Ruim vierduizend zorgaanbieders hebben zich gemeld voor de 1.000-euro bonus voor zorgmedewerkers. Het zou gaan om meer dan 260.000 mensen, meldt het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan BNR. Zorgaanbieders konden vanaf 1 oktober een aanvraag doen bij het ministerie voor hun medewerkers. Dat kan nog tot 29 oktober. Het kabinet heeft 800 miljoen euro voor de bonus uitgetrokken, en veel zorgorganisaties maken hier gebruik van, denkt Igna Bonfrer, gezondheidseconoom en universitair docent aan ESHPM. Zij vertelt dit in een interview op BNR Nieuwsradio.
Alleen 'frontlinie' belonen niet realistisch
Het idee was om de bonus alleen te geven aan zorgpersoneel dat direct te maken kreeg met patiënten met het coronavirus en die dus hun leven in de waagschaal hadden gesteld. Maar werken met die lijsten is volgens Bonfrer onbegonnen werk: zorgaanbieders zeggen daarmee eigenlijk dat zij niet degene willen zijn die de keuze maakt. 'Het lijkt er nu op dat een zorgorganisatie het hele team voordraagt voor de bonus.' Bonfrer begrijpt die keuze. 'De gedachte dat je een onderscheid kunt maken, dus een frontlinie en een achterhoede, is niet realistisch.'
Bonfrer denkt ook dat het belangrijk is om zorgpersoneel goed te belonen. 'In de komende jaren hebben we een verdubbeling nodig van het zorgpersoneel. Dus moeten we enorm veel mensen motiveren om in de zorg te blijven en om er te komen werken.' Daar hoort wat Bonfrer betreft ook een goede beloning bij. 'We moeten beseffen dat verpleegkundigen door de hele zorg heen gewoon een fijn huis moeten hebben waar ze zonder financiële zorgen kunnen leven.'
U kunt hier het fragment terugluisteren.
Dit artikel is een aangepaste versie van het stuk dat op vrijdag 16 oktober 2020 verscheen op BNR Nieuwsradio, geschreven door de BNR nieuwsredactie.
- Universitair Docent