatschappelijk engagement is nog te veel een ‘moetje’ in de werking van universiteiten, terwijl we het ons met de huidige staat van de wereld echt niet meer kunnen permitteren om afzijdig te blijven. Het vraagt inspanning om te laten zien wat onze toegevoegde waarde is en het vraagt inspanning van de burgers om naar ons te luisteren.
Maar kritische of zelfs vervelende vragen vanuit de samenleving houden ons ook scherp. Goede wetenschapscommunicatie is heel belangrijk, maar we moeten nog een paar stappen verder, en komen tot een echte dialoog met maatschappelijke stakeholders. Niet alleen om resultaten te delen, maar om iedere partij zo vroeg mogelijk bij onderzoek te betrekken. Zo halen we ook maatschappelijke vragen op die voor ons als wetenschappers weer interessant zijn."
Hoe is het om gevraagd te worden voor de lezing?
"Ik vind het heel leuk om te doen en een eer dat ik de universiteit mag vertegenwoordigen. Het uitgangsprincipe van de lezing ‘iets teruggeven vanuit de universiteit aan Rotterdam’, dat past precies bij hoe ik zelf als wetenschapper in de maatschappij sta. Wat ik de Rotterdammers graag wil meegeven is hoeveel je kunt bereiken als je de krachten bundelt. Kijk maar naar de voorbeelden die Rotterdam nu al heeft. Een gemeenschapseconomie is minder ongrijpbaar dan een kapitalistisch wereldeconomie die draait om winstmaximalisatie. Mensen zien sneller het resultaat van hun inspanningen als ze in hun eigen buurt het verschil kunnen maken."
- Professor
- Meer informatie
De Rotterdamlezing bestaat sinds 2003. Met de lezing wil Erasmus Universiteit Rotterdam iets teruggeven aan de stad. De universiteit zoekt actief verbinding met de stad door te onderzoeken wat er onder haar bewoners leeft en wil door onderzoek bij dragen aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen. Het is voor de twintigste keer dat de lezing wordt georganiseerd.
- Gerelateerde content